Als belegger uit de kledingindustrie stappen: Is dat de juiste weg naar verduurzaming?
bezig met laden...
Deze week kondigde ASN Impact Investors, de vermogensbeheerder van ASN Bank, aan al hun belangen in kledingbedrijven te hebben verkocht. Deze stap werd genomen omdat grote modemerken zoals H&M, Zara en Asics onvoldoende vooruitgang boeken op het gebied van duurzaamheid. Hoewel dit op het eerste gezicht een daadkrachtige beslissing lijkt, roept het ook belangrijke vragen op: Is het verkopen van aandelen wel de oplossing voor een impactfonds? Wat betekent dit voor de toekomst van duurzaamheid in de kledingindustrie?
Nout Knabben is mede-oprichter en CEO van Manufy. Manufy begeleidt kledingmerken in hun zoektocht naar circulaire business modellen en het vinden van bijbehorende partners.
Aandelen verkopen: gerechtvaardigd?
ASN verkocht ongeveer 70 miljoen euro aan aandelen in de kledingindustrie. Weliswaar een flink bedrag, maar slechts een fractie van het beheerde vermogen van 4,2 miljard euro (1,7 procent van het portfolio). Dit staat in schril contrast met de enorme impact die de kledingindustrie heeft op onze planeet, te weten één van de meest vervuilende industrieën. Wat verandert het verkopen van aandelen aan die enorme impact?
Laten we beginnen met het portfolio van ASN. Het verkopen van bestaande aandelen verandert vooral de samenstelling van een investeringsportfolio. Het afstoten van minder-duurzame beleggingen trekt het gemiddelde van de investeringsportfolio omhoog. Maar het netto-effect op de duurzaamheid van de kledingindustrie is minimaal. Aandelenhandel van bestaande aandelen biedt bedrijven namelijk geen direct nieuw kapitaal om te verduurzamen. Het kopen of verkopen van aandelen heeft via die weg dus nauwelijks invloed op duurzame bedrijfsvoering van modemerken, tenzij er voldoende stemrecht is om veranderingen aan te kaarten en door te voeren. Zonder deze invloed op de bedrijfsstrategie blijft het kopen of verkopen van bestaande aandelen vooral een signaal, zonder directe gevolgen voor de verduurzaming van de sector zelf.
Op dit moment draait de overgrote meerderheid van de kledingindustrie op lineaire businessmodellen: van productie, tot gebruik, naar afval. De algehele tendens in deze industrie is om zoveel mogelijk volume door dit model heen te laten lopen om een goede business te draaien. De makkelijkste weg naar hoge winsten is dan ook zoveel mogelijk te verkopen tegen lage productieprijzen. En ja, er valt iets voor te zeggen dat je daar als impactinvesteerder niet mee geassocieerd wil worden.
Maar, er zijn meerdere manieren om te investeren in de transitie naar een duurzamere kledingindustrie dan enkel een positie te nemen in een kledingmerk. En dat lijkt dan ook the way to go.
De kansen: circulariteit en innovatie
In plaats van direct te investeren in aandelen van kledingmerken, zouden investeerders zich beter kunnen richten op externe innovaties die verduurzaming in de kledingindustrie mogelijk maken. De echte kans, zowel op gebied van impact als op het gebied van economische waarde, ligt in het faciliteren van de transitie van lineair naar circulaire initiatieven.
De sleutel tot verduurzaming in de kledingindustrie ligt bij de innovatie en implementatie van circulariteit, waarbij het gebruik van nieuwe materialen zoveel mogelijk wordt geminimaliseerd en hergebruik wordt geoptimaliseerd. Dat gaat verder dan recyclen; het richt zich op het verlengen van de levensduur van producten en het hergebruiken van materialen om nieuwe kleding te maken. Circulariteit kent een hiërarchie, ook wel bekend als de R-ladder, met tal van investeringswaardige business modellen, zoals repareren, hergebruik, lenen en upcyclen. Zo kan de impact op het milieu worden verminderd, terwijl aan de vraag van consumenten wordt voldaan.
Circulariteit begint bij het ontwerp, door te kiezen voor duurzame materialen, modulaire ontwerpen die eenvoudig te repareren zijn, kleding te produceren die gemakkelijk kan worden voorgesorteerd, hergebruik of recycling. Dit vermindert de ecologische voetafdruk vanaf het begin.
Ook tijdens en na de koopfase kunnen consumenten bewuster kiezen door voor circulair ontworpen kleding aan te schaffen of hun aankopen te beperken. Maar ook door kleding te repareren of terug te nemen voor een tweede leven met ‘reverse supply chains’, een van de potentieel lucratieve businessmodellen waar investeerders voor nodig zijn, wordt de vraag naar nieuwe producten verminderd. Initiatieven zoals buy-back-programma's en tweedehands verkoop spelen een belangrijke rol in de overgang naar circulariteit.
Wanneer kleding niet meer kan worden gerepareerd, gerefabriceerd of geüpcycled, is recycling de last resort om grondstoffen terug te winnen. Innovaties zoals chemische recycling spelen hier een rol. Ook initiatieven zoals upcycling bieden kansen om oude kleding om te zetten in nieuwe, creatieve producten. Dit verlengt op zijn beurt ook de levensduur van materialen in de kledingindustrie.
Stijgende vraag naar kennis over circulariteit bij kledingmerken
Veel Nederlandse kledingmerken zijn bezig met oriëntatie naar circulaire modellen om hun bedrijf toekomstbestendig te maken. Zo zien we bij Manufy een grote vraag naar kennis- en adviestrajecten. Dit wordt niet alleen gedreven door de intrinsieke motivatie van modebedrijven om hun ecologische voetafdruk te verlagen, maar ook zeker naar aanleiding van de toenemende wet- en regelgeving en de financiële prikkel naar businesscases omtrent circulariteit. Veel oplossingen zorgen namelijk voor lagere kosten en/of hogere opbrengsten per verkocht kledingstuk. Zo kan een kledingmerk bij het toevoegen van een eigen of gefaciliteerd tweedehands platform, meerdere keren verdienen aan hetzelfde kledingstuk.
Het hebben van een positieve businesscase voor duurzame initiatieven is de belangrijkste schakel om de transitie naar circulariteit te bewerkstelligen. Kennisplatformen slaan een goede brug tussen de innovaties zelf en de kledingmerken die de innovatie moeten implementeren.
Concluderend: blijven investeren, maar op de juiste plek
ASN en andere impactfondsen moeten juist blijven investeren. In innovaties, maar ook in de bruggen tussen innovaties en kledingmerken, zoals kennisplatformen. Op die manier kunnen kledingmerken worden geholpen in het succesvol neerzetten van een duurzame en winstgevende, circulaire business.
Dit kan ertoe leiden dat juist de grote bedrijven als H&M en Zara nu en in de toekomst de juiste beslissingen maken en kunnen transformeren tot winstgevende, circulaire kledingmerken en dat de 700.000 kledingmerken die in Europa actief zijn via kennisdeling de transitie kunnen maken naar een schonere kledingindustrie.