Wat is fast fashion? (Met de term kan snelle productie of snelle consumptie worden bedoeld)
bezig met laden...
De term fast fashion duikt naar verluidt voor het eerst op in 1989 en er wordt veel over gesproken en geschreven. Maar wat betekent fast fashion nu eigenlijk? Het is belangrijk om te weten dat met de term verschillende dingen kunnen worden bedoeld. FashionUnited legt het aan je uit.
In het New York Times artikel 'Fashion; Two New Stores That Cruise Fashion's Fast Lane' door Anne-Marie Schiro, december 1989. Zij deed verslag van de komst van de toen nog relatief onbekende Spaanse winkelketen Zara naar New York. In het artikel wordt beschreven hoe Zara een idee binnen 15 dagen van de tekentafel tot in de winkelrekken kan krijgen.
Klik op de icoontjes in de tekst voor een toelichting/meer achtergrondinformatie.
Inhoud
- De oorspronkelijke definitie van de term fast fashion (=snelle productie)
- Wat maakt(e) fast fashion nu zo populair?
- Hoe de opkomst van fast fashion de mode-industrie heeft veranderd
- De andere definitie van fast fashion (=snelle consumptie)
- Ultra-fast fashion en real time mode (en slow fashion)
1. De oorspronkelijke definitie van de term fast fashion
Fast fashion verwijst officieel, en in de sector wordt de term nog steeds op die manier gebruikt, naar een bedrijfsmodel dat wordt gekenmerkt door een snelle doorlooptijd.
De winkelketen Zara* staat bekend om zijn korte lead time (de Engelse vakterm voor doorlooptijd).
Het bedrijf kan nieuwe kledingstukken en accessoires ontwerpen, produceren en in de winkels krijgen in een zeer korte tijdspanne. Waar traditionele modebedrijven maanden nodig hadden (of nog steeds hebben!) voor het ontwerpen en produceren en op de markt brengen van een collectie, kan Zara dit binnen enkele weken.
*Editors note 1: In dit stuk nemen we fast fashion gigant Zara (en Inditex, het moederbedrijf) als voorbeeld. Zara is waarschijnlijk de bekendste beoefenaar van fast fashion. Maar let op, de grondlegger is het niet. Hoewel Zara een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de popularisering van fast fashion, wordt het niet beschouwd als de "geestelijke vader". Verschillende andere bedrijven hebben tevens een rol hebben gespeeld bij de (op)komst van fast fashion, zoals bijvoorbeeld Forever21 uit de Verenigde Staten en Topshop uit Groot-Brittanië.
Het verschil in snelheid tussen Zara en traditioneel opererende modebedrijven komt voort uit de manier waarop het zijn toeleveringsketen beheert (zie kader hieronder).
Achtergrond: Sneller door een verticaal georganiseerd bedrijfsmodel
Een verticaal georganiseerd bedrijfsmodel betekent dat het bedrijf (bijna) alle stappen van de toeleveringsketen intern beheert. Zara, onderdeel van Inditex, doet het ontwerp,
de productie van kleding, de opslag, verdeling en logistiek bijvoorbeeld zelf.
Dat verschilt van traditioneel opererende modebedrijven, want zij besteden activiteiten zoals de massaproductie van kleding uit aan andere bedrijven. Dan zijn er dus meer spelers betrokken in de toeleveringsketen. Dit leidt simpelweg tot een langere productiecyclus, onder meer omdat de partijen in de keten op elkaar moeten wachten om hun taken uit te voeren. Zo kunnen fabrikanten bijvoorbeeld pas beginnen met de kledingproductie als ze de juiste stoffen en materialen hebben ontvangen. Tevens is er vaak meer coördinatie en transport nodig.
In dit achtergrondartikel kun je er alles over lezen ’De bedrijfskolom, spelers in de modebranche en alles over de (traditionele) toeleveringsketen’
Twee zaken leveren Zara trouwens nog extra tijdswinst op. Nabijheid van productie tot afzetmarkt
Waar de meeste traditionele brand retailers het grootste deel van kleding maken in zogenoemde lagelonenlanden aan de andere kant van de wereld, produceert Inditex, het moederbedrijf van modeketen Zara, meer dan de helft van zijn producten in Spanje of Portugal, Marokko en Turkije, dichtbij het hoofdkwartier en de afzetmarkten (ofwel: in of in de buurt van de landen of regio’s waar ze hun producten verkopen en distribueren). Een van de voordelen hiervan is dat de transporttijden daardoor worden geminimaliseerd.
en directe verkoop in eigen winkels.
Kleding econoom Rens Tap van brancheorganisatie Modint formuleerde het zo: “Fast fashion verschilt van het klassieke wholesale model waarbij kleding lang van tevoren wordt ontworpen, op modeshows of in showrooms (of op vakbeurzen, red.) wordt getoond, vervolgens aan detailhandelszaken wordt verkocht, daarna in productie wordt genomen en ten slotte aan retailers wordt geleverd.”
(Bron:-artikel "Is dit 'Fast Fashion'?" van mode-econoom Rens Tap, dat hij oorspronkelijk in
2015 schreef voor Modint. In januari 2023 heeft hij het artikel voor het laatst geüpdatet en
gepubliceerd op de website van de brancheorganisatie.)
Wat maakt(e) fast fashion nu zo populair?
Fast fashion-bedrijven zoals Zara brengen niet alleen snel nieuwe ontwerpen op de markt, maar ze brengen ook veel vaker nieuwe collecties uit dan traditionele modebedrijven. Van oudsher maken modebedrijven twee collecties per jaar: een lente/zomer en herfst/winter collectie.
Bij fast fashion spelers zoals Zara verschijnen veel vaker dan eens per zes maanden nieuwe producten in de schappen (zie visual hieronder).
De consument kan bij fast fashion bedrijven zoals Zara terecht voor de laatste modetrends. En dat voor een lage prijs.
Zara wordt vaak geprezen vanwege het feit dat het heeft bijgedragen aan de “democratisering van mode”, dat wil zeggen dat Zara mode en trends nog toegankelijker heeft gemaakt voor een groter publiek.
Zara's relatief lage kledingprijs is het gevolg van verschillende factoren in hun bedrijfsmodel, waaronder verticale integratie (door het elimineren van tussenpersonen en de daarmee gepaard gaande extra kosten) en schaalvoordelen bij de inkoop.
Het bedrijf heeft als onderdeel van de Inditex groep toegang tot schaalvoordelen bij het inkopen van materialen en productie. Door in bulk in te kopen kunnen ze lagere prijzen bedingen bij leveranciers en fabrikanten. Of zoals de Belgische onderzoeksjournalist en duurzamere mode-expert Sarah Vandoorne het simpeler formuleerde in haar boek ‘Kleerkastvasten’: “Vooral door middel van het immense volume, bleef de prijs zo laag.”
De verleiding van lage prijzen gecombineerd met de nieuwste trends, oefent een grote aantrekkingskracht uit op de meeste mensen, zoals jij en ik. Fast fashion heeft de afgelopen decennia snel een belangrijk marktaandeel veroverd en blijft een populaire en invloedrijke kracht in de modewereld. De wereldwijde fast fashion marktwaarde werd in 2021 geraamd op ruim 91 miljard US dollar (omgerekend meer dan 82 miljard euro). En om Zara nog een keer als voorbeeld te nemen: het is een van de grootste, meest succesvolle modebedrijven ter wereld. Oprichter Amancio Ortega is een van de rijkste mensen ter wereld.
Editor's note 2: Zara’s strategie verschilt op meer fronten van traditionele retailers die evengoed (hebben) bij(ge)dragen aan het succes van het bedrijf, zoals bijvoorbeeld het produceren van collecties in kleine hoeveelheden, ofwel deelorders. In plaats van grote hoeveelheden van een enkel kledingstuk te produceren en dan af te wachten of het goed zal verkopen zoals conventionele modebedrijven deden of nog doen, kiest Zara ervoor om met kleinere ‘plukjes’ te beginnen.
Het fast fashion bedrijf brengt een beperkte voorraad van verschillende ontwerpen op de markt (‘aan het begin van het seizoen’), houdt de reacties van klanten in de gaten en speelt ‘in op de vraag die we krijgen naarmate het seizoen vordert’, zo schrijft het bedrijf in het laatste financiële jaarverslag. Als een bepaald kledingstuk goed verkoopt, produceert Zara snel meer om aan de vraag te voldoen. Als iets niet goed verkoopt, kan de winkelgigant het design aanpassen of besluiten het niet meer te produceren.
Inditex claimt in zijn laatste financiële jaarverslag dat het aandeel “surpluses” (letterlijk: de overschotten, kleding restvoorraad van het bedrijf) in 2021 even groot/klein was als het aandeel van 0,5% van de wel verkochte artikelen in dat kalenderjaar. Daarmee wil het aangeven dat het bedrijf efficiënt is in het inschatten van wat de klant wil en maar weinig onverkochte kleding over heeft (en er dus weinig verspilling in de vorm van onverkochte kleding is). Hoeveel kleding items er in 2021 over de toonbank gingen, wordt niet vermeld.
De tekst gaat verder onder de foto
Hoe de opkomst van fast fashion de mode-industrie heeft veranderd
De opkomst van fast fashion in de jaren 90 heeft een aanzienlijke impact gehad op de mode-industrie.
Kort gezegd is bijna de gehele industrie, in navolging van fast fashion, het tempo van collecties en trends op gaan drijven, om te blijven concurreren.
"Zara heeft een eeuwenoud tweejaarlijkse modecyclus doorbroken", stelde Masoud Golsorkhi, redacteur van tijdschrift Tank in 2012 tegenover The New York Times.(Bron: 'How Zara Grew Into the World's Largest Fashion Retailer', Suzy Hansen, 9 november 2012.)
Omdat Zara zijn assortiment zoals je nu weet veel vaker vernieuwt met nieuwe kledingontwerpen en trends. Maar er is nog een reden waarom designermerken ook steeds meer collecties zijn gaan maken:
Modejournalist Milou van Rossum vertelde in 2020 aan Nieuwsuur dat ketens zoals H&M en Zara naar de collecties van ontwerpers keken en deze snel imiteerden. Vaak lagen de nagemaakte varianten al in de winkels van deze ketens voordat de originele ontwerpen zelfs maar beschikbaar waren. "De klanten die dure merken kopen, zien de ontwerpen al eerder liggen bij de grote ketens, waardoor er een gevoel van verveling kan ontstaan," legt Van Rossum uit. Om deze reden zijn designermerken (en modemerken in alle prijssegmenten, red.) steeds meer collecties gaan maken.
In de modesector heerst zoals sommigen stellen een “maak meer, verkoop meer” mentaliteit.
De "maak meer, verkoop meer" mentaliteit heeft geleid tot een cyclus van voortdurende productie, waarbij modebedrijven vaak meer produceren dan de daadwerkelijke vraag van de consumenten.
Lees er meer over in het achtergrond artikel 'Hoe (niet) duurzaam is de modebranche?'
Dat het luxesegment het tempo van fast fashion - met een versnelde productiecyclus, hogere productievolumes - is gaan volgen, heeft volgens de Italiaanse modeontweprer Giorgio Armani voor 'de aftakeling van het modesysteem gezorgd.’
Daarnaast is de concurrentie op prijs steeds prominenter geworden. Al gebeurde concurreren op prijs in de modebranche vóór de komst van fast fashion bedrijven.
Betaalbare mode werd voor het eerst beschikbaar toen bedrijven kleding in grote hoeveelheden in de fabriek gingen maken (confectie!).
Lange tijd was C&A koploper in het aanbieden van modieuze kleding tegen lage prijzen, het stond bekend om zijn "gewoon voor weinig" aanpak.
In de jaren 90 verplaatste het gros van de modebedrijven zijn productie naar Azië. Door lagere arbeidskosten konden zij hun kleding tegen lagere prijzen op de markt brengen. Het CBS berichtte in 2016 dat tussen 2005 en 2015 “de gemiddelde kledingprijs niet eerder zo laag was.”
Modebedrijven zijn ook trouwens steeds meer kleding van goedkopere materialen zoals polyester gaan maken.
Desalniettemin hebben de fast fashion bedrijven zoals Zara en Topshop en later ook de discounters zoals Primark er wel voor gezorgd dat consumenten gewend raakten aan nóg lagere prijzen.
Met "de vloek van T-shirt voor 3 euro" wordt verwezen naar het fenomeen waarbij mensen extreem lage prijzen voor kleding, zoals T-shirts die slechts een paar euro kosten, normaal zijn gaan vinden en modebedrijven zijn gaan zoeken naar manieren om de productiekosten verder te verlagen om aan deze verwachting te voldoen. Want hoe goedkoper ze hun producten kunnen laten maken, hoe goedkoper ze in de markt kunnen worden gezet en/of hoe meer winst er kan worden gemaakt.
In veel gevallen krijgt prijs voorrang boven de zorgen voor mens (er is vaak weinig aandacht voor de arbeidsomstandigheden van de mensen die onze kleding in elkaar zetten) en milieu.
Er wordt ook wel gezegd dat in de modebranche een race to the bottom gaande is. De race naar de bodem is een metafoor voor het feit dat de concurrerende druk naar steeds lagere prijzen leidt tot een neerwaartse spiraal van het sociale en duurzame aspect. Bij dergelijke 'race' zijn de directe economische voordelen zoals lagere prijzen en hogere winstmarge het meest belangrijk en worden de consequenties voor mens en milieu genegeerd of gebagatelliseerd.
2. De andere definitie van fast fashion
Waar de mode-industrie steeds meer kleding voor minder geld is gaan produceren, is gelijktijdig een cultuur van wergwerpmode ontstaan.
Consumenten wordt door de industrie aangemoedigd steeds nieuwe kleding te kopen. We zijn dan ook steeds meer kleding gaan kopen. Tegelijkertijd zijn we kleding steeds korter gaan dragen en sneller afdanken. Zodra een kledingstuk kapot of versleten is of als het product ‘gewoon’ niet meer voldoet aan onze smaak of we erop zijn uitgekeken, gooien we het weg. Soms slechts na één modeseizoen of een paar draag- en wasbeurten.
Dat komt omdat we nog maar weinig waarde aan onze kleding hechten. “De grote mode retailers als Zara en H&M maar vooral Primark en Forever 21 verkopen ons mode om te consumeren, maar daarmee is ook het besef van waarde (zowel materieel/geld als in betekenis) verdwenen. Het kost bijna niets dus kan het ook niet veel zijn is de gedachte,” zo formuleerde modeconsultant Ellen Haeser het in 2017.
NB: Overconsumptie en ons weggooigedrag is allerminst zonder zorgen. Al jaren groeit de textielafvalberg en de bijbehorende milieuproblematiek.
En die fast fashion cultuur, ook wel het fast fashion fenomeengenoemd, is dan ook de tweede, inmiddels bredere definitie van de term fast fashion.
De interpretatie van fast fashion ‘als een cultuur waarin kleding een snellere omloopsnelheid kent, snellere consumptie en snellere afdanking’, wordt door de makers van het in 2020 verschenen Fast Fashion onderzoeksrapport van de Rijksoverheid ook wel het fast fashion fenomeen genoemd.
Mode-econoom Rens Tap signaleerde het al in 2015; “Op andere plaatsen, vooral buiten de modesector, wordt de term fast fashion niet gebruikt voor kleding die snel wordt aangevoerd (het business model fast fashion, red.), maar voor kleding die snel wordt weggegooid.”
Ultra-fast fashion en real time mode
De fast fashion giganten van het eerste uur, zoals bijvoorbeeld Zara en Topshop zijn inmiddels niet meer het snelste.
Online spelers zoals PrettyLittleThing (PLT), Missguided en Boohoo bijvoorbeeld kunnen nog veel sneller kleding ontwerpen, produceren en uitleveren. Hun doorlooptijd is nog korter en daarom worden zij ultra-fast fashion bedrijven genoemd.
Koploper als het gaat om snelle productie is Shein (uit te spreken als She-in). De Chinese webgigant heeft een doorlooptijd van slechts een paar dagen en wordt daarom de maker van real time mode genoemd.
Deze bedrijven zijn trouwens niet alleen sneller dan snel, maar ook goedkoper dan goedkoop.
“Bij Shein zijn de prijzen nog extremer,” zegt de Belgische duurzame mode-expert Jasmien Wynants. “Als ik naar de categorie ‘rokken’ ga in de webshop is de gemiddelde verkoopprijs slechts 7 euro.”
Shein is regelmatig in het nieuws wegens wanpraktijken als het gaat om duurzaamheid
zo onthulde een Britse documentaire in oktober 2022 bijvoorbeeld uitbuiting in Chinese fabrieken
, maar het bedrijf heeft tevens een duurzamere kant, zo betoogt de Chinese retailer zelf. Shein zegt een groenere benadering te hebben door het on-demand model, een strategie waarbij kleding pas wordt geproduceerd wanneer er daadwerkelijk vraag is.
Hoe weet Shein dan wat de klant wil? Het bedrijf analyseert het gedrag van zijn gebruikers op de app en website. Op basis van deze gegevens neemt het bedrijf beslissingen over welke kledingstukken te produceren en welke trends te volgen. Shein functioneert dus in feite als een data-gedreven (technologie)bedrijf, waarbij beslissingen sterk gebaseerd zijn op klantgegevens.
(en niet al vooraf is geproduceerd op basis van trends of seizoensvoorspellingen, zoals traditioneel vaak het geval is in de sector en er dus eigenlijk wordt gegokt) .
Donald Tang, de uitvoerend vicevoorzitter van Shein, noemde het on-demand model onlangs een 'game-changer'. Volgens hem heeft Shein door dit model geen kledingverspilling, beheert het bedrijf zijn voorraad efficiënt en richt het zich volledig op de behoeften van de klant.
Bron: het webinar ‘Agile Supply Chain and the Future of the Fashion Industry’ in juni 2023. FashionUnited’s duurzaamheidsjournalist Simone Preuss deed er verslag van.
Natuurlijk zijn er ook ook kledingmerken en -bedrijven die bijna lijnrecht tegenover de fast fashion giganten staan en wars zijn van snelle productie en snelle consumptie. Mud Jeans, Teym, HNST en Asket bijvoorbeeld doen bewust niet mee aan het ritme van de modesector en zij blijven zoveel mogelijk weg van modetrends. De collecties zijn doorgaans seizoenloos, soms zelfs tijdloos, met producten die seizoen na seizoen of jaar in jaar uit beschikbaar zijn. Vaak is er een permanente collectie met basics, mode ontworpen om lang(er) te dragen en lang(er) mee te gaan. Producten zijn vaak van hoge kwaliteit en op een eerlijkere manier geproduceerd (met oog voor mens en milieu). Deze merken worden slow fashion merken genoemd.
De tekst gaat verder onder de foto’s
Tot slot nog even dit:
Fast fashion heeft een heel negatieve bijklank/connotatie gekregen. Maar zoals je nu weet, is het niet alleen de fast fashion bedrijven te verwijten als het gaat om de huidige staat van de mode-industrie.
Waarbij we vastzitten in een model van overproductie, overconsumptie en de race naar de bodem voor de laagste maakprijzen (zoals we uitlegden in vorige ‘explainers’). Het leeuwendeel van de modebedrijven opereert zo. Niet alleen de fast fashion bedrijven, maar evengoed luxemerken zoals Chanel en Louis Vuitton die zo'n tien collecties per jaar lanceren en de spelers van de prijsniveaus ertussenin.
Voorts is het belangrijk te weten dat het niet duidelijk is hoeveel “slechter” fast fashion is dan conventionele confectiemode van kledingmerken als het gaat over productiekosten en -omstandigheden, zo stelt mode-econoom Rens Tap aan de kaak in zijn artikel ‘Is dit fast fashion?’ (leestip!).
“Fast fashion en collecties voor het “klassieke model” (lees: alle andere mode, red.) worden vaak in dezelfde soort fabrieken gemaakt,” legt hij uit.
Bestaat er eigenlijk zoiets als een fast fashion fabriek? Nee. "Er is één mythe die ontkracht moet worden, namelijk dat er specifieke 'fast fashion-fabrieken' zijn,” stelt FashionUnited’s duurzaamheids journalist Simone Preuss. “Het is altijd zo geweest dat luxe kleding en fast fashion in dezelfde fabriek kunnen worden geproduceerd. Dit betekent dat de omstandigheden even goed of even slecht kunnen zijn, het hangt allemaal af van welke fabriek de inkopers gebruiken en welke deal er is onderhandeld," zo legt ze uit.
“Hoge volumes van fast fashion bedrijven drukken daarbij wel de maakprijzen, maar dat hoeft niet te betekenen dat men onder de slechtste omstandigheden laat produceren. Ketens die voor grote volumes zaken willen doen, kunnen juist zoeken naar goed geoutilleerde en efficiënte fabrieken, ook weer om snelheid te halen," zo schrijft Tap.
Bovendien heeft het business model fast fashion ook goede kanten, zo legt hij uit. “Een kortere doorlooptijd stelt bedrijven in staat beter in te spelen op trends, nauwkeuriger in te schatten welke aantallen geproduceerd moeten worden en meer zekerheid te hebben dat de geproduceerde kledingstukken ook daadwerkelijk zullen worden verkocht."
Ook dit is trouwens niet zwart-wit. Het business model heeft goede kanten, maar uiteraard ook minder goede kanten. Zo legt de snelle doorlooptijd druk op fabrikanten en textielarbeiders en je kunt ook stellen dat fast fashion bedrijven misschien te goed inschatten wat de consument wil en door het continu aanbieden van de laatste modetrends voor de laagste prijzen (over)consumptie aanwakkeren, zo benadrukt Preuss. "Een favoriet argument van fast fashion aanbieders zoals Zara, Forever 21 en Shein is dat ze inspelen op de behoefte van consumenten die steeds nieuwe goederen eisen en ze geacht worden steeds sneller te vernieuwen," vertelt FashionUnited’s duurzaamheidsjournalist. "Maar als de bedrijven niet op elke modegril en fantasie zouden inspelen, hadden we dit probleem niet. Consumenten zeggen immers 'er liggen elke week nieuwe producten in de winkel, daarom blijf ik komen en koop ik nieuwe spullen'."
Vraag en aanbod komen dichter bij elkaar, dus hoeft er minder te worden gegokt en dat kan onder andere betekenen dat er minder overproductie/verspilling is, minder uitverkoop etcetera.
Fast fashion kleding wil trouwens ook niet automatisch zeggen dat het product van lage kwaliteit is (net zo min als dat kleding van andere, duurdere kledingmerken vanzelfsprekend van hogere kwaliteit is of een langere levensduur heeft).
Genoeg stof voor nog een apart achtergrondstuk.
Bronnen:
- The New York Times artikel 'Fashion; Two New Stores That Cruise Fashion's Fast Lane' van Anne-Marie Schiro, 31 december 1989
- Artikel "Is dit 'Fast Fashion'?" van mode-econoom Rens Tap, dat hij oorspronkelijk in 2015 schreef voor Modint. In januari 2023 heeft hij het artikel voor het laatst geüpdatet en gepubliceerd op de website van de brancheorganisatie.
- TMO/Detex.
- Bloomberg artikel 'Zara Owner’s Lesson for Others Is Keep Supplies Close to Home' van Rodrigo Orighuela, 16 maart 2021
- Inditex Group financieel jaarverslag 2022 ‘Inditex Group Annual Report 2022’, 15 mei 2023.
- Het boek ‘Kleerkastvasten ‘De textielketen ontrafeld’, door Sarah Vandoorne, 19 april 2023
- Statista 'Fast fashion market value forecast worldwide from 2022 to 2027', 3 mei 2023
- New York Times Magazine artikel 'How Zara Gew Into the World's Largest Fashion Retailer', door Suzy Hansen, 9 november 2012
- Het NOS/Nieuwsuur artikel 'Onverkochte 'kledingbergen' door corona, maar ook roep om duurzame herstart' door Ronja Hijmans, 4 augustus 2020
- Trouw artikel ‘C&A: Kledingpionier in ‘gewoon voor weinig’, Joost van Velzen, 15 januari 2018.
- CBS 'EU haalt steeds meer kleding uit Azië', 9 december 2016
- 'Oproep tot verandering', door Ellen Haeser januari 2017
- Rijksoverheid Fast fashion ‘Vermindering van de negatieve impact’ onderzoek, auteurs Corine Janssen, Inge van der Vaart, Inger Bos en Albert Bakker, 4 juni 2020.
- De Correspondent artikel 'Fast fashion is ieders favoriete zondebok – maar dat is niet altijd terecht,' door Emy Demkes, 26 november 2021
- Input Simone Preuss, duurzaamheids journalist van FashionUnited, in juni, juli en augustus 2023.
- Input van de Belgische duurzaamheidsexpert Jasmien Wynants, juni 2023.
- Het FD artikel 'Voor het razend populaire TikTok-voor-kleren speelt duurzaamheid geen rol' door Simon Book, Christoph Giesen, Janne Knödler, 9 augustus 2022
- Follow the Money artikel ‘Fast fashion-bedrijf Shein is razend populair onder Gen Z maar schendt mensenrechten en verwoest het milieu’, door Daphne van den Berg, 1 augustus 2023.
- FashionUnited artikel ‘Agile supply chains: Shein, BCG and GoodOps discuss challenges and opportunities’ door Simone Preuss, 9 juni 2023.
- Delen van deze artikeltekst zijn gegenereerd met een kunstmatige intelligentie (AI) tool en daarna geredigeerd.
- Het FashionUnited archief en specifiek artikelen van Esmerij van Loon, Vivian Hendriksz en Nora Veerman.
- Video: Kan fast fashion duurzaam zijn? (juli 2020)
- Vervaagt de alllure van fast fashion? (2017)
- Slow fashion vs fast fashion (2013)
- Fast Fashion, Slow Fashion (2005)
- Dit is greenwashing (en de laatste stand van zaken)
- Van vezel tot kledingstuk: de ‘ technische opbouw’ van je kledingstuk
- Zo komt een collectie van een modemerk tot stand
- De toeleveringsketen in de modebranche en betrokken spelers
- Mode: hoe trends van de catwalk in onze kledingkast terechtkomen
- Het verschil tussen haute couture en confectiekleding
- Wat is de functie van modevakbeurzen en wanneer vinden ze plaats?
- Het verschil tussen haute couture en confectiekleding
- De rol van kleur in de mode
- Belangrijke cijfers waarop in de modebranche wordt gestuurd
- Jeans en denim: alles wat je moet weten over de spijkerbroek
- Wat is franchise nu precies?
- Retail en wholesale: wat is het, wie doet eraan in de mode en hoe zit het met prijsstrategie?
- Verschillende fysieke winkels: van multibrandstore tot pop-up en weidewinkel