De stralende zon en hoge temperatuur passen natuurlijk perfect bij de zomerse collecties die zondag en maandag tijdens vakbeurs Modefabriek werden gepresenteerd, maar door de eerste zonnige dagen was er minder traffic dan voorgaandeseizoenen in de gangpaden van de RAI in Amsterdam. Waarschijnlijk heeft meegespeeld dat de schoolvakanties in het noorden van Nederland ook nog hetzelfde weekend begonnen. 'Goede beurs, maar wel rustig,' klonk het vaak, want meer bezoekers op de beursvloer is beter. Of zoals Ben van Gaalen van Zenggi het verwoordt: "Je gaat na afloop toch liever met een volle agenda weer naar huis."
Het aantal bezoekers uit België leek ook iets lager, dat was waarschijnlijk vanwege de nationale feestdag. Het betekent niet dat er met Belgen geen zaken werden gedaan. Geertje van Roy, van het Belgische label Nathalie Vleeschouwer, debuteerde in het Appearance segment en merkt op dat een van haar eerste klanten op zondag een nieuwe klant was uit België. Het merk heeft in het thuisland meer dan zestig verkooppunten en zoekt nu expansie buiten de landsgrenzen. Van Roy: "We staan hier toch vooral om de Nederlandse markt aan te boren." Modeontwerpster Marcha Hüskes staat met haar label in een kleine stand in het Dutch Touch paviljoen en heeft, tot eigen verbazing, op zondag een nieuwe klant uit Duitsland ontmoet. "Die had ik toch eerder verwacht toen ik twee weken geleden op Premium stond in Berlijn."
De moderetailer uit Nederland is echter de belangrijkste bezoekersgroep van de Modefabriek. En die Nederlandse retailer, die heeft het momenteel zwaar, zo zegt vrijwel iedere exposant. "Consumenten bezuinigen, ze geven minder makkelijk geld uit," zegt ook Luc Dereu van schoenenmerk Noë (Appearance). Merken zien het als taak om retailers in crisistijd tegemoet te komen. "Je moet het samen doen," zegt Dereu. Met Noë biedt hij modezaken een aantrekkelijk geprijsd bijproduct. Noë heeft leren pumps met alle hakhoogtes en in tachtig verschillende kleuren.
Dereu: "Iedere vrouw wil pumps die passen bij haar nieuwe jurk, maar ze heeft daar niet nog eens 300 euro voor over." Schoenen van Noë kosten 100 tot 120 euro per paar en het merk heeft inmiddels ook twaalf (franchise) merkwinkels en over twee weken gaat de webshop van start. "Maar ik ga daarmee mijn retailklanten niet in de wielen rijden," verzekert Dereu, "online wordt alleen voorraad verkocht die door retailers niet is ingekocht." Het jeanslabel Wrangler (Blueprint segment) zoekt het in innovatie en heeft met 'Denim Spa' bijvoorbeeld een jeanslijn ontwikkeld met broeken die niet alleen leuk staan, maar ook de huid verzorgen. "Je moet een verhaal hebben, dat winkels kunnen verkopen," zegt marketing manager Sharon Kniest, "klanten iets extra's bieden zodat ze uit het enorme aanbod denimmerken het jouwe kiezen."
Nora Sopaheluwakan en Barbara van Seijen van Sarto Fashion vertellen hoe het bedrijf het merk Anotherwoman (Authentic segment) met succes opnieuw in de markt heeft gezet. Sarto heeft bijvoorbeeld de slogan 'feel good dressing' concreet gemaakt en levert ieder seizoen een nieuwe sladressing bij de collectie. Sopaheluwakan: "Leuk als cadeautje voor een goede klant of je zou als retailer een koopavond kunnen organiseren met een salad bar, verzin het maar." Het zit 'm volgens Van Seijen niet alleen in dit soort leuke extra's. "Je moet meedenken. Zo zijn vaste klanten van onze andere merken (o.a. Poools en Roberto Sarto) gewend om per stuk in te kopen. Die mensen kun je niet opeens dwingen om een heel pakket af te nemen, zeker niet in deze tijd. Ook al breng je - zoals wij nu sinds kort met Anotherwoman doen - een totaalcollectie."
"Klanten moet je koesteren," zegt ook wholesale manager Ben van Gaalen van Zenggi (Refined+ segment). "Tijdens het verkoopseizoen, maar ook daarna. Een tevreden klant is je beste ambassadeur. Dat geldt voor onze retailklanten net als voor de consumenten die bij ze komen kopen."
