Onvrede winkeliers om vroege verkoop communiekleding

De verkoop van communie- en lentefeestkleding begint steeds vaker al in december of de eerste week van januari, ondanks dat de feesten zelf pas in mei op de agenda staan. Om de concurrentie aan te kunnen, zeggen winkeliers, en omdat leveranciers meer druk beginnen uit te

oefenen, aldus het NSZ. Maar ook de klant wil de feestkleding steeds vroeger in huis hebben.

Winkeliers

willen landelijke start verkoop communie- en lentefeestkleding

Om een beter beeld te krijgen van wat winkeliers denken over de steeds vroegere start van de verkoop van communie- en feestkleding, hield NSZ een enquête onder 156 zaken gespecialiseerd in kinderkleding. 84 procent van de winkeliers die meededen met de enquête, zou het liefst pas beginnen met de verkoop van communie- en lentefeestkleding na de uitverkoopperiode in de eerste maand van het jaar. Daarnaast is 88 procent van de respondenten het erover eens dat de verkoop op een vooraf bepaalde datum moet beginnen. “Nu gaat die vroege start ten koste van de verkoop van de wintercollectie en de solden,” legt Christine Mattheeuws, voorzitter van NSZ, uit in het persbericht. Ook reclame voor de feestkleding zou pas vanaf januari mogen worden gemaakt, is de mening van het merendeel van de winkeliers.

Het Nederlandse label Monny heeft zich gespecialiseerd in communie- en lentefeestkleding. De kinderkleding wordt ingekocht door winkels in heel België en Nederland. Magda Rombouts, sales manager voor België, merkt dat de feestkleding steeds vroeger in de winkels ligt. “Communie- en lentefeestkleding wordt, net als alles in de mode, totaal uit zijn context genomen, en vroeger en vroeger verkocht. Toen ik jaren terug nog mijn eigen kinderkledingwinkel had, begon de verkoop pas na carnaval, later werd dat direct na de uitverkoop, maar tegenwoordig begint het al in december.” Rombout vertelt dat Monny niet anders kan dan steeds eerder hun collectie aan de winkels verkopen, omdat grote labels dat ook doen. “Als je niet mee op de trein springt, mis je de helft.”

Ouders willen als allereerste communie- of lentefeestkleding hebben aangeschaft

Ook voor consument is het aanschaffen van communie- en lentefeestkleding een race tegen de klok geworden.“Een meisje zegt tegen haar klasgenootjes: 'Oh, ik heb m'n communiejurkje al', waarop andere moeders ook direct een jurkje willen kopen. Het is toch een beetje 'mijn kind, mooiste kind',” vervolgt Rombouts haar verhaal. “En ouders geven veel uit aan communiekleding. Meer dan aan een dagelijkse outfit die toch maar onder een jasje zit of op de schoolbanken gedragen wordt.”

Nathalie van het Genkse Lanoo, een winkel in kinderkleding, vindt dat de consument steeds eerder vraagt om communie- en lentefeestkleding. “In de krant las ik dat leveranciers druk uitoefenen op winkeliers, maar het zijn juist de klanten die elkaar opjagen. Sterker nog, winkels die al vroeg in december communie- en lentefeestkleding verkopen, moeten wel de collectie van vorig jaar in de winkel hebben hangen. Nieuwe collecties zijn op dat moment nog niet beschikbaar.” Sommige klanten zijn het echter ook beu, aldus de onderneemster. “Steeds vaker vertelt een klant me zich voorgenomen te hebben niet mee te doen aan de gekte. Helaas voelen zij zich toch gedwongen om vroeg de winkels in te gaan, omdat anders alles weg is.”

In mei worden van oudsher de eerste communies gehouden, waarmee kinderen van zeven à acht jaar oud worden geintroduceerd bij de Katholieke Kerk. Thuis vieren families na aanleiding van de eerste communie traditiegetrouw een feest. Steeds vaker wordt als alternatief ook het lentefeest gevierd, waarbij kinderen eveneens mooi gekleed gaan. Magda Rombouts merkt niet dat de vraag naar communie en -lentefeestkleding recent is toegenomen, maar omdat mensen steeds minder achter de naaimachine zitten, is er weldegelijk een toename ten opzichte van een flink aantal jaar geleden. “De vraag naar feestkleding zal ook altijd blijven,” zegt Rombouts, “maar het is tegenwoordig allemaal wel wat sportiever, alledaagser dan de traditionele, klassieke stijl.”