Koos: Met tijdloze accessoires tegen de modewetten in

“Je bent gek,” werd er gezegd over Nynke Fennema’s merk Koos. En: “Daar is geen markt voor.” Inmiddels is het label met tijdloze collecties tassen en schoenen groot in Japan. En als ze bij Koos zin hebben om een theepot te maken, dan kan

dat ook gewoon. Nu is het tijd om Europa te veroveren.

Het begon

allemaal in Japan, waar Nynke Fennema woonde. Ze was freelancer in de mode. En Hema belde, of ze zin had in een nieuw project. Maar ze kreeg ook een erfenis, en besloot daarmee haar eigen bedrijf van de grond te tillen. Vanaf toen – zo’n tien jaar geleden – ging het vooral in Japan snel. Het merk heeft drie distributeurs en meer dan honderd verkooppunten. “Het land is natuurlijk gigantisch,” licht creative director Eline de Clercq, toe. “Maar soms zien we consumenten met schoenen van Koos rondlopen op straat. Vooral als ze een ouder model dragen, vinden we dat heel vermakelijk om te zien.”

Het merk heeft namelijk een visie die indruist tegen de huidige modewetten. De collecties staan los van trends. De modellen zijn het hele jaar verkrijgbaar, alleen de materialen en de kleuren kunnen verschillen door de seizoenen heen. Daarnaast doet het Koos-team vooral waar ze plezier uit haalt. “Als we een seizoen sjaals willen, doen we dat ook, of een theepot, kleine porseleinen huisjes, alles staat open.”

De collectie - van handgemaakte tassen en schoenen van suède en zacht buffelleer in beige, off white, roest en grijs - oogt clean en Scandinavisch, maar scoorde in Japan juist vanwege de zencultuur. Het draait om eenvoud en begon met de gedachte om een laars te ontwerpen met zo min mogelijk naden en zonder rits. Is het niet een probleem dat het minimalistische modebeeld al over zijn hoogtepunt heen lijkt? “Nee, de mode verandert. Koos is sober en eenvoudig, het past bij alles, bij jeans, bij jurken. Het is juist goed om de collectie te combineren met je eigen stijl.”

Vanwege de grote afzetmarkt in Japan, vindt de productie plaats in Bangladesh. “Daar begonnen we aan met flink wat tegenzin. En we waren ook heel naïef,” zegt De Clercq. Het Koos-team maakte de eigenaar van de fabriek duidelijk dat kinderarbeid niet geduld wordt, dat werknemers vakantiedagen moeten krijgen en om vijf uur een kopje thee kunnen drinken. Maar de onderneemsters schrokken zich dood toen hij antwoordde: “Prima, ik heb alle kinderen ontslagen.” Gezinnen zaten daardoor zonder inkomsten. Koos besloot te blijven en de boel te proberen veranderen door te investeren in opleidingen.

Nu is het tijd voor expansie in Europa. In het kantoor in IJmuiden creëerde het merk een showroom. En de onderneemsters reisden af naar de beurs Premium in Berlijn. Maar het motto van Koos blijft: ‘Shhh’. Uitbreiden hoeft niet in een rap tempo. “We zijn absoluut selectief,” zegt De Clercq over bij welke winkels het merk zal komen te liggen. Hoewel er commercieel gedacht wordt bij Koos, is het belangrijk dat er een ‘klik’ is met de retailer. Winkeliers moeten de producten kunnen testen in hun zaak. En of de winkel dan in Scandinavië ligt of in Spanje, dat maakt niet uit.