Het Belgische modelandschap is niet dezelfde als pakweg tien jaar geleden. Sterker nog – de modesector wordt geconfronteerd met nieuwe problemen zoals globalisatie, economische crisis, e-marketing en het sociale netwerk.Het Flanders Fashion Institute (FFI) ziet deze revisies niet noodzakelijk als een neerwaartse spiraal in de modebusiness, maar wil juist de kansen, toekomst- en groeimogelijkheden accentueren die deze omwenteling met zich meebrengt. Deze inzichten werden vertaald in de eerste editie van de internationale modeconferentie Fashion Talks die op 17 oktober 2013 plaatsvond in de Waagnatie in Antwerpen.
Het
FFI, geassisteerd door Design Platform Vlaanderen, bracht diverse internationale modeprofessionals samen voor een groot publiek van designers, retailers, pers en modefanaten om hen de laatste hernieuwingen en haute nouveautés wat de verschuivende mode-industrie betreft bij te scholen. Zo sprak Imran Amed – de editor en oprichter van de website Business Of Fashion over de noodzakelijkheid van het digitaal denken: “We hebben sociale media, mobile, video,… ideale kanalen om via een community je brand te verspreiden.” Digitalisatie is een van de vier steunpilaren van een succesvolle business anno 2013. Dit werd beaamd door andere professionals in sales en marketing: webshops en smartphone applicaties bieden namelijk tal van nieuwe kansen en perspectieven. Andere pijlers zijn storytelling, durven ondernemen en een goede, betrouwbare zakenpartner. Pierre Malleveys, stichter van een corporate finance adviesbureau citeerde ontwerper Narciso Rodriguez om de doorgroeimogelijkheden van een diplomatieke partnership te beklemtonen: “Calvin had Barry, Marc had Robert, Yves had Pierre Bergé. I’m very lucky today that I have Bob Wichser.”
Het
werd ook snel duidelijk dat gedrukte magazines en fysische modeshow ondanks de indringende digitalisatie nooit van de modekaart geveegd zullen worden. Modejournalist Tim Blanks, die elke belangrijke modeweek covert op Style.com liet ontvallen dat modeshows bijwonen de grootste, niet te digitaliseren privilege is. Ook marketingspecialiste Jo Jackson hield staande dat de effectieve, materiële allure van een fraaie lederen Burberry-jas of de designer zitruimte in een prestigieuze Hermès-boetiek nooit vervangen zou kunnen worden door een website of app, ondanks de functionaliteit en efficiëntie ervan.
Een andere interessante invalshoek vonden we bij Christopher Snyder, Design directeur bij Converse, die alle belangrijke eigenschappen van een icoon voor beginnende designers op een rij zette. Een iconisch product is uniek, passioneert de consument, is tijdloos en hoort te innoveren. Inspiratie en creativiteit zijn onontbeerlijke eigenschappen van een succesvolle onderneming. “You have to tell a story.” Stephen Burell, Fashion consultant en brand builder bij o.a. Ted Baker, draagt creativiteit ook hoog in het vaandel: “Mode moet geleid worden door creatieve mensen.” Met andere woorden: een merk moet bestaan uit een voltallig team waarin ieder zijn taak heeft. “Leiders moeten luisteren, motiveren en vooral empathie tonen, ze moeten ruimte geven aan ontwerpers die in werkelijkheid vrije geesten zijn met een missie en visie – zij moeten dan ook de kans krijgen om hun ding te doen. Een nauwgezet productie-, sales, - marketing- en financeteam moet zorgen voor de verkoop en opwinding rond het product. Er moet samen gestreefd worden naar slimme doelen.”
Zowel de Vlaamse regering als het koningshuis toonden buitengewone interesse: Minister-president Kris Peeters opende de conferentie met een welkomstwoord. Hij benadrukte het feit dat mode, zelfs meer dan kunst, met meer dan 20.000 werknemers in de branche een economisch zwaargewicht is in Vlaanderen. Koningin Mathilde vereerde de genodigden met haar aanwezigheid tijdens een van de gesprekken over het internationaliseren van Belgische mode tussen ontwerper Christian Wijnants, Annick Schramme en gerenommeerde Vlaamse modejournalist Veerle Windels.
