Studie wijst uit: veel Bengaalse fabrieken staan niet onder overheidstoezicht

Een studie die onlangs werd gepubliceerd door het Stern Center van de New York University (NYU) heeft uitgewezen dat de werkomstandigheden in veel fabrieken in Bangladesh erg onveilig zijn. De uitkomst is in strijd met eerder gepubliceerde informatie van de Bengaalse overheid dat 80 procent van de kledingfabrieken in het land voldoet aan de veiligheidsnormen.

Bangladesh telt ruim 7.000 kledingfabrieken, dat is ruim 65 procent meer dan eerst werd gedacht. Omdat veel van deze fabrieken niet officieel zijn geregistreerd, krijgen de werknemers geen bescherming van de overheid. Ook initiatieven die de situatie in deze sector moeten verbeteren, zoals de Bangladesh Accord for Fire and Building Safety en de Alliance for Bangladesh Worker Safety hebben volgens het onderzoek nog weinig verandering teweeggebracht. De organisaties hebben diverse Noord-Amerikaanse en Europese bedrijven ertoe gezet in vijf jaar tijd 100 miljoen dollar (92,4 miljoen euro) te doneren, maar volgens het Stern Center hebben beide initiatieven zich voornamelijk gericht op het helpen van directe exporteurs. Hierdoor is voor ruim 3 miljoen werknemers uit de industrie de situatie in de afgelopen jaren niets veranderd.

”Ons onderzoek laat zien dat de export een essentieel onderdeel is van de goedkope, grote kledingsector in Bangladesh,” zei Sarah Labowitz, die co-directrice is bij het Stern Center. “Grote merken zeggen wel dat ze streng controleren, maar in werkelijkheid moeten heel veel werknemers in kleinere fabrieken werken zonder bescherming van instanties.”

Het Stern Center roept merken, Bengaalse politici en vakbonden op aandacht te besteden aan de ernst van de situatie. De organisatie is van mening dat het verbeteren van de omstandigheden in de Bengaalse kledingindustrie alleen mogelijk is als al deze partijen een samenwerking aangaan.

De kledingindustrie in Bangladesh is volgens het rapport goed voor een jaarlijkse omzet van 24 miljard dollar (22,2 miljard euro). Van alle productie is 80 procent bestemd voor de export. In de sector zijn ruim 5 miljoen mensen werkzaam.