Bangladesh: 80 procent van de kledingfabrieken is veilig

De overheid van Bangladesh heeft onlangs gezegd dat ruim 80 procent van de kledingfabrieken in het land voldoet aan de veiligheidsnormen, daarbij verwijzend naar verbeteringen die zijn gezien na het dodelijke ongeluk in een Bengaalse fabriek twee jaar geleden.

Zo’n 1.475 kledingfabrieken zijn afgelopen jaar gecontroleerd en beoordeeld als onderdeel van een overheidsinitiatief dat wordt ondersteund door de Internationale Arbeidsorganisatie en de Canadese, Nederlandse en Engelse overheid. Ongeveer 81 procent voldeed aan de bouw- en veiligheidsvoorschriften, zo meldt Syed Ahmed, inspecteur van de fabrieken.

Van de andere fabrieken sluit de Bengaalse overheid er 37, omdat deze zich niet houden aan de voorschriften. Nog eens 209 kledingfabrieken hebben een waarschuwing gekregen omdat ze niet veilig genoeg zijn. Deze worden alsnog gesloten wanneer geen maatregelen worden genomen.

De kledingindustrie in Bangladesh, de tweede grootste ter wereld, wordt sinds de instorting van de Rana Plaza kledingfabriek in de Bengaalse buitenwijk Dhaka, waarbij 1.100 arbeiders om het leven kwamen, onder de loep genomen. Het ongeval heeft geleid tot een herziening van de veiligheidsnormen in de fabrieken, met een lijst van verbeteringen die honderden miljoenen euro’s kosten.

De kledingindustrie is het kloppende hart van de Bengaalse economie. De export van kleding levert het Aziatische land jaarlijks ruim 23 miljard euro op. Bovendien biedt de industrie ruim 4 miljoen inwoners een baan.