• Home
  • Nieuws
  • Fashion
  • New York Times steunt Pakistaanse textiel

New York Times steunt Pakistaanse textiel

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

New York Times steunt Pakistaanse textiel De Pakistaanse textielindustrie krijgt steun van de New York Times. Amerika's meest respectabele en invloedrijkste krant heeft gisteren in een redactionele column de huidige regering van Bush opgeroepen het islamitische land gemakkelijker toegang te verlenen tot de Amerikaanse markt. Onder invloed van de verkiezingsstrijd laat Bush zijn hoofd hangen naar de politiek sterke textielindustrie, ook al is deze bedrijfstak op sterven na dood.

De columnist refereerde aan het bezoek dat de Pakistaanse minister van handel onlangs bracht aan zijn Amerikaanse collega. Het Pakistaanse verzoek was van tevoren bekend: of de regering van Bush de onwerkbare importbelasting voor ondergoed en overhemden uit Pakistan wil verlagen en open wil staan voor vrij handelsverkeer met het overwegend islamitische land. Het antwoord was ook bekend: neen. Onder invloed van de roep om nationale veiligheid, kon de ontmoeting tussen beide ministers niet anders verlopen. De uitslag is tekenend voor de fundamentele houding van de Verenigde Staten ten opzichte van 's lands economische betrekkingen met leden van de oppositie in hun oorlog tegen terrorisme. Ook al zijn het opstandelingen binnen de eigen geloofswereld. Als Bush al een handreiking wil doen richting de islamitische wereld, wordt in de column gesteld, zijn er geen betere dingen die hij kan doen dan een grotere toegang verlenen tot de Amerikaanse handelsmarkt. Het exporteren van textiel is een kritische stap voor zogenoemde armere landen om volledig te kunnen participeren in de wereldeconomie.

De New York Times betreurt dan ook dat beide partijen niet nader tot elkaar zijn gekomen. Het verzoek van Pakistan is niet meer dan redelijk, vindt de krant, het land heeft het echter in voorkeur moeten afleggen tegen bescherming van Amerika's eigen textielindustrie. Deze sector wordt weliswaar niet langer levensvatbaar bevonden, maar heeft op politiek terrein nog flink wat in de melk te brokkelen. Met deze weigering aan het adres van Pakistan hebben Bush en zijn staf echter een kans gemist om hun woorden, toenadering te zoeken tot de harten en gedachten van de Islamistische wereld, kracht bij te zetten met daden, zo meent Amerika's eerste krant. Terwijl Pakistan zelf haar best doet toenadering te zoeken met Amerika en daarbij in diskrediet is geraakt bij fundamentalistische moslims in Irak en Afghanistan. Eén en ander moet gezien worden tegen het licht van januari 2005, wanneer textielquota voor exportlanden gaan verdwijnen.

Het land dat hier waarschijnlijk het meest van gaat profiteren is China. Maar voor Pakistan is textiel dé grootste industrie, bijna de helft van de bevolking is qua inkomsten afhankelijk van de textiel productie. De New York Times vraagt zich daarom af waarom de huidige regering geen werkbare economische betrekkingen wil aangaan met die enkele islamitische bondgenoten die het land rijk is. In plaats van het deze landen moeilijk maken door importquota te vervangen met onbillijke importbelastingen.

Van officiële zijde heeft de Bush-regering laten weten dat zij een vrij-handelsverkeer overeenkomst overweegt met Midden Oosten-landen. Deze overeenkomst zal alle soorten goederen betreffen. Uitbreiding met andere islamitische landen behoort niet de mogelijkheden.

New York Times
Textiel