Nearshoring naar Europa: fabrikanten van textielmachines zien vraag stijgen
bezig met laden...
Europese fabrikanten van apparatuur, variërend van borduurmachines tot textielsnijmachines, zien de belangstelling van kledingproducenten voor ‘nearshoring’ (dichter bij huis produceren, red.) toenemen. Wereldwijde toeleveringsketens die onder druk staan, leiden ertoe dat sommigen de productie weer dichter bij Europa brengen.
"Mensen zijn op zoek naar capaciteit in de buurt. Fabrieken in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten proberen hun capaciteit op te bouwen en te moderniseren", aldus Artur Kitta, hoofd verkoop Europa en Afrika bij Dürkopp Adler GmbH.
De naaimachinefabrikant uit Bielefeld, Duitsland, is verrast door de vraag van de kledingsector in en rond Europa, en ook in het Midden-Oosten, die momenteel zelfs groter is dan die van de technologiesector, aldus Kitta op de vakbeurs Texprocess eind juni in Frankfurt.
Lokaler en flexibeler
Sinds het begin van de pandemie zijn de toeleveringsketens in rep en roer en de situatie is tot nu toe niet gekalmeerd. De prijzen van zeecontainers blijven hoog en modebedrijven worstelen met de onzekerheid over hoeveel goederen ze van tevoren moeten produceren als snelle bevoorrading en levering niet langer gegarandeerd zijn. Deze onzekerheden zetten sommige bedrijven ertoe aan om te kijken of ze dichter bij de vraag kunnen blijven en flexibeler kunnen produceren, dat wil zeggen: sneller en in kleinere hoeveelheden.
Deze ontwikkelingen waren al voor het uitbreken van de pandemie aanwezig, maar hebben de afgelopen twee jaar opnieuw aan urgentie gewonnen.
"In de modesector zet de trend van maatwerk, dat wil zeggen de individualisering van kledingmaten, zich onverminderd voort", aldus Rolf Köppel, Segment Manager Textiel bij de fabrikant van snijmachines Zünd Systemtechnik AG.
Tegelijkertijd wordt nearshoring steeds populairder, wat kan worden verklaard door de onstabiele toeleveringsketens tussen Azië en Europa. Veel bedrijven zijn op zoek naar technologieën waarmee ze efficiënter en geautomatiseerd kunnen produceren in Europa of Amerika, aldus Köppel. "Dergelijke trends leiden ook tot investeringen in digitale snijtechnologie."
Technische innovaties drukken de kosten
Nearshoring wordt makkelijker gemaakt door technische innovaties. De toenemende automatisering maakt het mogelijk om sneller en met minder werknemers te produceren. Machinebouwers onderstrepen dit feit ook.
De machines van Zünd uit Altstätten, Zwitserland, zijn daar een voorbeeld van: de D3-snijder heeft twee koppen om het opliggende textiel te snijden en kan zo meer afwerken in dezelfde tijd. De snijmachine voert de rollen stof automatisch aan, terwijl de snijkoppen met behulp van een robot het textiel controleren. In de kledingsector zijn het vooral fabrikanten van sportkleding en bedrijven die gespecialiseerd zijn in confectie die gebruik maken van de éénlaagssnijmachines van Zünd. Ze zijn preciezer en kunnen een grote verscheidenheid aan textiel verwerken en snijden.
Ook de machines van het in Krefeld gevestigde bedrijf ZSK Stickmaschinen GmbH worden steeds efficiënter. Op Texprocess is een borduurmachine te zien die dikke naaigarens en dunne borduurgarens in één procesgang kan naaien. Eén machine vervangt dus de twee die vroeger nodig waren. Op de stand staat ook een prototype dat pas eind dit jaar op de markt komt: een borduurmachine waarvan de gepatenteerde technologie 2.000 steken per minuut mogelijk maakt, twee keer zoveel als de huidige marktstandaard.
"Dit betekent dat we dingen sneller kunnen produceren in Duitsland en ze niet langer naar Azië hoeven te sturen", aldus Frank Giessmann, Sales Director USA, bij ZSK Embroidery Machines. "We hebben nu veel klanten die vanuit Turkije of Azië terugkomen naar Duitsland." Maar meer over de namen van de fabrikanten wilde hij nog niet onthullen.
Herstel van de vraag
Toen het coronavirus in 2020 uitbrak, was er een sterke vraag van textielfabrikanten uit Zünd omdat zij overschakelden op de productie van mondkapjes, zei Köppel. Later nam de vraag af tijdens de pandemie, maar bij Zünd bloeiden de zaken in het interieursegment omdat veel mensen hun huis opnieuw inrichtten met banken, gordijnen en ander textiel. Maar nu ziet Köppel weer meer vraag vanuit de mode-industrie.
De zaken voor fabrikanten van textielmachines trekken sinds vorig jaar weer aan, zo blijkt uit cijfers van het Verband Deutscher Maschinen- und Anlagenbau e.V. (Duitse ingenieursvereniging). Tussen mei 2021 en april 2022 stegen de nieuwe orders voor Duitse producenten met 66 procent, en de verkoop steeg met 0,1 procent. De export groeide met acht procent tot 442 miljoen euro. Italiaanse machinebouwers noteerden ook een exportstijging van 12 procent tot 271 miljoen euro.
"Stabiele nieuwe orders na de pandemie-gerelateerde dalingen geven reden tot hoop," zei Elgar Straub, uitvoerend directeur van de branchevereniging VDMA Textile Care, Fabric and Leather Technologies, in een verklaring. "De gevolgen van de oorlog in Oekraïne, die nog steeds niet te overzien zijn, vormen echter een belangrijke factor van onzekerheid." Hij voegde eraan toe dat een verandering van de situatie nog niet in zicht is, gezien de stijgende grondstofprijzen, enorme leveringsachterstanden en moeilijke omstandigheden op het gebied van transport.
Trage verschuiving
De textielbedrijven aarzelen ook nog steeds om in nieuwe uitrusting te investeren. "Onze klanten zijn allemaal druk bezig, ze kopen alleen geen nieuwe machines, maar vernieuwen de machines die ze hebben", aldus Giessmann. "Dat zien we terug in de verkoop van reserveonderdelen, die de afgelopen twee jaar is gestegen, terwijl minder nieuwe machines worden verkocht."
Onder modebedrijven neemt de bereidheid om te investeren toe, maar orders moeten nog binnenkomen. "Mensen komen en tonen specifieke interesse, en velen verwachten een offerte in de week na de beurs," zei Kitta. Het valt echter nog te bezien hoeveel orders er zullen binnenkomen.
Machinebouwers verwachten dat de belangstelling voor nearshoring toe zal nemen, maar ze weten ook dat deze ontwikkeling tijd zal kosten. "Het onderwerp is heel belangrijk, dat is waar de business nu ontstaat," zei Köppel. Hij constateert een grote investeringsbereidheid binnen de modesector, maar het is nog niet ‘de grote verandering’ waar stoffeerders bijvoorbeeld al middenin zitten.
Aarzelingen
Het is niet alleen de kledingindustrie die aarzelt. Meer dan zeventig toeleveringsketen managers van toonaangevende bedrijven werden eind 2020 door het adviesbureau McKinsey ondervraagd. Veertig procent zei van plan te zijn over te schakelen naar meer lokale leveranciers, maar slechts vijftien procent had het plan een jaar later al in werking gezet.
Een van de weinige, maar prominente, kledingfabrikanten die hun productie weer hebben verplaatst, is het kledingbedrijf C&A, dat weer spijkerbroeken in Mönchengladbach produceert. Maar de mode-industrie is nog ver verwijderd van een wijdverbreide repatriëring van de productie. Zelfs als de productie bij C&A in Mönchengladbach op volle toeren draait, zou die slechts drie procent van het in Europa verkochte denim vertegenwoordigen.
"Het is een illusie te verwachten dat alle bedrijven in de komende vijf jaar naar Europa zullen terugkeren, er zijn gewoon niet genoeg mensen om dat te doen," zei Köppel. "Maar je ziet dat er hier in Europa en Noord-Afrika wordt geïnvesteerd in de nieuwe technologieën."
Langere levertijden
De uitbraak van het coronavirus leidde eerst tot een daling van de orders van kledingbedrijven, en nu zorgt de stijging van de vraag bij sommigen alweer voor langere levertijden.
"De pandemie heeft ons in de kledingsector echt hard geraakt, dus we hadden het geluk dat de automobielsector overeind bleef", aldus Kitta. "En nu beseffen we dat we de bestellingen niet eens kunnen bijhouden wat de leveringstermijnen betreft."
Het aantal orders van Dürkopp Adler neemt momenteel zo snel toe dat het bedrijf zijn capaciteiten, die tijdens de pandemie werden verminderd, niet even snel kan opvoeren. Dit is te wijten aan de verrassend hoge ordervolumes, maar ook aan leveringsproblemen, merkte de verkoopmanager op.
De wachttijd verschilt afhankelijk van het product, maar bedraagt momenteel tussen drie en twaalf maanden. Hiervoor was dat gemiddeld drie maanden.
Dit artikel is eerder verschenen op FashionUnited.DE. Vertaling en bewerking van het Duits naar het Nederlands: Eugenia Melissen Ferrer.