• Home
  • Nieuws
  • Fashion
  • Modeontwerper Patrick McDowell over duurzaamheid, fast fashion en Marie Antoinette

Modeontwerper Patrick McDowell over duurzaamheid, fast fashion en Marie Antoinette

Door Ole Spötter

bezig met laden...

Scroll down to read more
Fashion
Beeld: Patrick McDowell

Patrick McDowell is een opkomende Britse ontwerper. Zijn collecties bevatten vaak een politieke boodschap die op een speelse manier wordt uitgevoerd. Het thema duurzaamheid speelt voor hem altijd een belangrijke rol. Hij is hoofd design op het gebied van duurzaamheid bij het Italiaanse luxemerk Pinko en werkt voor zijn gelijknamige label met afgedankte stoffen en materialen van grote bedrijven als Swarovski en Manteco.

Voor zijn nieuwste collectie, die maandag werd gelanceerd, brengt hij de Franse koningin Marie Antoinette naar zijn geboortestad Liverpool en speelt hij in op de parallellen, maar de toch ook heel verschillende lagen. Ook voor deze collectie had hij sterke partners aan zijn zijde. In overeenstemming met de geboorteplaats van Antoinette gebruikte McDowell Tencel-vezels en garens van de Oostenrijkse vezelproducent Lenzing.

FashionUnited sprak met McDowell voor zijn show, die tijdens de London Fashion Week zou worden gepresenteerd maar werd uitgesteld vanwege het overlijden van de koningin. In het interview praat hij over overconsumptie, zijn samenwerking met Pinko en de nieuwe collectie.

Waar denk je nu aan?

“Het wordt me steeds duidelijker dat het verschil moet worden gemaakt op het gebied van de modellen en de manier waarop we mode consumeren, niet alleen in het ontwerp. Als creatieveling kan ik niet zomaar ontwerpen zonder er dieper over na te denken. Daarbij worden ideeën altijd gecombineerd met oude dingen uit het verleden - een mix van mijn grootmoeders’ inspiratie met nieuwe technologieën.”

“Daarbij gaat de duurzame aanpak gaat verder dan de keuze van materialen. Duurzaamheid gaat niet alleen over stoffen. Het is een holistische kwestie: je moet mensen ook eerlijk behandelen en aan gelijkheid denken. Al deze dingen maken deel uit van duurzaamheid. Soms is de vraag: waar te beginnen? Er zijn zoveel dingen te doen. Maar iedereen moet ergens beginnen en zijn best doen.”

Hoe ga je om met grote bedrijven die misschien niet zo duurzaam zijn als ze beweren?

“Het kernpunt is altijd dat echte duurzaamheid in feite betekent dat je dingen maakt die een nieuw leven kunnen krijgen of van natuurlijke materialen zijn gemaakt. Dat is echt moeilijk te bereiken met kleding. Deze bedrijven zijn gericht op het verkopen van grote hoeveelheden en het verhogen van hun winst.”

“Zolang deze bedrijven zich niet realiseren dat zij de manier waarop zij winst maken moeten veranderen - zij moeten iets doen aan de constante stroom van nieuwe collecties - zal het geen verschil maken. Zelfs als het spul beter is, pakt dit het grotere probleem niet aan.”

'Marie Antoinette Goes to Liverpool'. Beeld: Lorenzi Berni

En op dit moment is duurzaamheid in de mode…

“We proberen altijd te raden wat mensen willen voordat we het maken. Als we alleen zouden maken wat mensen echt willen kopen, zou dat de overproductie aanzienlijk verminderen. Dit zou ook verspilling van stoffen voorkomen en wij zouden meer tijd hebben om het productieproces te verbeteren.”

“Deze veranderingen zouden echt grote gevolgen hebben, omdat deze het inkoopproces volledig zouden veranderen. Maar dat vereist een grote inzet van de bedrijven en deze zijn daartoe niet bereid. Dat hebben we gezien tijdens de pandemie. Ze hadden de kans om het te doen, maar in plaats daarvan namen ze genoegen met dingen waarmee ze vertrouwd zijn. Dat is een grote schande.”

Beeld: Lorenzi Berni

Je bent actief bij Pinko als hoofd design voor duurzaamheid. Waren er zorgen vóór de samenwerking?

“Bij Pinko heb ik het geluk dat ik mijn creativiteit de vrije loop kan laten. We beginnen elk seizoen met een paar ideeën. Het eerste seizoen ging over Kerstmis, bij de tweede werkten we samen met een militair bedrijf en bij de derde wilden ze de nadruk leggen op denim, dus gebruikten we alleen tweedehands denim. Maar ik ben me er ook van bewust dat wanneer ik met merken werk, het ook voor hen moet werken en niet alleen voor mij - ik werk voor klanten.”

Wat is de betekenis van de collecties die je maakt voor klanten als Pinko?

“Het mooiste is uiteindelijk dat mensen het kledingstuk kopen, het in hun kast hangen en er een eigen betekenis aan geven die afwijkt van de insteek van de shoot voor een bepaalde campagne. Het wordt een deel van hen. Als ontwerper is het heel bijzonder om deel uit te maken van die reis. Het is zoiets intiems dat je letterlijk op je eigen lichaam draagt. Het is anders dan kunst die je vanaf een muur bekijkt, veel persoonlijker. Ik praat er niet zo vaak over omdat ik het altijd over duurzaamheid heb, maar voor mij is dat een van de mooiste dingen aan kleding - dat je het koopt, liefhebt en voor altijd draagt, in tegenstelling tot mode die alleen voor het moment leeft.”

Voelt u zich soms te veel gedwongen om volgens duurzame principes te werken?

“Het is de rode draad die door alles heen loopt. In een ideale wereld is het gewoon iets dat in elk bedrijf op de een of andere manier gebeurt, en hoeven we er niet zoveel over te praten. Maar het is ook gevaarlijk om dat te zeggen, want het is vergelijkbaar met homorechten...Als mensen zeggen: waarom moet je uit de kast komen en mensen vertellen dat je homo bent? Omdat de strijd nog niet voorbij is en de mensen het nog moeten horen.”

“Ik ben blij voor de mensen die naar me luisteren en ik vind het fijn dat ik deel uitmaak van dat discours. Maar ik ben nog steeds bang dat ik niet alles perfect doe en dat iemand me zal uitschelden voor dit en dat. Uiteindelijk moet je beseffen dat niemand perfect is - maar je moet je best doen.”

Duurzaamheid speelt een belangrijke rol, vooral voor de jongere generatie. Maar je hebt ook fast-fashion leveranciers zoals Shein die sterk groeien. Hoe past dat bij elkaar?

“Gen Z is geïnteresseerd in duurzaamheid, maar zij zijn ook een van de grootste klanten van deze grote fast-fashion merken. Dus of deze mensen vertellen steeds een ander verhaal - waarbij ze vooral praten over duurzaamheid en ergens andere winkelen, of het zijn gewoon twee verschillende groepen mensen.”

Beeld: Lorenzi Berni

Hoe stoppen we deze fast-fashion koopwoede?

“Ik weet niet hoe we het probleem van fast fashion kunnen oplossen, maar digitale mode zou kunnen helpen. Dus het maken en dragen van digitale mode, in plaats van deze te kopen bij andere bedrijven. Maar sommige mensen kopen deze dingen en en gooien ze binnen de kortste keren bij het vuilnis. Ik denk dat het komt omdat de prijs zo laag is, en hij is nog nooit zo laag geweest als je kijkt naar de geschiedenis van de kledingprijzen.”

Voor klanten met lagere inkomens kunnen de prijs van duurzame producten een conflict worden…

“Omdat ik uit een arbeidersmilieu kom, ben ik me ervan bewust dat sommige mensen eens per maand of eens per week ontsnappen door hun geld in een van deze fast fashion retailers te steken, zich geweldig te voelen in deze dingen en uit te gaan met het weinige geld dat ze hebben. We moeten echt oppassen dat we deze dingen niet meteen verwerpen - dat is een voorrecht dat we hebben. In de mode-industrie vergeten we soms dat veel mensen in de wereld niet zoveel geld hebben. Dat is natuurlijk ook de reden waarom deze winkels het zo goed doen.”

“Het hele model van hoe we kleding produceren werkt niet. Dat de trui 2.000 euro kost, betekent niet dat hij goed is voor de planeet. Natuurlijk gooi je het minder snel weg en hoop je dat het beter gemaakt wordt, maar een product is niet direct duurzamer omdat het duur is. Iedereen zou in zijn eigen kledingkast moeten kijken naar wat ze al hebben, en bedenken wat ze ermee kunt doen, of ze van een lange jurk een korte kunnen maken, of van een laken bijvoorbeeld een Halloween-kostuum. De huidige klimaatverandering en de pandemie zijn al erg genoeg. Wat is het nut van al die kleren als je huis overstroomt?”

Dus we hebben allemaal te veel kleren in onze kasten?

”Mijn grootmoeder, die uit een arbeidersmilieu kwam in Lancashire, Engeland, had een goede outfit voor de kerk op zondag, werkkleding en misschien een of twee andere outfits en dat was het. Zo ver hoeven we niet te gaan, maar in die tijd waren het alleen de echt rijke mensen - een kleine groep - die meerdere keren per dag van outfit wisselden. Wij hebben ons daar waarschijnlijk door laten inspireren, en nu heb je iets wat je draagt naar de sportschool, iets voor op het werk en iets voor thuis, en je verandert steeds.”

“We moeten weer verliefd worden op kleding en een emotionele reactie krijgen. Onlangs zag ik een tas die me deed denken aan "The Devil Wears Prada". Toen ik jonger was, keek ik zo vaak naar de film terwijl ik tasjes naaide om te verkopen. Als we er allemaal voor zouden zorgen dat alles wat we kopen een emotionele respons oproept, zou dat een ervoor zorgen dat onze garderobe anders wordt. Een belangrijk onderdeel van duurzaamheid is dat je echt verliefd wordt op de stukken die je koopt.”

Hoe verwerkt u deze aanpak in uw ontwerpproces?

“Als ik samenwerk met andere modemerken, gebruik ik hun kledingstukken en stoffen van het vorige seizoen. Ik herschep de materialen met de gedachte: waarom nieuwe dingen maken als deze dingen al bestaan? En dat is niet om mensen die nieuwe dingen maken in diskrediet te brengen. Ik heb altijd het gevoel dat dingen al bestaan en dat ik daarmee moet beginnen. Toen we met Katharine Hamnett werkten, bedrukten we kledingstukken die ze al had en gebruikten we een niet-giftig zeefdrukproces. Het gaat altijd om het vinden van verschillende manieren.”

En wat gebruikt u voor uw eigen collectie?

“Voor mijn hoofdcollecties werk ik met Taroni zijde, Manteco wol (gerecycleerd wol) en Swarovski. Ik gebruik deze producten, die de merken niet kunnen verkopen omdat ze iets mankeren. Met het topniveau waarop deze merken werken, telt elk detail en leidt een minimale afwijking niet tot een verkoop. Het moet gewoon perfect zijn. Het is voor mij een waar genoegen om deze plaatsen te bezoeken en dit ongelooflijke materiaal te gebruiken dat anders misschien niet zou worden gebruikt. Soms vragen de kleermakers binnen of ze om de defecte delen heen moeten snijden, maar soms kunnen we ze zo plaatsen dat ze in het ontwerp passen. Bij Patrick McDowell heroverwegen we graag de normale werkwijzen en vragen we ons af of we dit doen omdat we denken dat het moet of omdat we het echt willen.”

Beeld: Lorenzi Berni

Hoe komt het dat je deze houding hebt?

“Het begon allemaal toen ik dertien was. Ik wilde een nieuwe schooltas en mijn ouders wilden er geen kopen. Dus naaide ik het met de hand van een spijkerbroek. En toen begon ik oude stof te gebruiken uit een stoffenwinkel in Liverpool. Ze verkochten het einde van een rol en defecte stoffen, wat veel goedkoper was dan de normale stoffenwinkels. Ik verkocht de tassen, die allemaal dezelfde vorm hadden, maar elk exemplaar kreeg een andere stof - dat maakte het interessanter voor de mensen en gaf hun een speciaal gevoel.”

Terug naar het heden. Wat kunnen we in de huidige collectie verwachten?

“Ik breng elk jaar een collectie uit en de volgende gaat over Marie Antoinette die naar Liverpool komt. Het gaat over het verhaal van Marie Antoinette, een onbegrepen persoon, en dat meng ik met mijn huis. Soms pas ik niet meer in mijn huis en ik pas niet per se in Londen.”

Hoe ziet Marie uit Liverpool eruit?

”Veel strikken en erg veel glitter. Vroeger ging het allemaal om extremen, enorm haar en enorme kragen. Het hof was als een modeshow: Wie draagt wat, van welke vogels zijn de veren en hoe groot is het haar? En zo is het ook een beetje in Liverpool. Het draait allemaal om overdaad, wat je draagt, de make-up, hoe groot je haar is en hoe lang je nagels zijn, hoe kort en sprankelend je jurk is. Al deze dingen zullen altijd iets in mij losmaken omdat ik als kind naar deze vrouwen keek - daarom wilde ik in de modebranche werken. Ze trekken deze kostuums aan en worden verschillende mensen.”

Uw collecties hebben een zeer persoonlijke, maar ook politieke invloed…

“Het was een van die dingen die me opvielen toen ik stage liep bij Burberry. Ik merkte dat mijn stagevrienden en ik allemaal van verschillende scholen kwamen en verschillende dingen deden, maar we besteedden allemaal tijd aan onderzoek voor onze teams en gebruikten dezelfde afbeeldingen en websites. Ik vond dat niet zo leuk.”

“Dus een onderdeel van duurzaamheid is volgens mij je eigen onderzoek doen. Toen begon ik aan mijn laatste collectie, gebaseerd op mijn eigen familiegeschiedenis: Mijn vader beklom de Mont Blanc, en ik ontwikkelde het idee dat ik met hem klom toen ik zes jaar oud was. Ik probeerde uit te gaan van een echt persoonlijk verhaal. Soms denken mensen: wie kan het wat schelen? Maar op de huidige manier is het interessanter om een echt persoonlijk verhaal te vertellen dan iets heel algemeens, zoals geïnspireerd worden door een vlinder en daar een jurk van maken. Ik wil horen wie mensen zijn, waar ze vandaan komen, wat ze doen en wat hun persoonlijke verhaal is.”

“We moeten aan iets nieuws denken. Dit is ook een probleem dat ik soms heb met studenten die ik lesgeef: ze kijken naar wat iemand in het verleden deed en daarmee succes had. Maar dan blijf je altijd in het verleden. Natuurlijk deed Alexander McQueen toen zijn ding en was hij geweldig, maar dat is voorbij, dus nu moet je je afvragen wat de nieuwe McQueen vandaag de dag zou doen.”

Welke tips heb je voor de volgende generatie?

“Wees niet bang om anders te denken en beperk jezelf niet. Ik zie zo vaak mensen die proberen een stijl te hebben zonder alles te proberen. Maar dat is wat je moet doen als je begint, en vinden wat voor jou werkt. Zelfs ik heb nog zoveel te proberen, dat hebben we allemaal. Loop jezelf niet in de weg en laat je vrij ontwikkelen.”

Dit artikel is eerder verschenen op FashionUnited.DE. Vertaling en bewerking van het Duits naar het Nederlands: Eugenia Melissen Ferrer.
Patrick McDowell
Pinko
SS23