Model in run voor presidentschap bedreigd

Ze was het allereerste zwarte supermodel. Maar sinds de prinses kenbaar heeft gemaakt dat ze president wil worden van Burundi, is zij met de dood bedreigd. Esther Kamatari wil het straatarme land verlossen van de etnische onlusten tussen Hutu's en Tutsi's. "Wie eten en werk heeft en gezond is, zal niet wakker worden met de wens iemand af te maken", zegt Kamatari. Zij is altijd in het wit gekleed en is behalve heel mooi, ook een nicht van de laatste koning van Burundi. In 1964 werd haar vader, de broer van koning Mwambutsa IV, vermoord. In 1970, amper 19 jaar oud, ontvluchtte het nichtje van de laatste koning van Burundi noodgedwongen het land richting Frankrijk. "Ik moest m'n brood verdienen en belde naar modeontwerper Paco Rabanne met de vraag of hij nog een mannequin nodig had," vertelt ze. Rabane zei ja, en daarmee werd Kamatari het eerste zwarte model op de Parijse catwalks. Bijna 20 jaar draaide ze mee op het hoogste niveau, waarmee ze in het door blanke vrouwen gedomineerde wereldje de weg effende voor collega's als Naomi Campbell, Imam Bowie en Alek Wek. Volgens het voormalige model begonnen de dreigementen vanwege haar gooi naar het presidentschap, nadat ze steunbetuigingen had ontvangen uit haar moederland. Maar de dreigementen zullen haar niet afschrikken. "Ik ben niet bang voor mezelf," zegt de moeder-van-drie en oma-van-vier, "Ik ben vaker bedreigd, ook met de dood. Ik heb het verdriet om de dood van mijn vader overleefd, hij was net zo oud als ik nu toen hij werd vermoord. En er zijn meer familieleden van mij vermoord. Waarom zou ik bang zijn als al zoveel mensen in Burundi zijn gestorven. Bovendien geloof ik, dat wanneer het je tijd is, het je tijd is." Het supermodel liep in de jaren zeventig en tachtig op de catwalks om merken als Christian Dior en Yves Saint Lauren aan het grote publiek te tonen. Maar nu is ze vastbesloten om haar luxe leven in Parijs op te geven ten gunste van haar geboorteland. "Het is tijd om iets terug te geven aan mijn land, aan mijn volk," zegt Kamatari. "Je kunt het vaderlandsliefde noemen als je dat wilt. Ik wil geen macht, ik wil dingen veranderen. Ik ben erg gelukkig geweest in mijn leven, maar hoe kan iedereen gelukkig zijn wanneer anderen lijden. En het volk van Burundi lijdt." De naam van Kamatari's politieke partij is 'Abahuza', hetgeen 'mensen binden' betekent. Abahuza is een partij met een politiek van de derde weg. "Alles in dit land wordt gedomineerd door de tegenstellingen tussen Hutu's en Tutsi's, een conflict dat al zo'n 300 duizend mensenlevens eiste. Wij zeggen nu: vergeet dat. Laten we proberen vreedzaam te leven, net als in de 500 jaar dat mijn familie het land regeerde," zegt Esther Kamatari. En dat is meteen haar belangrijkste agendapunt: het opnieuw installeren van de monarchie, met haar broer prins Godefrois Kamatari aan het hoofd en zichzelf als president. "Onze partij is nieuw. Er kleeft geen bloed aan onze handen. We zijn de enigen die in naam van alle Burundezen kunnen spreken," vervolgt de presidentskandidate. De presidentsverkiezingen in Burundi begin volgend jaar, zijn de eerste vrije verkiezingen sinds tien jaar.