Kleurkennis essentieel bij kledingkeuze

'Wat zie jij er goed uit!' Wie hoort die woorden niet graag? Maar denk nu niet dat zo'n uitspraak alleen maar volgt op op een nacht waarin u goed geslapen hebt of na een zitting op de zonnebank. Het is vaak de kleding die een belangrijke rol speelt wanneer iemand er goed uitziet en de kleur van die kleding is van doorslaggevend belang. Tijd voor een gesprek met een kleurconsulent. ColourCoaching is de naam van het kleuradviesbureau van Jorien Schaap en Edith Koetsier in Amsterdam. Het zelfstandige bedrijf is aangesloten bij het internationale Color Me Beautiful Image Consultants dat kleurconsulenten opleidt en wereldwijd mensen van kleur- en stijladviezen voorziet. Jorien Schaap, zelf voor de gelegenheid gestoken in een helblauwe combinatie, heeft een feilloos kleurgevoel en weet precies wat mensen wel of niet staat. Met verbazing kijkt zij naar seizoen- en modekleuren en de tinten van kledingcollecties die in veel winkels hangen. "Het aanbod is op het gebied van kleur vaak zo beperkt," constateert zij. "Het is al moeilijk genoeg om kleding te vinden die goed past, maar als de mode kleuren voorschrijft die slechts bij een klein deel van de bevolking passen, wordt het kopen van kleding wel heel moeilijk." De kleurconsulent pleit dan ook voor een gevarieerd kleuraanbod. "Ook zou het geen kwaad kunnen als winkelpersoneel, inkopers én stylisten, meer kennis van kleur zouden hebben. Goed kleuradvies zorgt ervoor dat een klant op de lange duur gelukkiger is met een aankoop. Gelukkiger dan wanneer deze iets 'hips' koopt wat eigenlijk niet staat. Bovendien, een tevreden klant komt terug." In Groot Brittannië werkt het moederbedrijf bijvoorbeeld al samen met een aantal kledingketens. Daar maken Marks&Spencer, Next, Tesco en Dorothy Perkins gebruik van de adviezen van Colour me Beautyful. Zwart kleedt af Hoe snel men zich bij kleurkeuze kan vergissen toont zij aan met foto's. "Vaak denkt men dat je met zwart niet de fout in kunt gaan. Die kleur kleedt af, valt niet zo op en is toch hip. Dat is niet altijd waar." Zij legt uit: "Je kunt bij mensen twaalf basistypes onderscheiden. Slechts zes van die twaalf zien er goed uit als zij iets zwarts aantrekken. De andere types staat het helemaal niet, zoals bijvoorbeeld lichtblonde mensen. Wie een lichte haarkleur heeft zou ook niet al te donkere kleuren moeten dragen, dan wordt het een harmonieus geheel, en ziet zo iemand er veel beter uit." Maar de haarkleur is slechts een van de factoren waar een kleurconsulent naar kijkt. De kleurconsulent onderscheidt drie aspecten waar zij op let. Allereerst het verschil tussen lichte en donkere kleuren. Om deze in te delen worden kleuren met grijstonen vergeleken. Iedere kleur is als grijstint te typeren, variërend van heel licht tot heel donker. Jorien: "Op dezelfde manier kun je naar mensen kijken. Ook mensen kunnen licht zijn of juist donker. Naast de haarkleur is de kleur van de ogen bepalend. Zo is iemand met donker haar en lichte ogen minder 'donker' dan iemand met donker haar en donkere ogen." Mensen zijn op hun mooist wanneer zij kleuren dragen die ongeveer dezelfde grijsnuance of pigmentatie hebben, dus net zo licht of donker zijn, als zij zelf. Een tweede aspect waar zij op let is of een kleur helder is of juist mat. Heldere kleuren zijn de meest ongemengde primaire kleuren, dus geel, rood en blauw en de secundaire kleuren: groen, paars en oranje. Een kleur wordt matter naar mate je meer moet mengen om tot de eindkleur te komen. Matte kleuren weerkaatsen ook minder licht dan heldere kleuren. Deze verdeling is eveneens op mensen van toepassing. "Als er veel contrast in een gezicht zit, iemand heeft bijvoorbeeld donkerblond haar en lichtblauwe ogen, dan noem ik dat een helder, of in dit geval vaak warm, uiterlijk," zegt Jorien. "Hetzelfde geldt voor mensen met donker haar en lichte ogen. Zij hebben daardoor een heldere of felle uitstraling en zien er het beste uit wanneer zij felle kleuren dragen of sterk contrasterende combinaties als zwart en wit. Daar tegenover staan de mensen wier ogen ongeveer dezelfde kleur hebben als hun haar. Zij hebben een veel zachtere uitstraling en zijn mooier in zachte tinten. Deze mensen komen beter tot hun recht in kledingcombinaties die niet fel contrasteren en 'ton-sur-ton' zijn." Het derde kleuraspect, is de indeling naar warm of koel. Warme kleuren hebben gele ondertonen, en een koele kleur heeft een blauwe onderstroom. Het lijkt klip en klaar, maar dat blijkt bij veel mensen toch moeilijk te zien. Veelvuldig zonnebankbezoek kan bijvoorbeeld een 'vergelend' effect hebben. "De diepe tonen in de huid, waar ik op let, zijn alleen te zien bij daglicht en wanneer je een warme of juist intens koele kleur bij het gezicht houdt. Bij een combinatie van tegengestelde ondertonen in kleding en huid kan je er heel moe uitzien. Alle vlekjes en kringen worden geaccentueerd. Andersom werkt het ook. Wanneer je wel de goede ondertoon draagt ontstaat er rust in het gezicht en zie je er meteen beter uit." Kleurpaspoort Als al deze aspecten (donker of licht, helder of zacht, warm of koel) de zijn vastgesteld, kan iemand worden ingedeeld naar een van de basiskleurtypes. Deze types zijn vernoemd naar de vier seizoenen en de kleuren die daarbij horen. Te beginnen met het lentetype dat verbonden wordt met warme heldere kleuren, het zomertype met koele gedempte tinten, herfst verbindt men met warme gouden kleuren en bij de winter horen tinten die koel en helder zijn. Deze vier zijn vervolgens weer opgesplitst in 12 basistypes die ieder seizoenstype verder specificeren. Op basis daarvan stelt de kleurconsulent een kleurpaspoort samen met 36 geschikte kleuren voor kleding en cosmetica. Het kleurpaspoort dient als hulpmiddel om in winkels gemakkelijk de keus te kunnen bepalen. "Mijn cliënten willen voor eens en voor altijd weten wat hen wel en niet staat," zegt Schaap. "Zij willen vooral af van het getob over kleding, zodat het kiezen simpeler wordt." Na een kleurconsult weet de cliënt hoe passende kleuren te herkennen en deze te combineren met andere kleuren. waardoor iemand gerichter kleding kan kiezen. Hierdoor zal blijken dat in het ene seizoen veel kleding in geschikte kleuren wordt aangeboden en dat het volgende seizoen 80% van de collecties voor die persoon ongeschikt is. De kleurexpert denkt dat kledingwinkels hierin een belangrijke rol zouden kunnen spelen. Jorien: "Steeds meer mensen weten inmiddels wel of zij een lentetype of een herfsttype zijn. Winkels zouden hun collectie daarnaar kunnen rangschikken, daarmee help je mensen enorm en verkoop je meer. Daarnaast zou het kleuraanbod in de winkels moeten worden verbreed en minder modeafhankelijk zijn. Maar het is natuurlijk de vraag of dat mogelijk is. Ideaal lijkt mij wanneer bijvoorbeeld van een bepaalde modekleur verschillende nuances zouden worden aangeboden. Het babyroze wat vorige zomer populair was en lang niet iedereen staat, zou zowel in een superlichte maar ook in een donkerdere variant kunnen worden verkocht." Daglicht "Het basisprobleem in kledingwinkels is het licht." In de meeste winkels hangen lampen met 'warm' licht. Dergelijk licht is vaak sfeerbepalend, maar het nadeel is dat kleuren niet goed te zien zijn. Dat gaat soms zo ver dat je zwart niet van donkerblauw kunt onderscheiden. "Eigenlijk zou in iedere winkel daglicht moeten zijn," zegt de kleurconsulent. Daglicht of het licht van een speciale daglichtlamp, die zij ook in haar kantoor heeft hangen, is koeler en minder prettig dan warm licht. "Maar bij daglicht kan een verkoper veel beter naar zijn klanten kijken en goed zien wat iemand staat." Volgens Jorien zou er al veel gewonnen zijn wanneer in winkels onderscheid wordt gemaakt tussen warme en koele kleuren en wordt gekeken naar die ondertonen bij de klanten. "Het is moeilijk om te zien, maar je kunt daarmee het meest de mist ingaan. Als je een koele huid hebt en je draagt warme kleuren, bijvoorbeeld oranje, dan zie je er heel slecht uit en krijg je de neiging om onder de zonnebank te gaan. Terwijl, als je de goede kleuren draagt, die zonnebank helemaal niet nodig is. En het werkt ook andersom, een warme huid gecombineerd met koele kleuren ziet er slecht uit." Het is overigens aan te raden om bij de kleurenkeuzes geregeld een man te consulteren. Mannen, als zij tenminste niet tot de 10% behoren die kleurenblind zijn, blijken namelijk een veel beter kleurgevoel te hebben dan vrouwen. "Over het algemeen laten mannen zich minder beïnvloeden door mode. Zij blijven daardoor dichter bij hetgeen zij mooi vinden. En de kleuren die een vrouw echt, van jongs afaan heeft mooi gevonden, dat zijn vaak de kleuren die haar het beste staan."