Katoendiscussie tijdens WTO

De conferentie van de World Trade Organisation staat dit jaar voor een groot deel in het teken van de katoenteelt. Aan de conferentie in Hong Kong doen zo'n 150 landen mee, waaronder Nederland. Doel van de onderhandelingen is onder andere overeenstemming te bereiken op het gebied van handelsverdragen en landbouwsubsidies. De hoge subsidies die de VS haar eigen katoentelers geeft, is voor met name de katoensector in West-Afrika een doorn in het oog. Door de hoge subsidies van de VS ontstaat er een overschot en daalt de prijs van katoen. Voor katoentelers in West-Afrikaanse landen als Benin, die vaak maar een tot twee ton katoen produceren, is de teelt zo niet langer rendabel. Amerika geeft per jaar zo'n 4 miljard dollar subsidie aan zijn 25 duizend katoentelers. Hierdoor maken telers in West-Afrika volgens de Afrikaanse regering niet langer een kans. In West-Afrikaanse landen zijn 10 miljoen mensen van de katoenteelt afhankelijk. De Afrikaanse regeringen willen dat de VS eind volgend jaar 80 procent van haar subsidies heeft afgeschaft. De resterende twintig procent moet in de daaropvolgende twee jaar worden afgeschaft. De VS willen echter niet verder gaan dan een afschaffing van 60 procent. Wel zijn ze bereid steun te bieden aan de Afrikaanse katoenlanden van 7 miljoen dollar. Maar de katoentelers en ontwikkelingsorganisaties vinden dit veel te weinig. '60 procent van de actieve bevolking is van katoen afhankelijk. 40 procent van onze export bestaat eruit', zegt Pascal Houssou, een hoge ambtenaar op het handelsministerie in de Volkskrant. 'Benin en de andere West-Afrikaanse katoenlanden Burkina Faso, Mali en Tsjaad lopen door de Amerikaanse subsidies jaarlijks 250 miljoen dollar aan inkomsten mis'. De conferentie duurt tot en met 18 december, dan hoopt men overeenstemming over het onderwerp te hebben bereikt.