Griet Depoorter: “Voor Wolvis laat ik me verrassen door het eindresultaat.”

Breigoedlabels komen en gaan, maar dat geldt zeker niet voor de Belgische Griet Depoorter. Met Wolvis brengt ze sjaals op de markt die tot de verbeelding spreken met bijzondere patronen en kleuren. Nu het herfst/winter seizoen is aangebroken, tijd voor een kennismaking met Wolvis.

Vele beginnende creatieve ondernemers maken van hun hobby hun beroep. Ben jij ook zo te werk gegaan voor Wolvis?

Griet Depoorter: “Wolvis is geleidelijk aan gegroeid. Na mijn opleiding ingenieur-architect ben ik in 2010 aan een modeopleiding begonnen in Sint-Niklaas, waar ik in mijn derde jaar experimenteerde met breigoed. Het was een tijdrovend proces omdat ik alles met de hand deed. Dat veranderde nadat ik een breimachine cadeau kreeg. Voor ik het wist had ik een kleine collectie sjaals gemaakt voor vrienden en familie. De reacties waren zo positief dat ik besliste een eerste collectie te maken voor een groter publiek. Naarmate winkels ook interesse begonnen te tonen, ben ik op zoek gegaan naar een breiatelier om de productie uit te besteden. Een beslissing waar ik tot op vandaag geen spijt van heb.”

Hoe is die zoektocht verlopen?

“Ik ben bewust op zoek gegaan naar een breiatelier in België om duurzame redenen. Er is veel knowhow rond breien in België. Door samen te werken met een lokale producent kan ik het productieproces van dichtbij opvolgen en snel bijsturen. Daarnaast vind ik het ook belangrijk om het aantal tussenpersonen tussen de producent en de consument zo laag mogelijk te houden, zodat de transportkosten en levertijd beperkt blijven. En dat lukt dankzij de hulp van een familiebedrijf in West-Vlaanderen, gerund door twee neven.”

De laatste jaren is de breigoedmarkt zeer populair geworden. Hoe onderscheid je je van de andere labels?

“Ik probeer mij te onderscheiden van andere breigoedlabels met mijn ontwerpen en kleuren. Voor elke collectie ga ik op een andere manier te werk. Dat maakt het ontwerpproces van Wolvis zo interessant en uniek. Voor bijvoorbeeld de wintercollectie van 2018, Bernd&Hilla, heb ik mij laten inspireren door de architecturale fotografie van Bernd en Hilla Becher. Ik ben ruw te werk gegaan met het kopiëren en het aan elkaar plakken van stukken van foto’s en ze over te tekenen met kalkpapier om uiteindelijk tot verfijnde patronen te komen. Voor de volgende wintercollectie ben ik aan het experimenteren met magneten en ijzervijlsel om patronen te bekomen, wat een heel andere manier van werken is. Uiteindelijk vormen de patronen de leidraad bij het uitwerken van een collectie. Het materiaal, de patronen, de kleuren en campagnebeelden vormen één samenhangend geheel. Hoe de collectie er uiteindelijk uitziet, heb ik geen flauw benul van omdat ik blijf experimenteren en mezelf wil blijven verrassen tot ik tevreden ben met het eindresultaat. Hierdoor onderscheid ik mij van andere breigoedlabels die meestal vertrekken vanuit een bepaald ‘eindresultaat’ en dus omgekeerd daar naartoe werken.”

Vertel eens iets meer over je collecties

“Tot nu toe heb ik elk jaar een wintercollectie uit wol en een zomercollectie uit katoen geproduceerd. Nu ga ik mij toespitsen op mijn wintercollecties en ze uitbreiden met een beperkt aantal stuks in katoen voor de zomer. Op die manier blijft mijn collectie het hele jaar door beschikbaar, vermijd ik hoge productie oplages en soldenperiodes. Naast de sjaals zou ik mijn collectie willen uitbreiden met mutsen, maar het is niet gemakkelijk om de perfecte unisex pasvorm te vinden. Truien staan ook al lang op mijn verlanglijstje. We zien wel, er is geen haast bij.”

Je hebt gezegd dat je vooral bezig bent met ontwerpen en de andere aspecten van ondernemen liever uitbesteed. Kun je dat toelichten?

“Voor de verkoop van mijn sjaals, werk ik sinds deze zomer samen met een agentuur in Amsterdam, Studio Hotstuff. Zij vertegenwoordigen bekende duurzame modemerken als Matt&Nat en Frisur en tot hun klantenbestand behoren vooral ethisch verantwoorde boetieken. In het begin van mijn carrière was ik niet heel selectief in de winkels waarmee ik samenwerkte. Nu ben ik dat wel omdat ik een bepaald soort klant wil aanspreken. Momenteel heb ik een twintigtal Belgische verkooppunten waaronder Mieke, Twiggy en Host en sinds deze zomer acht Nederlandse verkooppunten. Daarnaast werk ik ook samen met een persbureau, een copywriter en een grafische vormgever voor de website zodat ik mij volledig kan concentreren op het ontwerpen. Dat is wat ik het liefst doe.”

En de businesskant van Wolvis?

“Ik heb persoonlijke adviesgesprekken gehad met Flanders DC, het Vlaamse aanspreekpunt in de creatieve sector, en ik neem ook regelmatig deel aan hun adviesdagen waar ik meer te weten kom over het ondernemingsleven. Van de prijszetting naar reglementering rond productie, marketing en verkoop tot tips om te groeien. Meestal doe ik alles op buikgevoel en kan ik ook rekenen op de hulp van mijn vriend Tim die een architectenbureau heeft en dus ook kennis heeft van ondernemen. Wij zitten geregeld samen om na te denken over de toekomststrategie en het financiële plan van Wolvis.”

Heb je tot slot nog tips voor beginnende ondernemers?

“Bepaal zelf je groeitempo. Ik ben traag gegroeid en voel mij daar goed bij. Ga ook zeker informeren bij experts zoals Flanders DC die je verder begeleiden en je waarschuwen voor de mogelijke valkuilen in het ondernemen. Daarnaast is het ook belangrijk om je te omringen met mensen uit je netwerk die een meerwaarde kunnen betekenen voor je onderneming.”

Beeld: De campagnebeelden zijn gemaakt door Thomas Dhanens.