Europees Parlement wil dat EU-lidstaten sneller UPV-regels implementeren
bezig met laden...
Het Europees Parlement heeft weer een stap gezet om het probleem van textielafval en voedselverspilling binnen de Europese Unie aan te pakken. De overgrote meerderheid van de groep mensen die EU-wetten maakt, stemde voor een herziening van het afvalstoffenbeleid (het zogenoemde Waste Framework).
Dit is een belangrijke stap in het wetgevingsproces van de Europese Unie. Er zijn ambitieuzere reductiedoelstellingen voorgesteld om de hoeveelheid verspild voedsel tegen 2030 drastisch te verminderen en er is gesproken over de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel (UPV in het Nederlands, of Extended Producer Responsibility, afgekort EPR, in het Engels).
Voor bedrijven die textielproducten maken of verkopen, is besloten dat ze meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor wat er met hun producten gebeurt als ze niet meer worden gebruikt. Deze bedrijven moeten gaan betalen voor het inzamelen, sorteren en recyclen van de textielproducten. Het idee is dat dit bedrijven zal aanmoedigen om producten te maken die makkelijker te recyclen zijn, of die langer meegaan.
De landen van de EU hebben 18 maanden de tijd, vanaf het moment dat deze nieuwe regels van kracht worden, om systemen op te zetten die ervoor zorgen dat deze regel wordt nageleefd, zo vinden de leden van het Parlement. Dit is een kortere termijn dan de 30 maanden die de Europese Commissie oorspronkelijk had voorgesteld.
Deze regels gelden voor een breed scala aan textielproducten, zoals kleding en schoenen, beddengoed, gordijnen, tapijten en materialen die we normaal gesproken niet meteen als 'textiel' zouden bestempelen, zoals leer of plastic.
Nederland is trouwens het tweede Europese land met een UPV Textiel. Frankrijk keurde in 2007 als eerste land een UPV voor de textiel- en schoenensector goed. In 2008 werd ReFashion opgericht, een collectief - zoals Stichting UPV Textiel - die het makkelijker maakt aan de doelstellingen te voldoen door samen te werken. In Zweden werd sinds 2019 aan een UPV Textiel gewerkt. De wetgeving ging in op 1 januari 2022, maar om praktische redenen werd de wetgeving per 1 januari 2024 pas gehandhaafd.
Dan zijn er nog de landen die zich klaarmaken voor een UPV Textiel, zoals België en Spanje bijvoorbeeld. België zette de eerste fase in, in 2022. De Belgische modefederatie Creamoda, de Federatie van de Belgische Textielverzorging (FBT) en beroepsfederatie van fabrikanten, distributeurs en dienstverleners Febelsafe presenteerden toen Circletex vzw - een producentenorganisatie die het als collectief makkelijker maakt om straks aan de UPV-verplichtingen te voldoen. In Spanje wordt de textielindustrie vanaf 2025 verplicht om textielafval gescheiden in te zamelen.
Volgende stappen
Het dossier zal worden opgevolgd door het nieuwe Parlement na de Europese verkiezingen van 6-9 juni.Achtergrond: textielafval en recycling
Het Europees Parlement meldt dat in de EU jaarlijks 12,6 miljoen ton textielafval is. Kleding en schoeisel zijn goed voor 5,2 miljoen ton, wat neerkomt op 12 kilo afval per persoon per jaar.Elk jaar wordt in Nederland 150 miljoen kilo textiel als restafval vernietigd. 100 miljoen kilo wordt ingezameld in textielbakken. Een deel daarvan komt in Nederlandse tweedehandswinkels te hangen, maar het meeste gaat de grens over, om gerecycled of doorverkocht te worden in het buitenland.
Recyclen van textiel - en kleding gebeurt momenteel nog maar op relatief kleine schaal. In het Materials Market 2023 Report van de organisatie Textile Exchange dat gaat over productievolume en gebruikte vezels en grondstoffen voor textiel, staat dat het marktaandeel van gerecycled textiel daalde licht van ongeveer 8,5 procent in 2021 naar 7,9 procent in 2022. Pre- en post-consumer
gerecycled textiel was in het jaar 2022 goed voor minder dan 1 procent van de totale mondiale vezelmarkt, aldus de organisatie. Ofwel, het overgrote deel van de textielvezels wereldwijd is van nieuwe (‘virgin’) materialen.Uitleg: Pre-consumer gerecycled textiel komt van afval dat wordt gegenereerd tijdens het productieproces van textiel, zoals restjes stof. Post-consumer gerecycled textiel daarentegen komt van textielproducten die door consumenten zijn gebruikt en afgedankt, zoals oude kleding en huishoudtextiel.
Hoe komt dat nu? Het putten van vezels die al in omloop zijn door recycling, is doorgaans moeilijker (want, technisch complexer) en duurder dan het vervaardigen van nieuwe kledingstukken van nieuwe vezels/grondstoffen.
Positief nieuws is dat er inspanningen gaande zijn om het recyclingproces van kleding te verbeteren en de schaal ervan te vergroten.
Ook zijn overheden dus bezig met het ontwikkelen en implementeren van wet- en regelgeving om duurzaamheid te bevorderen en de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Doelen zijn onder meer de negatieve impact van productie en consumptie op het milieu te verminderen, het gebruik van hernieuwbare bronnen te stimuleren, en de levensduur van producten te verlengen door hergebruik, reparatie en recycling te bevorderen.
- Meerderheid Europees Parlement voor Green Claims Directive: striktere controle voor gemaakte duurzaamheidsclaims dichterbij
- Uitgebreid rapporteren over duurzaamheid wordt verplicht: dit moet je weten over de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)
- ’Wat u moet weten over het komende digitale productpaspoort van de EU’
Dit artikel is geschreven door Sylvana Lijbaart en Esmee Blaazer.
Sommige delen van deze tekst zijn gegenereerd door een kunstmatige intelligentie (AI) tool en daarna geredigeerd.