• Home
  • Nieuws
  • Fashion
  • Een nieuwe generatie: deze onafhankelijke ontwerpers zetten zich in voor duurzame verandering

Een nieuwe generatie: deze onafhankelijke ontwerpers zetten zich in voor duurzame verandering

Door Guest Contributor

bezig met laden...

Scroll down to read more
Fashion |ACHTERGROND

De mode-industrie is meer dan ooit toe aan substantiële verandering. In het afgelopen jaar legde de pandemie talloze gebreken in het systeem bloot, en werd duidelijk dat modemerken hun manier van werken moeten veranderen om het hoofd boven water te houden. Dat moet gebeuren door middel van duurzame innovatie. Duurzame innovatie is niet simpelweg een trending topic; het is pure noodzaak geworden.

Opkomende, onafhankelijke ontwerpers hebben altijd voorop gelopen bij verandering en hebben de meest innovatieve en onconventionele ideeën geleverd. Nu leidt de nieuwe generatie creatief talent de weg naar een duurzame toekomst. Deze generatie ziet duurzaamheid als uitgangspunt en als kernwaarde van design. Voor deze ontwerpers is duurzaamheid een mentaliteit en een levensstijl, in plaats van een PR-strategie of moraalridderlijk productlabel dat beweert dat ‘dit kledingstuk de planeet redt’ terwijl het in werkelijkheid door goedkope arbeidskrachten in China, India of Bangladesh is vervaardigd. Het is ook geen set van vage milieudoelen die tegen 2050 behaald moeten zijn.

Een mentaliteit gestoeld op duurzaamheid is belangrijk. Merken moeten ontwerpers inhuren die traditionele know-how, innovatie en duurzaamheid combineren.

Duurzaamheid op ontwerpniveau

Volgens een onderzoek van het British Fashion Council en DHL, dat vorig jaar werd gepubliceerd, komt zeventig procent van de impact van de industrie op de wereldwijde CO2-uitstoot voort uit het ontwerp- en productieproces (met name uit de verf- en afwerkingsfases), als gevolg van keuzes die in dit vroege productstadium worden gemaakt. In plaats van meer tijd te besteden aan het voorspellen van de werkelijke vraag en het zoeken naar duurzame stoffen, kopen merken niet-duurzame materialen en produceren ze meer dan nodig omdat het goedkoper en winstgevender is. Dit bedrijfsmodel is op de lange termijn niet duurzaam. Daarom moeten merken hun manier van werken heroverwegen en mensen aannemen op sleutelposities die over de juiste vaardigheden beschikken: het vermogen om duurzame materialen te vinden en de werkelijke vraag te voorspellen.

Morten Lehmann, Chief Sustainability Officer bij de Global Fashion Agenda, wees in een gesprek met BOF op een mogelijke toekomst gekenmerkt door schaarste aan natuurlijke hulpbronnen als gevolg van klimaatverandering. Daarom zijn deze vaardigheden, vooral op de lange termijn, van cruciaal belang. Om klimaatverandering tegen te gaan zullen landen hun reductieverplichtingen voor 2030 moeten verdubbelen - en in sommige gevallen, verdrievoudigen - om te voldoen aan de klimaatbeloften van het Parijsakkoord, zo rapporteerde National Geographic een jaar geleden. De mode-industrie heeft een enorme invloed op de menselijke denkwijze en kan hierin leidend zijn. De creatieve ideeën van de nieuwe generatie ontwerpers kunnen hierin een rol spelen: de ideeën die duurzaamheid, creativiteit en samenwerking verkiezen boven winst en groei ten koste van het milieu.

Traditionele kennis en innovatie: Emma Bruschi

Emma Bruschi is een jonge Franse ontwerper uit Marseille, Frankrijk. Dit jaar won ze de 19M Métiers d’Art de Chanel-prijs op de 35ste editie van het Festival van Hyères. Bruschi's werk is geïnspireerd door de natuur, de art brut en de levenswijze van haar grootouders in een klein dorp in de Haute-Savoie in Frankrijk; hun huishoudelijke know-how en hun vaardigheden om zelf te verbouwen wat ze nodig hebben. Bruschi ziet het verleden als een bron van inspiratie en kennis die ze vandaag op een nieuwe innovatieve manier kan gebruiken. “De mode-industrie is geobsedeerd door het vinden van nieuwe efficiënte materialen, waarbij de materialen die eeuwenlang hun nut en veelzijdigheid hebben bewezen, worden genegeerd,” aldus Bruschi. “Neem bijvoorbeeld stro. Je kunt er zoveel mee doen: een huis bouwen, dieren voeren, voorwerpen en kleding maken, het als brandstof gebruiken en er zelfs bioplastic van maken.”

Collectiepresentatie van Emma Bruschi tijdens het Festival van Hyères, 2020. Foto: Ètienne Tordoir / CatwalkPictures

In haar meest recente collectie onderzoekt Bruschi creatieve manieren om traditionele materialen zoals wol, linnen en stro te gebruiken. Ze maakte een riem van linnen en borduurde deze met stro en raffia met behulp van een oude handwerktechniek genaamd ‘lunéville’, en upcyclede linnen beddengoed tot overhemden. Ze maakte oorbellen van stro in samenwerking met Maison Lemarié en rieten manden in rotantechniek, samen met een lokale mandenmaker. Bruschi werkt samen met lokale ambachtslieden die ook boer zijn en die nog steeds traditionele technieken gebruiken. Daarmee hoopt ze de traditionele ambachten nieuw leven in te blazen.

Bruschi's droom voor de toekomst is een textielboerderij waar ze planten kan verbouwen die gebruikt kunnen worden als voedselbron en als grondstof voor haar kleding, en waar ze lokale ambachtslieden kan inzetten en de lokale productie kan stimuleren. De mode- en voedingsindustrie moeten nauwer samenwerken en technieken ontwikkelen om bijproducten van de landbouw en voedselafval te gebruiken voor de productie van vezels en grondstoffen voor de productie van kleding. Een ultieme win-winsituatie, aldus Bruschi. Als de lokale landbouw de lokale mode-industrie van grondstoffen zou kunnen voorzien, zou de mode-industrie de kloof tussen toeleveringsketen, productie en distributie kunnen dichten.

Pionier op het gebied van duurzame leerbewerking: Andrea Grossi

Andrea Grossi komt uit Toscane, de Italiaanse regio die bekend staat om zijn lange traditie in het produceren van hoogwaardige lederwaren en om zijn know-how. Grossi blijft deze traditie trouw, maar is tegelijkertijd een pionier op het gebied van duurzame leerbewerking. In de eerste plaats ‘moeten we begrijpen waarom de leerproductie zo vervuilend is’, aldus Grossi. Aan de uitstoot van het vee ligt het niet, want leer is in veel gevallen een bijproduct van de vleesindustrie.

Collectiepresentatie van Andrea Grossi tijdens het Festival van Hyères, 2020. Foto: Ètienne Tordoir / CatwalkPictures

De meest vervuilende fase van de leerproductie is het looien met chemicaliën zoals chroom. Grossi werkt met rabarber- en olijfleer. Rabarber- en olijfleer zijn geen plantaardige producten, maar dierlijk leersoorten gelooid met rabarber- en olijfbladextracten, milieuvriendelijke alternatieven voor het conventionele chroom. De rabarberplanten voor de productie van rabarberleer worden biologisch geteeld en concurreren niet met gewone voedselgewassen voor teeltgebied. De olijfbladeren zijn een bijproduct van bestaande landbouw. Grossi werkt ook met zero-waste leer, gemaakt van leerresten die door middel van koppeling en coating aan elkaar zijn gemaakt. Het heeft dezelfde kwaliteiten als nieuw leer, maar de impact op het milieu is lager. Helaas is het zero-waste leer duur, omdat de productie arbeidsintensief is en veel handwerk vereist. “Als iemand er een machine voor zou uitvinden, zouden de productie van zero waste leer geïndustrialiseerd kunnen worden,” mijmert Grossi.

Voor Grossi is het gebruik van duurzame leeralternatieven - of het nu rabarber-, olijf- of veganistisch leer is, van cruciaal belang. “Zeker als je ontwerper bent en de mogelijkheid hebt om in de vroege stadia van het productieproces de juiste keuzes te maken. Je kunt vraag creëren en aan fabrikanten een signaal afgeven op welke alternatieven zij zich moeten concentreren, en zo de markt in een duurzame richting duwen. Door de stijgende vraag kan de productie van duurzame alternatieven gesystematiseerd en daardoor goedkoper worden.”

"Ik denk altijd aan de dag dat mensen zullen stoppen met het consumeren van vlees," zegt Grossi. “Wat als er op een dag geen leer meer uit de vleesindustrie komt?” De plantaardige alternatieven zullen dan des te belangrijker zijn. Om die reden is meer onderzoek op dit gebied van belang.

Sociale duurzaamheid is een ander belangrijk onderwerp voor Grossi. “Het is goed om een product te maken met duurzame materialen, maar het is niet genoeg. Je moet ook nadenken over de sociale impact van je product. Creëer je werkgelegenheid? Produceer je verantwoord? Verantwoord produceren betekent ook: producten maken die de eindconsument wil kopen. Als je een duurzaam product aanbiedt, maar er is geen vraag van de eindconsument, heeft het feitelijk geen zin om het te produceren.” Grossi gelooft sterk in ecomodernisme; in het gebruik van traditionele know-how en kennis die door innovatie kan worden aangepast aan onze huidige behoeften. Het creëren van een duurzamere toekomst is ook een kwestie van onderwijs, het veranderen van de mentaliteit van mensen en het creëren van nieuwe waardesystemen gericht op duurzaamheid. “Uiteindelijk geven mensen om een betaalbaar product van goede kwaliteit. De taak van een ontwerper of een merk is om verantwoordelijkheid te nemen en een duurzaam product aan te bieden dat de consument aanspreekt.”

Nieuwe luxe en het belang van samenwerking: Maximilian Rittler

Maximilian Rittler is een Oostenrijkse modeontwerper, momenteel gevestigd in Antwerpen. Zijn meest recente herencollectie maakte hij van deadstock en gedoneerde materialen. Duurzaam werken was voor Rittler in eerste instantie een noodoplossing. Hij had niet de financiële middelen om nieuwe stoffen te kopen en moest werken met wat er beschikbaar was. "Het getuigt van kracht en een vermogen tot creatieve probleemoplossing om te kunnen werken binnen de kaders van wat je al hebt en wat je kunt krijgen," zegt hij. "Het hangt ervan af hoe je de wereld ziet: je kunt hetzelfde glas water halfvol of halfleeg zien. Ik besloot mijn situatie om te keren en de beperkte toegang tot stoffen als een voordeel te zien: ik werkte met wat er was en gebruikte mijn creativiteit en verbeeldingskracht. De beperkingen hebben mij geholpen om belangrijke vaardigheden te verwerven, om snelle en effectieve beslissingen te nemen, en om duurzaam te werken. Als ontwerper kun je uit veel verschillende werkwijzen kiezen. Duurzaam werken is een bewuste keuze. Actief voor het milieu zorgen is een bewuste keuze.”

Collectiepresentatie van Maximilian Rittler tijdens het Festival van Hyères, 2020. Foto: Ètienne Tordoir / CatwalkPictures

Mode heeft de kracht om te veranderen wat mensen op waarde schatten, ziet Rittler. “Je kunt zeggen dat de huid van python luxueus is, of je kunt zeggen dat een geüpcycled kledingstuk luxueus is. Rond dat nieuwe begrip van luxe kun je een totaal nieuw verhaal, een totaal nieuwe economie creëren. De industrie heeft een paradigmaverschuiving nodig om de kern van het systeem en de bedrijven die erin werken te veranderen. Er zijn zoveel mensen in creatieve werkvelden werkzaam die niet-creatieve functies bekleden. Zij weten niets van het creatieve proces, waardoor fouten en misverstanden kunnen plaatsvinden. Als deze mensen meer wisten van het creatieve proces, zouden zulke fouten kunnen worden vermeden.” Rittler betreurt het gebrek aan communicatie, samenwerking, transparantie en ondersteuning binnen de branche. “Het zou nuttig kunnen zijn om open databases te creëren waarin ontwerpers en merken informatie over hun leveranciers en fabrikanten kunnen uitwisselen, in plaats van deze geheim of voor zichzelf te houden. De branche kan alleen veranderen als we samen met elkaar gaan concurreren, in plaats van tegen elkaar.”

Meerdere ontwerpers hebben recentelijk opgeroepen tot fundamentele structurele en systematische verandering in de branche. Alleen als het systeem verandert, kunnen de duurzaamheidsdoelen worden behaald, zo is de conclusie. De industrie moet een raamwerk ontwikkelen dat duurzame inspanningen beloont. Sleutelfuncties moeten worden ingenomen door een nieuwe generatie ontwerpers die weten hoe ze met schaarse middelen moeten werken, die bekend zijn met circulaire modellen, die samenwerking waarderen, en wier mentaliteit is geworteld in duurzaamheid. Het begrip van gelijkheid en diversiteit binnen de branche moet worden uitgebreid. Er moeten meer kansen komen voor mensen uit economisch achtergestelde groepen. Zij kunnen nieuwe, unieke perspectieven bieden op het vlak van vindingrijkheid en efficiëntie. In een artikel dat begin november werd gepubliceerd op Fashionroundtable.co.uk werd betoogd dat de vele onbetaalde stageplaatsen in de branche de klassenverdeling in de mode-industrie bestendigen en daarom onacceptabel zijn. Deze analyse bood een blik op de exploitatie van creatief talent door middel van gratis arbeid en de problemen waarmee veel mensen met een financiële achterstand in de maatschappij worden geconfronteerd.

Creativiteit en samenwerking moeten centraal staan

Een van de vragen die jonge ontwerpers vaak stellen: waarom worden de ongebruikte materialen van kledingmerken (deadstock, stoffen die ze niet meer gebruiken, stukken die niet verkocht kunnen worden) niet gewoon gedoneerd? Waarom zijn er geen platforms waarop merken en ontwerpers materialen op grote schaal kunnen uitwisselen, om te voorkomen dat deze ongebruikte materialen op de vuilnisbelt terechtkomen? Door te schenken wat ze niet nodig hebben en niet gebruiken, kunnen de merken de nieuwe generatie onafhankelijke ontwerpers ondersteunen die briljante ideeën hebben maar niet over de financiële middelen beschikken om deze ideeën te realiseren. Het herdefiniëren van luxe en het waardesysteem rond tweedehands en geüpcyclede mode, directe communicatie en transparantie naar de consument, lokaal en duurzaam werken - deze ideeën zijn het waard om ondersteund te worden. Deze ideeën kunnen de wereld veranderen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op FashionUnited.com en geschreven door Veronika Dorosheva. Vertaling en bewerking vanuit het Engels: Nora Veerman.

Homepagebeeld: Collectiepresentaties van Emma Bruschi, Andrea Grossi en Maximilian Rittler tijdens het Festival van Hyères, 2020. Foto’s: Ètienne Tordoir / CatwalkPictures

Andrea Grossi
Duurzaamheid
Emma Bruschi
Maximilian Rittler