Dit is wat de mode-industrie van jong talent op de Amsterdam Fashion Week kan leren

De maart editie van Amsterdam Fashion Week, genaamd AFW Studio, was, zoals de naam al doet vermoeden, iets creatiever en speelser in opzet. Het showprogramma werd vrijdag geopend met Spongebob x Marlou Breuls gevolgd door shows van Hul le kes, Maison The Faux en een performance van Ninamounah. Is Amsterdam Fashion Week daarmee een platform geworden voor jong talent? Ja en nee. Is er een reden dat al dat jong talent een platform krijgt? Zeker.

Op zaterdag stonden er nog genoeg commerciële namen op het programma, waaronder Maison365 en Stieglitz. En toch overheerste jong opkomend creatief talent tijdens de Amsterdamse modeweek. De commerciële namen blijven nodig, vertelt Danie Bles eigenaar van Amsterdam Fashion Week, aan FashionUnited tijdens de opening. “Juist de wat commerciële namen maken het mogelijk om jong talent te showen.”

Maar wat is nu precies het doel van die ‘jonge talenten’ op AFW? Wat willen zij het publiek vertellen? FashionUnited sloot zich aan bij een ‘Talk’ tussen Marlou Breuls en Sjaak Hullekes gemodereerd door Mariëtte Hoitink (HTNK) in het Park Plaza Victoria hotel en tekende de wijze woorden van Hullekes op.

De in Arnhem gevestigde modeontwerper Sjaak Hullekes zit tijdens aanvang van het gesprek nog redelijk onder de adrenaline. Zijn laatste show, de eerste presentatie van zijn nieuwe label Hul le Kes (letters gespatieerd zodat het buitenlandse publiek het ook kan uitspreken) heeft hij dan net achter de rug. Twee jaar geleden werd zijn merk Sjaak Hullekes door hemzelf stopgezet. De bezieling was weg. Hullekes: “Wij zijn gegroeid in de recessie, het geld werd minder en het merk werd groter. Toen we ons merk begonnen was de grondregel dat er geen zwart in de collectie mocht zitten. Ik houd van kleur en de laatste orders die we kregen waren allemaal zwart en wit. Het werkte gewoon niet meer voor ons. Je kunt dan bedenken om een andere baan te zoeken, maar je kunt er ook voor kiezen om het anders te gaan doen.”

Sjaak Hullekes: “We leven in een periode waar alles maar nieuw, netjes, schoon en fris moet zijn. We laten ouderdom niet toe.”

Dat anders doen betekent in het geval van Hullekes dat de productie in het eigen atelier in Arnhem wordt gemaakt. Naast de productie in eigen beheer is ieder kledingstuk afkomstig uit de collectie van Hul le Kes voorzien van een code gekoppeld aan een paspoort. “Wij willen mensen stimuleren anders naar kleding te kijken. We leven in een periode waar alles maar nieuw, netjes, fris en schoon moet zijn. We laten ouderdom niet toe. Ik vind dat we in de mode zowel ouderdom in leeftijd van personen moeten toelaten als ouderdom van kleding. Ik draag nu bijvoorbeeld een T-shirt met een gat, ontstaan doordat iemand op een feestje met een sigaret tegen mij opliep. Iemand anders zou misschien het kledingstuk niet meer dragen, ik zie het als een verhaal. Ik vraag daarom aan de klant in het paspoort gekoppeld aan de kledingcode dit soort verhalen bij te houden.”

Hullekes op AFW Talk: “Het gaat niet om versnelling maar om vertraging”

Daar blijft het niet bij. Hullekes geeft klanten de mogelijkheid om kledingstukken na verloop van tijd terug te geven in ruil voor een ‘x bedrag’. Daarna kijkt Hullekes hoe het kledingstuk nieuw leven ingeblazen kan worden. Het paspoort gaat na verkoop van het kledingstuk mee met de nieuwe koper. En zo weet hij of zij het verhaal dat in het kledingstuk schuilgaat. Dit verhaal kan als het aan Hullekes ligt oneindig doorgaan.

De Arnhemse ontwerper gebruikt voor zijn modemerk veel antieke linnen lakens, veelal met monogram. Die koopt de ontwerper in Frankrijk. Ook dat is een verhaal. “Hoe mooi is het om te zeggen dat de stof die je draagt honderd jaar oud is?” Bij Hullekes draait het niet om vernieuwing maar wel om tijd. En dan niet op versnelling maar om vertraging ervan, iets waar de mode-industrie meer stil bij moet staan. “Ik vraag de kijker niet in de draft te lopen, maar in de wandel. Zo zouden we allemaal in het leven moeten staan, anders gaat het allemaal best snel.”

Beeld: Hul Le Kes, ©Peter Stigter