Onderzoek: circulaire mode-initiatieven van internationale bedrijven vaak beperkt
bezig met laden...
Er is één vaak over het hoofd gezien, maar zeer belangrijk obstakel dat de effectiviteit van goedbedoelde initiatieven zoals kledingreparatie en inleverpunten in de weg staat: de fysieke locatie van de consument. Dit blijkt uit recent gezamenlijk onderzoek van de Universiteit van Birmingham, de Universiteit van Bristol in het Verenigd Koninkrijk, en de Universiteit van Georgia en Buffalo State University in de VS, getiteld ‘Localised Waste Reduction Networks, Global Destruction Networks, and the Circular Economy’.
Onderzoekers onderzochten 17 kledingbedrijven uit Europa en de VS met verduurzamingsinitiatieven. Het onderzoek toont aan dat veel internationale bedrijven met circulaire mode-initiatieven alleen binnenlandse klanten bedienen. De reikwijdte van zogenaamde ‘Waste Reduction Networks’ bij internationale bedrijven is vaak lokaal en op zijn hoogst nationaal, aldus professor John Bryson van de Universiteit van Birmingham op de website van de universiteit.
Duurzaamheidsinitiatieven van wereldwijde modebedrijven niet voor iedereen even toegankelijk
Het onderzoek benadrukt dat veel initiatieven in lijn zijn met duurzaamheidsprincipes, maar dat voor bedrijven die wereldwijd verzenden, deze programma's beperkt blijven tot klanten die daar toegang toe hebben.
"Eclipse (VS) vereist dat klanten kleding retourneren naar het hoofdkantoor in Colorado, en de tweedehandsmarkt van Filippa K is beperkt tot Zweden. Het initiatief van Girlfriend Collective is alleen beschikbaar in de VS, hoewel het ook naar Canada, het VK en Australië verzendt, naast andere wereldwijde markten,” aldus de onderzoekers in een persbericht. “Het is niet praktisch om te denken dat een klant in het VK gaat betalen om iets naar Colorado te laten sturen, wat een impact op het milieu zou hebben. Deze Waste Reduction Networks zijn alleen echt effectief voor degenen die er gemakkelijk toegang toe hebben.”
Een ander voorbeeld dat het onderzoek aanhaalt, is dat van reparatieservices. Deze zijn nog meer afhankelijk van de locatie van de klant. "Het Franse bedrijf Veja heeft bijvoorbeeld slechts in twee Franse winkels schoenreparatieservices, maar verkoopt zijn duurzame schoenen via 3.000 retailers in 50 landen."
Hoop op nieuwe samenwerkingen en overheidssteun
Het onderzoek concludeert dat modebedrijven moeten samenwerken met bedrijven zoals eBay, Vinted of Depop. Deze tussenpersonen zijn populair bij consumenten die veel om het milieu geven.
Daarnaast is het investeren in afvalbeheersystemen de moeite waard. “Deze systemen moeten ervoor zorgen dat de meeste kleding wordt gerecycled in plaats van weggegooid, wat waarschijnlijk ook overheidssteun zal vereisen.”
Lokale circulaire mode-initiatieven
In Nederland zijn er ook voorbeelden van lokale initiatieven. Outdoorspecialist Bever heeft zijn ‘Bever Koopt Terug’-initiatief gelanceerd in Houten (ten zuidoosten van Utrecht). Klanten kunnen hun Bever-producten inruilen voor een digitale voucher, en in het Bever-filiaal kunnen klanten ook spullen huren. Bij succes zal het bedrijf deze service naar andere Bever-filialen uitbreiden.
Een ander voorbeeld is Zeeman, dat na een succesvolle pilot met de inzameling van tweedehands kleding zijn resale-service nu in alle Nederlandse winkels aanbiedt. Eerder kon dit alleen in 50 van de 460 Zeeman-winkels. Zeeman werkt samen met Het Goed, een sociale onderneming met dertig kringloopwarenhuizen en vijf textielsorteercentra in Nederland.