• Home
  • Nieuws
  • Business
  • De nieuwe transparantie in de mode-industrie: regelgeving als basis voor communicatie over duurzaamheid

De nieuwe transparantie in de mode-industrie: regelgeving als basis voor communicatie over duurzaamheid

Door Guest Contributor

bezig met laden...

Scroll down to read more

Business |Opinie

Beeld ter illustratie. Beeld: Utopia By Cho via Unsplash

De kleding- en schoenenindustrie kent honderden duurzaamheidslabels. Consumenten en burgers begrijpen vaak niet goed wat de impact is van het kledingstuk dat ze kopen. Maar diezelfde consumenten zijn hongerig naar informatie, en de industrie wil deze maar al te graag verstrekken. De Europese Commissie bereidt drie belangrijke wetten voor die de wereld van de groene claims op een ingrijpende wijze zullen veranderen. Het gaat om de Consumer Empowerment Directive, de Substantiating GreenClaims verordening, en de Eco Design of Sustainable Product Regulation. Ondertussen zijn actieve EU-lidstaten, zoals Frankrijk, al bezig met het invoeren van verplichte transparantie-eisen. Laten we daar eens naar kijken.

Dit artikel is geschreven door Baptiste Carrier-Pradal, Chairman van The Policy Hub.

In het begin ontstond de behoefte om materialen met minder schadelijke effecten op het milieu te identificeren, en organisaties als Textile Exchange ontwikkelden al halverwege de jaren 2000 manieren om dergelijke materialen te identificeren. Daarna kwam de Sustainable Apparel Coalition, met het duidelijke mandaat om de prestatiemeting te standaardiseren en de milieuprestaties aan de consumenten wereldwijd mee te delen.

Tegelijkertijd werkten sommige merken aan capsulecollecties om consumenten te helpen om hun 'groene(re)' producten te identificeren. Elk merk heeft echter zijn eigen definitie van wat ‘groen(er)’ betekent. Deze situatie heeft geleid tot de huidige chaos, aangezien consumenten worstelen om de boodschappen die hen worden aangereikt goed te begrijpen. Omdat de bezorgdheid in de sector bleef toenemen, besloten beleidsmakers, zowel in Brussel als in andere EU-hoofdsteden, dat het tijd was dat de overheid de kwestie aanpakte en een oplossing begon te ontwikkelen. Twee landen, Frankrijk en Duitsland, besloten vooruitgang te boeken en besloten elk hun eigen label te lanceren (The Green Button in Duitsland en het ADEME-label in Frankrijk). De eerste oplossing om het aantal keurmerken te verminderen was dus het creëren van nog meer keurmerken, die alleen in specifieke geografische gebieden geldig zijn.

Frankrijk boekt vooruitgang met een op de levenscyclusanalyse (LCA) gebaseerde aanpak, waarbij gebruik wordt gemaakt van algemene gegevens die beschikbaar zijn om de consumenten te informeren. Intussen willen sommige andere landen juist minder gebruikt maken van generieke gegevens. In sommige Noordse landen kan een bedrijf dat een door de Franse overheid gesteund label gebruikt, er bijvoorbeeld van worden beschuldigd dat het de consument misleidt. Wij bevinden ons dus in een situatie waarin wat voor een Franse consument als passende informatie wordt beschouwd, voor een Noor als misleidend wordt beschouwd. Wat een raadsel.

Terwijl deze ontwikkelingen zich op het niveau van de lidstaten afspeelden, probeert de EU momenteel om deze kwestie op te lossen door groene claims te reguleren om vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid te waarborgen als onderdeel van haar actieplan voor een circulaire economie.

Na een impactbeoordeling kwam de Europese Commissie tot de conclusie dat er twee belangrijke elementen nodig zijn om de vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid van een groene claim te garanderen: dat iedereen één gemeenschappelijke methode gebruikt om het effect van een product te berekenen (bijvoorbeeld de CO2-voetafdruk ervan), en een gemeenschappelijk en gratis te gebruiken databank (waarin men bijvoorbeeld het effect van de productie van één kilogram biologisch katoen kan opzoeken). Dit werd geformaliseerd in een aanbeveling over het gebruik van methoden voor het analyseren van de ecologische voetafdruk, die in december 2021 werd gepubliceerd.

De basis: een gemeenschappelijke manier om milieu-impact te meten

Om het gebruik ervan te reguleren, moest de Europese Commissie in juli 2022 met een nieuw voorstel voor een verordening komen: het Substantiating Green Claim Initiative. Deze is ten tijde van deze publicatie nog niet gekomen. Het beleid zal naar verwachting vereisen dat elk bedrijf dat wil communiceren over de impact van zijn producten, gebruikmaakt van de Product Environmental Footprint Conception-regels (PEFCR) van kleding en schoeisel, en van de door de Europese Commissie goedgekeurde databank. Na het EU-besluitvormingsproces en parlementair debat zal deze verordening naar verwachting rond 2026 in werking treden.

De wereldwijde textielindustrie, vertegenwoordigd door de Policy Hub - Circularity for Apparel and Footwear, is duidelijk voorstander van het gebruik van één enkele methode, de PEF, om de voetafdruk van een kledingstuk te berekenen. Deze methode is democratisch gestuurd, robuust, vrij te gebruiken, klaar voor schaalvergroting en transparant. Het is noodzakelijk dat de methode die merken en fabrikanten intern gebruiken om de impact van hun producten te evalueren, dezelfde is als de methode die wordt gebruikt om over hun impact te communiceren. Op dit punt kan de verordening inzake groene claims een positief effect hebben op een beter begrip van het effect van de kleding- en schoenenindustrie.

Deze verordening zal ook suggesties bieden het soort gegevens dat kan worden gebruikt om de voetafdruk van kleding of schoeisel te berekenen. De verwachting is dat de Europese Commissie een door de EU gesteunde databank ter beschikking zal stellen die door iedereen vrij kan worden gebruikt en waarvan de gegevens door onafhankelijke deskundigen worden gecontroleerd. Deze stap wordt toegejuicht om ervoor te zorgen dat alle spelers, ook kmo's, naar behoren toegang krijgen tot de informatie die nodig is om de impact van hun producten te evalueren. Het is echter tijd dat deze wetgeving snel wordt aangenomen, geen verdere vertraging oploopt en wordt voorgelegd aan het Europees Parlement en alle belanghebbenden uit de sector.

Wanneer de verordening eenmaal is doorgevoerd, zal deze ervoor zorgen dat alle consumenten de impact van hun kleding kunnen vergelijken, of ze nu in Oslo, Parijs of Berlijn winkelen, bij elk willekeurig merk. Ook zal de verordening alle fabrikanten, merken en detailhandelaren duidelijk maken hoe zij de milieueffecten van hun producten moeten meten. Zo zal iedereen: consumenten, producenten en detailhandelaren, eindelijk één gemeenschappelijke taal spreken.

Afbeelding ter illustratie. Beeld: Utopia By Cho via Unsplash

De tweede stap op het gebied van transparantie

Als je eenmaal hebt gereguleerd hoe je een effect moet meten, is het tijd om te hoe je deze informatie op één algemene, heldere manier aan de consument kunt verstrekken. Vandaag is er één belangrijk element dat voor alle spelers uit de sector als leidraad dient - de Unfair Commercial Practice Directive Guidelines (UCPD). Deze richtlijnen zijn in december 2021 bijgewerkt. Ze zijn zeer informatief en geven bijvoorbeeld aan hoe kan worden beoordeeld of een claim al dan niet misleidend is. Maar elke jurisdictie kan ze volgen, of niet. In de UCPD-richtlijnen wordt het gebruik van algemene termen (bijvoorbeeld ‘duurzaam’) zonder een goede onderbouwing afgeraden. Zij stellen ook voor dat men, om het effect van een product te vermelden, het effect ervan over zijn hele levenscyclus moet hebben geëvalueerd. Dit zijn allemaal geldige punten, maar ook hier gaat het slechts om indicaties.

Dit zal echter veranderen met de nieuwe voorgestelde richtlijn over consumentenemancipatie. Deze richtlijn die als doel heeft om consumenten zoveel mogelijk in te lichten over de groene transitie, en voor het eerst is gepubliceerd op 30 maart 2022, introduceert twee belangrijke punten. Ten eerste komt er een verplichting, die van toepassing is op de hele markt. De voorgestelde richtlijn gaat echter nog verder en zal de inhoud van de richtlijn op het gebied van consumentenbescherming aanzienlijk versterken. Hier volgen enkele belangrijke wijzigingen:

Ten eerste wordt het gebruik van termen als ‘duurzaam’, ‘groen’ en ‘milieuvriendelijk’ beperkt tot producten die hun uitmuntendheid hebben bewezen door gebruik te maken van EU-systemen zoals het ecolabel of nationale equivalenten zoals de Blue Angel of de Nordic Swan. Deze labels vertegenwoordigen een klein deel van de huidige kledingproductie. Bij de Policy Hub vinden we dat de richtlijn nog verder had moeten gaan, en dergelijke algemene en vage claims had moeten verbieden.

De richtlijn introduceert ook nieuwe elementen: deze reguleert een claim over toekomstige prestaties. In gevallen waarbij een organisatie wil communiceren dat zij CO2-neutraal zal zijn tegen een bepaalde datum, zal deze bijvoorbeeld een duidelijk actieplan moeten hebben, dat gecontroleerd wordt door een derde partij. In de huidige versie van deze richtlijn wordt ook het gebruik van labels en certificaten aan banden gelegd.

De Consumer Empowerment Directive is gepubliceerd en moet nog in het Europees Parlement worden besproken. Ook dit proces zal ongeveer 18 maanden in beslag nemen. Zodra de richtlijn is goedgekeurd, hebben de EU-lidstaten twee jaar de tijd om deze in hun nationale wetgeving om te zetten. Verwacht wordt dat de richtlijn vanaf 2026 in werking zal treden.

Deze twee stukken wetgeving over het onderbouwen van groene beweringen en het mondig maken van consumenten hebben één ding gemeen - ze reguleren hoe een organisatie over haar milieuprestaties of die van haar producten kan praten wanneer de organisatie daarover wil communiceren. De voorgestelde beleidsmaatregelen dwingen geen enkele organisatie hiertoe. Maar enkele andere wetten, op EU-niveau of nationaal niveau, zouden dat heel goed kunnen doen.

Waar transparantie verplicht zou kunnen worden gesteld.

Op EU-niveau heeft de commissie een verordening voorgesteld over ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ESPR). Als onderdeel van deze verordening heeft de commissie de mogelijkheid gecreëerd om verplichte prestatieklassen per product voor de textielsector te maken. Wat houdt dit in? Het betekent dat elk stuk textiel dat in de EU op de markt wordt gebracht, een prestatieklasse kan krijgen, bijvoorbeeld een A tot E-classificatie, om de consument te informeren over de milieu-impact van dat stuk textiel, of over de duurzaamheid ervan, of over welk aspect dan ook dat de consument kan informeren op een manier die tot een vermindering van de schadelijke effecten binnen onze sector zou leiden. De gesprekken hierover zullen in de komende jaren plaatsvinden.

Ondertussen, in een klein Frans dorpje…

Ondertussen, gefrustreerd door de trage vooruitgang van de Europese Commissie, heeft de Franse regering besloten om verder te gaan. In 2021 heeft Frankrijk een wet aangenomen die bepaalt dat binnen 5 jaar na de afkondiging van de wet, dus in 2026, elk product dat op de Franse markt wordt gebracht, zijn milieuvoetafdruk bekend moet maken. De mogelijke methoden voor de textielsector zijn reeds geselecteerd. Zij worden momenteel getest en verwacht wordt dat de definitieve methode in 2023 zal worden geselecteerd. De textielsector wordt in dit stuk wetgeving als prioriteit genoemd omdat het door de verkozen president, Emmanuel Macron, opnieuw werd vermeld als onderdeel van zijn prioriteiten op het gebied van het milieu voor zijn nieuwe mandaat. Dit betekent dat technisch gezien alle detailhandelaars en merken die producten op de Franse markt brengen, de milieu-impact van hun product moeten kennen en bekendmaken. Een dergelijk proces neemt jaren in beslag, en tot dusver hebben slechts enkele merken geëvalueerd wat deze verplichting voor hen betekent, of hiervoor plannen gemaakt. Velen zijn niet voorbereid op deze wetgeving, schatten de inspanning die nodig is om ze uit te voeren verkeerd in of hopen op een zeer lange uitvoeringstermijn, wat een verkeerde inschatting kan zijn, zoals wordt geïllustreerd door de AGEC-wet (een nieuwe wet in Frankrijk voor duurzame verpakkingen).

De AGEC-wet is in feite de eerste van een reeks beleidsmaatregelen die op EU-grondgebied zal gelden, en zal al in 2023 van toepassing zijn. Hoewel de AGEC-wet al sinds 2021 bekend was, hoopten veel textielbedrijven op een langere uitvoeringstermijn, die niet is toegekend.

De AGEC-wet vereist verplichte traceerbaarheid en communicatie daarover. Zo zullen merken en detailhandelaren voor elk kledingstuk moeten meedelen waar de stof is gemaakt, geverfd en bedrukt, en waar de laatste snit en naaiwerk plaatsvinden. Voor elk stuk schoeisel moet de plaats van assemblage van het bovendeel, de assemblage en de afwerkingsfase worden vermeld.

De nieuwe Franse wetgeving geldt vanaf 1 januari 2023 voor bedrijven die meer dan 50 miljoen euro (en meer dan 25.000 artikelen) aan inkomsten genereren op de Franse markt. Het jaar daarop zal zij van invloed zijn op bedrijven met meer dan 20 miljoen euro omzet (en meer dan 10.000 artikelen) op de Franse markt. Zeer weinig bedrijven hebben de informatie gemakkelijk beschikbaar, laat staan de infrastructuur, om dit beleid uit te voeren. Dit betekent dat veel bedrijven de informatie bijna op hetzelfde moment bekend zullen maken als zij deze informatie intern zien. Veel organisaties dreigen in dezelfde situatie terecht te komen wat de voetafdruk van hun kleding betreft.

Dit brengt dan weer het probleem met zich mee dat één lidstaat proactief is en zijn aanpak voortzet, wat leidt tot versnippering van de markt en verlegging van de hulpbronnen. Situaties als deze vragen en dringen er bij de Europese Commissie op aan ervoor te zorgen dat er één aanpak komt voor een interne markt, gebaseerd op ambitieuze beginselen om te garanderen dat alleen degelijke en betrouwbare informatie aan de consument wordt meegedeeld.

Dit artikel is eerder verschenen op FashionUnited.UK. Vertaling en bewerking van het Engels naar het Nederlands: Eugenia Melissen Ferrer.
Over The Policy Hub
The Policy Hub- Circularity vertegenwoordigt meer dan 700 belanghebbenden in kleding en schoeisel, waaronder merken, detailhandelaren en fabrikanten. The Policy Hub voor kleding en schoeisel werkt aan het versnellen van verandering door de industrie samen te brengen om ambitieuze beleidsaanbevelingen te doen die een circulaire economie in de kleding-, schoenen- en textielindustrie bevorderen. The Policy Hub bundelt de expertise van de Sustainable Apparel Coalition, Global Fashion Agenda, en Federation of the European Sporting Goods Industry, Textile Exchange en ZDHC Roadmap to Zero Programme.
Circulariteit
Duurzaamheid
EU Commissie
Greenwashing
THE POLICY HUB
Wetgeving