Winkelend publiek niet terug op pre-coronaniveau, maar Locatus verwacht historische ontwikkeling
bezig met laden...
Goed nieuws in de winkelstraat: Het aantal winkelpassanten steeg dit voorjaar met zes procent ten opzichte van de voorgaande tellingen, zo blijkt uit metingen van Locatus. De passantenaantallen op de drukste punten liggen wel gemiddeld veertig procent lager dan voor corona, maar het herstel zet zich voort.
Een component wat dit jaar niet heeft bijgedragen aan het herstel, is het voorjaarsweer. Vorig jaar scheen in april en mei volop de zon en zaten de terrassen bomvol. Dit jaar is dat niet het geval. Locatus ziet dan ook dat het matige voorjaarsweer de passantenaantallen in winkelstraten beïnvloedt.
Dat de tellingen in Nederland en België een daling laten zien, is op zich niets nieuws. Voor corona, gekeken naar de jaar-op-jaarcijfers, noteerde Locatus ook al een daling door het teruglopende aantal winkels in de stadscentra. In 2019 liep bijna 15 procent minder mensen in de winkelstraten dan in 2011. Wanneer het coronavirus niet bestaan zou hebben, zou die trend doorzetten. Dat betekent dat de passantenaantallen nu op 75 tot 80 procent van 2011 zou liggen. Door het coronavirus is dat nu ongeveer vijftig procent.
Als men naar de cijfers van de afgelopen drie jaar kijkt, ziet men echter een duidelijke, stijgende lijn. Locatus verwacht dan ook dat het op termijn weer richting een passantenaantal gaat dat past bij de normale historische ontwikkeling.
Winkelcentra worden toegevoegd aan het centrum
Een andere ontwikkeling die Locatus uitlicht, zijn de verschillen tussen winkelgebieden. Centra met relatief veel dagelijks aanbod, zoals Hellevoetsluis, Ridderkerk en Wijchen, zagen het aantal passanten tijdens de coronaperiode minder terugvallen dan centra waar dit aanbod minder belangrijk is, zoals bijvoorbeeld Dordrecht en Den Haag.
Bovendien spelen lokale ontwikkelingen een belangrijke rol. Het uitbreiden van winkelgebieden zorgt ervoor dat het winkelend publiek zich meer verspreidt door de stad, waardoor de drukste plekken minder druk worden. Voorbeelden hiervan zijn Hasselt (België), waar het centrum uitbreidde met Quartier Bleu en Terneuzen (Nederland) dat het Kennedy Retailpark aan de zuidkant van het centrum toevoegde.
Dat gemeenten ervoor kiezen winkelcentra toe te voegen, is niet onlogisch. Uit cijfers van Bureau RMC bleek eerder dat consumenten sneller naar winkelcentra trekken dan naar binnensteden. Winkelcentra telden zeven procent minder passanten, ten opzichte van dertien procent in binnensteden.
Wil je meer weten over het Nederlandse winkellandschap, de verhoudingen van online shoppen versus fysiek winkelen?
Lees dan het achtergrondartikel: Gids: de Nederlandse modemarkt
Hierin behandelen we ook wat Nederlanders de belangrijkste aspecten zijn bij fysiek winkelen bij kledingwinkels én online shoppen bij modewebwinkels.