‘Ondanks versoepelingen nog steeds rustig in Belgische binnensteden’

De Belgische winkels zijn inmiddels anderhalve maand open. Desondanks blijft het stil in de binnensteden, zo meldt De Tijd op basis van cijfers van The Retail Factory, dat het aantal bezoekers in steden en winkelgebieden meet. Volgens het bureau komen er ruim een kwart minder mensen in de binnensteden dan voor de coronacrisis.

In baanwinkels en retailparken die niet in de stad liggen, is het wel aanzienlijk drukker geworden. Hier worden nog maar zeven procent minder bezoekers geteld dan voor de coronacrisis.

‘De drempel om het openbaar vervoer te nemen of in een drukke winkelstraat te wandelen is hoog’, aldus Luc Van Rompaey van The Retail Factory tegenover De Tijd. ‘Mensen verkiezen baanwinkels waar ze met de wagen en in de eigen bubbel naartoe kunnen.’ Gerard Zandbergen, CEO van winkeltrendbureau Locatus, verklaart de relatieve rust in de binnensteden met de term ‘gevoelsdrukte’: door de afstandsregels voelen de binnensteden drukker dan ze daadwerkelijk zijn. Ook de afwezigheid van toeristen in de steden maakt verschil.

Winkeliers zien het onderscheid zelf ook. ‘Onze baanwinkels zaten in mei bijna weer op het niveau van 2019, terwijl we in de steden en de winkelcentra dalingen zagen van 25 tot 40 procent’, zegt Wouter Torfs, CEO van schoenenketen Torfs, tegen De Tijd. Wel lijkt er met de komst van het mooie weer wat verbetering in te zitten. Bart Claes van kledingketen JBC ‘verwacht dat de winkels in de stadscentra snel herademen’.