Buyer van modeboetiek Stijl: “Als alles virtueel wordt zijn boetieks als de onze overbodig”
bezig met laden...
Brussel - Hendrik Opdebeek, buyer van de mannencollecties bij Stijl, het belangrijkste adres voor ontwerpersmode in Brussel, mist de mannenshows. "In september gaan we noodgedwongen virtueel aankopen voor lente 21. Dat is frustrerend voor een zaak als de onze. Ontwerpersmode moet je met je ogen kunnen zien en met je handen kunnen voelen. Als dat niet meer kan, en we alles op een website moeten bestellen, zijn we in feite overbodig."
Opdebeek bleef kalm toen België onder lockdown ging. "We hebben de aanslagen van 2016 in Brussel overleefd en de piétonnier," zei hij in april. De piétonnier is een controversiële Brusselse winkelwandelstraat die gemotoriseerd verkeer uit het centrum weghoudt.
"Bij Stijl zijn we relatief optimistisch," klonk het, "omdat we het gewoon zijn ons aan te passen. Je mag als ondernemer geen schrik hebben. Je moet blijven zoeken naar oplossingen. Als je ziet dat één van je merken plotseling een stuk minder goed loopt, moet je een ander merk vinden om dat verlies op te vangen. We proberen positief te blijven."
Tijdens de lockdown plaatste Stijl filmpjes op Instagram waarin leden van het 7-koppige team kleren showden uit de lentecollecties. In de mannenwinkel verkoopt Opdebeek vooral Belgen: Dries Van Noten, Ann Demeulemeester, Raf Simons, Walter Van Beirendonck, Stephan Schneider en Jan-Jan Van Esch, maar ook Y/Project, Botter en Hed Mayner.
Stijl is sinds enkele weken terug open voor business. Opdebeek klinkt nog altijd positief. Toegegeven, de cijfers zijn niet goed, vertelt hij deze week aan Fashion United. En zoals de meeste van zijn collega's heeft ook hij geen idee wat de toekomst brengt.
Stijl: "Ontwerpersmode moet je met je ogen kunnen zien en handen kunnen voelen"
"Sinds de heropening zie ik alleen bekende gezichten. Die kopen soms gewoon iets uit sympathie. Dat is heel fijn, maar het mag niet blijven duren. Toeristen zijn er niet meer. Veel van onze internationale klanten werken bij de Europese Unie. Die zijn tot minstens september bijna allemaal naar hun thuisland teruggeroepen. Mensen in de culturele sector, ook een belangrijk segment voor ons, hebben Zoom-meetings ontdekt. Ze vinden dat bijzonder handig: iedereen komt stipt op tijd en alles wordt veel sneller afgehandeld. Mensen die vroeger naar Brussel moesten komen voor een meeting, en dan eventueel langs kwamen bij Stijl, zien we niet meer. En dan zijn er nog de vrije beroepen, eigenaars van koffiebars, bijvoorbeeld, of cateraars. Die hebben drie maanden geen inkomsten gehad en zullen in de toekomst misschien langer nadenken voor ze geld uitgeven aan kleren."
De wereld is de voorbije maanden nog wat virtueler geworden dan voorheen. Voor nogal wat Belgische boetieks is dat een probleem: online sales zijn niet hun sterkste punt. Stijl werkte een tijdlang met het internationale platform Farfetch, maar is daar al een paar jaar geleden mee gestopt. "Het was ten eerste amper rendabel en ten tweede hadden we er ook ethische vragen bij. Sommige stukken gingen drie keer de wereld rond voor ze daadwerkelijk verkocht werden. En dat druiste in tegen alles waar Stijl voor staat."
Intussen heeft eigenaar Sonja Noël de knoop doorgehakt: er komt een eigen online store, te beginnen met de najaarscollectie. Een winkel zonder virtuele component is nog nauwelijks denkbaar. Dat het Modepaleis, de winkel van Dries Van Noten in Antwerpen, nu ook op zijn website verkoopt, heeft ook meegespeeld. "Niemand wilt verdrinken."
Normaal gezien zouden Opdebeek en Noël vorige week in Parijs de mannencollecties voor voorjaar 2021 hebben ingekocht. De meeste showroom-afspraken zijn verschoven naar september.
Het is de bedoeling dat de sales dit jaar grotendeels virtueel worden afgehandeld (een uitzondering is Dries Van Noten, die in Antwerpen buyers ontvangt die gemakkelijk de verplaatsing kunnen maken). Dat is frustrerend. "In onze niche van de business is zien en voelen essentieel. Een hemd is een hemd. Het wordt pas een designerstuk als het door de handen van een designer is gegaan. Het verschil met een hemd van de winkelstraat zie je pas echt als het beweegt op de catwalk, en daarna in de showroom."
"Het is mijn job om naar de shows te gaan kijken en daar iets uit te distilleren dat interessant is voor onze winkel, voor Brussel, voor onze klanten. Ik heb een hekel aan het woord curating — het klinkt zo pretentieus. Maar voor een stuk is het dat wel. Onze manier van werken onderscheidt ons ook van de grote luxegroepen, die zich steeds meer rechtstreeks tot de consumenten richten, zonder de tussenschakel van boetieks. In hun optiek heeft wat wij doen geen belang meer."
Er is niet alleen slecht nieuws. Stijl noteert dat vooral gemakkelijke kleren sneller verkopen. Stephan Schneider en Jan-Jan Van Essche doen het opvallend goed, net als de basics van Dries Noten. De meer experimentele mode blijft vooralsnog hangen. "Ik vind het moeilijk om daar lessen uit te trekken. Elk seizoen is anders. Ik denk dat je grote trends pas kunt zien als ze voorbij zijn."
Het budget voor komend seizoen zal in elk geval een stuk minder zijn. "We weten sowieso nog niet wat ons te wachten staat. Bij de winkelstraatketens zag je na de lockdown lange rijen mensen aanschuiven, terwijl het bij winkels als de onze relatief stil bleef. Gaan mensen anders kopen? Dat weten we nog niet. Ik verwacht een kleiner aanbod van de ontwerpers. Ateliers en fabrieken zijn lang gesloten gebleven, het was niet altijd gemakkelijk om aan materiaal te geraken. Wij gaan voor komend seizoen in elk geval minder aankopen. Sommige, niet-seizoensgebonden stukken zullen we volgende zomer opnieuw in de winkel hangen." Hoe het daarna verder moet? "Dat zullen we zien in januari. Komt het virus terug? Of zijn we ervan af? Ik kan me inbeelden dat een stad als Parijs de modeweken graag zo snel mogelijk terug ziet komen. Er gaat enorm veel geld mee gemoeid: restaurants en hotels teren op het publiek van de shows. Als dat allemaal wegvalt, bloedt alles dood, en dan geraakt niemand meer uit zijn of haar bubbel."
Sonja Noël begon Stijl in 1984. De zaak vervulde een pioniersrol: Stijl geldt als een van de eerste zaken die de collecties van Belgische ontwerpers verkocht, onder wie Dries Van Noten, Ann Demeulemeester en Walter Van Beirendonck. Noël hielp van de vervallen Dansaertstraat in de Brusselse benedenstad een trendy wijk te maken. Het succes van Stijl trok vanaf de jaren negentig een hele reeks andere mode-entrepreneurs aan en de straat wordt nog altijd beschouwd als het modehart van de Belgische hoofdstad. Stijl heeft aparte boetieks voor mannen en vrouwen. In de mannenzaak hangen onder meer Dries Van Noten, Stephan Schneider en Raf Simons in de rekken.
Onderdeel worden van FashionUnited's B2B Marketplace? Inkopers en merken kunnen zich aanmelden via fashionunited.com/marketplace.
Foto: de mannenmodewinkel Stijl, eigendom Stijl. De Instagram-post met de foto van Hendrik Opdebeek is op verzoek en met toestemming van de geïnterviewde in dit artikel gepubliceerd.