Belgen geven minder geld uit aan kleding dan twintig jaar terug

Belgische huishoudens besteedden in 2018 relatief minder geld aan kleding en schoenen dan twintig jaar daarvoor, in 1999. Dat blijkt uit onderzoek van Statbel. Waar Belgische huishoudens in 1999 5,3 procent van de huishoudportefeuille besteedden aan schoenen en kleding, is dat in 2018 nog 4,6 procent. In 2018 kwam dat neer op een bedrag van 1659 euro per gezin per jaar.

Het onderzoek van Statbel naar de bestedingspatronen van Belgische huishoudens wordt tweejaarlijks uitgevoerd. Het laatste decennium ziet een redelijk constante daling van de uitgaven aan kleding en schoenen: in 2012 was die 5 procent, in 2014 4,6 procent, en in 2016 4,3 procent. Alleen in 2018 werd een kleine stijging berekend ten opzichte van 2016.

Opvallend zijn de verschillen per regio in uitgavenpatronen: in Vlaanderen wordt ten opzichte van Wallonië en Brussel verhoudingsgewijs het meest uitgegeven aan kleding en schoenen. In 2018 besteedden de Vlamingen 5,1 procent van hun huishoudbudget aan schoenen en kleding, ten opzichte van 3,9 procent in Wallonië en 4,2 procent in Brussel. In 1999 was dat 5,9 procent in Vlaanderen tegenover 4,5 procent in Wallonië en 4,4 procent in Brussel.

Het geld dat wordt bespaard in de categorie kleding en schoenen geven Belgen grotendeels uit in de horeca (6,6 procent in 2018 tegenover 4,9 in 1999), en, bovenal, aan de kosten van huisvesting. In die laatste categorie stegen de uitgaven van 26,1 procent van het budget in 1999 naar 30,3 procent in 2018.