Wat ‘duurzaam denken’ betekent tijdens de Lagos Fashion Week

Lagos - Vier dagen voor de show van Éki kéré tijdens de Lagos Fashion Week is er nog volop bedrijvigheid in het atelier van het populaire Nigeriaanse merk. Het atelier is gevestigd in het hart van de culturele en economische hoofdstad van het dichtstbevolkte land van Afrika.

Op die dag brengt Abasiekeme Ukanireh, oprichtster van het merk, modellen en kleermakers samen voor de laatste aanpassingen. Dit is voor het belangrijkste mode-evenement van Afrika, dat van woensdag tot en met zondagavond plaatsvindt.

“Ieder jaar probeer ik als ontwerpster de grenzen op het gebied van duurzaamheid verder te verleggen”, legt de 35-jarige Ukanireh uit aan AFP. In 2025 legt ze meer nadruk op het gebruik van indigo en een kleurstof op basis van ‘kolanoten’.

Haar merk, gelanceerd in 2020, staat bekend om het gebruik van raffia en knopen van notendoppen in de creaties. Tijdens haar show op zondag lopen zo'n dertig modellen in outfits geïnspireerd op de traditionele huwelijksceremonies van Ikot Ekpene. Deze stad, bijgenaamd ‘de raffiastad’, ligt in de staat Akwa Ibom (zuidoost), waar de ontwerpster vandaan komt. Het gebruikelijke kant is vervangen door raffia, karton en linnen.

Ontwerpers stimuleren

Abasiekeme Ukanireh stelt dat de Lagos Fashion Week jonge ontwerpers aanmoedigt om ‘duurzaam te denken’. Ze weten namelijk dat een verantwoorde aanpak nodig is voor succes of zelfs deelname.

Omoyemi Akerele is de oprichtster van dit grote mode-evenement in 2011. In 2018 lanceerde ze het incubatorprogramma ‘Green Access’. Dit programma scout, traint en begeleidt jonge Afrikaanse ontwerpers en biedt hen de tools voor de ontwikkeling van duurzame collecties.

“Hoewel duurzaamheid centraal staat in hun ontwerpproces, gaat het erom hen aan te moedigen verantwoordelijker te zijn. Dit door hun keuzes in elke fase van het creatieve proces te heroverwegen en te begrijpen dat het begint bij de materialen”, legt Akerele uit aan AFP. Met de Lagos Fashion Week wil ze laten zien dat ‘Afrikaanse creativiteit een plek heeft op het wereldtoneel’. Ook wil ze tonen dat het een ‘katalysator is voor culturele trots en duurzame systemische verandering’.

De oprichtster van de Lagos Fashion Week moedigt niet alleen ontwerpers aan tot duurzame mode, maar ook consumenten. Dit doet ze met haar Swapshop-initiatief, waar men kleding die niet meer gedragen wordt kan ruilen voor andere items.

“We hebben allemaal kleding thuis die we niet meer dragen. Het is geweldig om die te kunnen ruilen met de stijlvolle mensen die dit soort evenementen bezoeken”, zegt een enthousiaste Danielle Chukwuma. Zij is een 43-jarige handelaar die meerdere shows in het Federal Palace Hotel in Lagos bezoekt.

Overconsumptie

Ze ontdekt de creaties van Nigeriaanse ontwerpers en talenten uit andere Afrikaanse landen. Een voorbeeld is de Indo-Keniaanse Ria Ana Sejpa van het merk Lilabare, die voor de derde keer deelneemt aan de Lagos Fashion Week.

“Ik denk dat Lagos de modehoofdstad van Afrika is. Mode is hier onderdeel van de cultuur. Mensen zijn trots op hun stijl, ze vallen graag op en zijn niet bang om gedurfd of glamoureus te zijn”, vertelt de 34-jarige vrouw aan AFP. Zij presenteert 25 outfits in beige, witte, bruine, oranje en groene tinten tijdens haar show, gemaakt van ananas-, bananen- of koffiedikvezels.

“Het is essentieel om rekening te houden met ons ecosysteem, de troeven van de omgeving en de mensen om je heen. Ook het nemen van bewuste beslissingen in elke fase van het creatieproces is belangrijk”, aldus Ria Ana Sejpa.

Een mening die wordt gedeeld door de Nigeriaanse Florentina Hertunba (31), oprichtster van het merk Hertunba. Haar merk verovert een plek in het modelandschap van haar land. Ze gebruikt traditionele Nigeriaanse stoffen, zoals Aso Oke en Akweté, en andere lokale producten. Daarnaast maakt ze gebruik van biologisch afbreekbare verpakkingen en beperkt ze afval.

“Dit item is gerecycled. Een oude stof is verwerkt tot garen en vervolgens hergebruikt om dit te creëren”, legt de jonge vrouw uit. Ze wijst naar een zwarte jurk met motieven in haar atelier in Lagos.

Volgens haar kan duurzame mode alleen mainstream worden als consumenten meegaan in de beweging. “Een van de grootste gevaren is de overconsumptiecultuur, waarbij men constant nieuwe kleding koopt voor elke gelegenheid. Duurzame mode maakt positieve vorderingen, maar overconsumptie ook”, zegt ze bezorgd.

De opkomst van fast fashion wereldwijd zorgt voor een groeiende hoeveelheid textielafval. Volgens de Verenigde Naties wordt jaarlijks 92 miljoen ton textielafval geproduceerd. Afrika ontvangt jaarlijks miljoenen tonnen hiervan, die uiteindelijk op open vuilnisbelten worden verbrand. De mode-industrie is verantwoordelijk voor tien procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.