• Home
  • Nieuws
  • Mensen
  • De baan van… Esther Muñoz Grootveld, programmamanager bij State of Fashion en De Wasserij

De baan van… Esther Muñoz Grootveld, programmamanager bij State of Fashion en De Wasserij

Door Nora Veerman

bezig met laden...

Scroll down to read more
Mensen|INTERVIEW

Dat er voor een creatieve en effectieve mode-industrie goede ontwerpers, producenten, fotografen, inkopers en marketeers nodig zijn, dat spreekt voor zich. Minder vaak gezien zijn de mensen die zich aan de zijlijn van de industrie bevinden, die beschouwen, reflecteren, activeren en samenbrengen.

Zo iemand is Esther Muñoz Grootveld, programmamanager bij modeplatform State of Fashion en tot voor kort kwartiermaker bij de Rotterdamse fashion hub De Wasserij. Door middel van community-building en het organiseren van activiteiten en samenkomsten brengt zij verschillende spelers uit de modewereld bij elkaar en stimuleert ze tot actief reflecteren op wat mode is en kan zijn. FashionUnited sprak Muñoz Grootveld over haar bijzondere baan. “Ik ben niet goed met een blanco vel papier. Als je me dat geeft, weet ik niet wat ik erop moet zetten. Maar als je me een ontwerp laat zien, kan ik het wel in context zetten, op een manier waar een ander vervolgens iets aan heeft.”

Wat doe je precies bij De Wasserij en State of Fashion?

“De Wasserij is een plek voor innovatieve makers - ontwerpers, stylisten, fotografen, sales consultants, PR-specialisten - die bezig zijn met een alternatieve toekomst voor mode. Dat doen ze allemaal op een heel eigen manier en ze ondersteunen elkaar daarin. Mensen uit de modeketen ontmoeten elkaar gewoonlijk niet vaak, maar ze hebben elkaar wel nodig. De Wasserij brengt al deze mensen samen. Er zijn hier dertig studio’s waar zo’n vijftig modeprofessionals hun werk doen. Om zo’n community te activeren, heb je echter ook iemand van buiten nodig, die inventariseert wat zij willen, welke waarden zij delen, iemand die een plan op papier zet en een programma maakt. Die rol vervulde ik de afgelopen twee jaar als kwartiermaker. Het programma komt voort uit de community zelf: evenementen die we doen, van workshops tot presentaties, worden door of voor de community georganiseerd.”

“Naast verbinden ben ik vaak ook bezig met financiering zoeken, partnerships sluiten en netwerken. Maar ik ben ook veel ‘op de vloer’ te vinden. Als ik ‘s ochtends binnenkom in De Wasserij maak ik meestal even een rondje om te kijken wie er allemaal is en hoe het gaat. Ik probeer zo met iedereen in contact te blijven. De laatste twee jaar was ik in De Wasserij eigenlijk zowel directeur als conciërge. Nu bewegen we ons naar een nieuwe fase en worden steeds meer taken overgenomen door ons verenigingsbestuur en onze residents zelf.”

De Wasserij in Rotterdam. Foto’s: Aad Hoogendoorn

“De Wasserij is een fysieke plek waar lokaal hands-on gewerkt wordt door de makers. Het is heel fijn om daar te werken, met de voeten in de klei zeg maar. State of Fashion is juist heel internationaal. Het is een organisatie die onder andere met een biënnale reflecteert op wat makers en andere spelers in de mode bezighoudt en wat er speelt in het modeveld en in de wereld. Elke editie is een nieuw hoofdstuk, met steeds een nieuwe curator en een ander thema. Mijn taak is om daar continuïteit in te houden en met het team te zorgen dat het programma er komt. De volgende editie van State of Fashion is nu in ontwikkeling, we hebben net onze Open Call for Curators gesloten. Ik organiseer zo’n call bijvoorbeeld en ga komende tijd aan de slag met het vertalen van ideeën naar een plan van aanpak, het maken van budgetten, het samenstellen van een team en het aansluiten van mogelijke samenwerkingspartners.”

“State of Fashion is als organisatie volwassener dan De Wasserij. Het bestaat langer en heeft een groter team. Een voorbeeld: als je een communicatiecampagne doet bij State of Fashion, worden daar vergaderingen over belegd. Dan wordt er een communicatiemanager op gezet, en een ontwerper, het wordt gedegen en doordacht aangepakt. Bij de Wasserij kan ik vandaag bedenken: Weet je wat? Volgende week gaan we een naaiworkshop organiseren. Hup, even een Instagrampost maken. Het is kleiner en daardoor wendbaarder en experimenteler. Die combinatie is heel verfrissend.”

Een publieksevenement en rondleiding tijdens State of Fashion 2018. Foto boven: David Jagersma. Foto onder: Valerie Spanjers

Hoe ben je dit werk gaan doen?

“Ik ben opgeleid aan AMFI, als marketeer. Tijdens die opleiding kwam ik erachter dat ik me niet thuis voelde in de traditionele mode-industrie, dus koos ik een ander pad. Ik ben een stage gaan doen bij het Architectuurinstituut (nu Het Nieuwe Insitituut, red.). Dat vonden ze bij een modeschool als AMFI destijds een beetje gek, maar ik deed het toch. Na mijn opleiding ging ik werken als projectmanager bij de Premsela-stichting, het Nederlandse platform voor mode en vormgeving (ook opgegaan in Het Nieuwe Instituut, red.). Dat platform organiseerde tentoonstellingen, lezingen en debatten waarin reflectie op ontwikkelingen in de modewereld centraal stond. Ik was altijd op zoek naar nieuwe invalshoeken om het traditionele denken over mode open te breken. Ik herinner me bijvoorbeeld een bijeenkomst over de parallellen tussen haute couture en het werk van sterrenkoks.”

“In 2011 verhuisde ik naar China, waar ik ging werken bij een organisatie die tentoonstellingen en museumconcepten ontwikkelt. In die tijd ervoer ik dichtbij de bron hoe de fast fashion-industrie werkt, bijvoorbeeld op grote markten waar alle kleren met productiefouten terechtkomen... Ik was echt overweldigd door de hoeveelheid afgedankte spullen die ik daar zag en kon dat niet rijmen met mijn eigen kijk op mode. Ik hecht veel waarde aan de dingen die ik bezit.”

“Toen ik na vier jaar terugkeerde in Nederland dacht ik: als ik nu weer aan een modeproject ga werken, moet het iets bijdragen aan een duurzamere industrie. De rol van programmamanager bij State of Fashion paste daarom perfect. State of Fashion beschouwt mode als tool om de wereld te verbeteren. Die functie was op mijn lijf geschreven. Ik was dolblij toen ik werd aangenomen.”

State of Fashion 2018. Foto: Eva Broekema

“Terwijl State of Fashion in Arnhem opstartte, was in Rotterdam, waar ik woon, De Wasserij in ontwikkeling. Deze oude industriële wasserette was opgekocht door stichting SKAR, die er een modebroedplaats van zou gaan maken. Ik nam contact op met de organisatie omdat ik er graag een studio wilde. Toen ik vertelde wat ik deed - dat ik programmamaker ben, dat het mijn werk is om op mode te reflecteren, dat ik mensen graag samenbreng - toen zeiden ze: “Misschien moet jij maar de trekker worden van De Wasserij.”

Hoe combineer je De Wasserij en State of Fashion?

“Ik werk als ZZP’er projectmatig, vaak aan langlopende klussen die gelijktijdig lopen. Zo vult mijn week zich aardig op. Afgelopen twee jaar besteedde ik gemiddeld de helft van mijn tijd aan De Wasserij en de helft aan State of Fashion. Normaal gesproken ben ik elke dag ergens anders. Ik zit heel veel in de trein: op weg naar afspraken, om mensen ontmoeten, samenwerkingen op te zetten, om dingen te zien en geïnspireerd te raken. Sinds het begin van de coronacrisis is dat natuurlijk anders. Ik ben eigenlijk altijd in De Wasserij, en werk ik heel veel digitaal. Maar nog steeds is elke week verschillend.”

“Voor mij is de combinatie tussen State of Fashion en De Wasserij heel inspirerend. State of Fashion gaat over een analytische manier van kijken naar het modeveld en hoe zich dat beweegt. In De Wasserij werk ik midden in dat veld, daar waar dingen bedacht en gemaakt worden. Dat helpt om beter te begrijpen wat ik bij State of Fashion doe, waarom ik dat belangrijk vind en welke kant ik wil dat het platform op gaat. Andersom werkt het ook heel goed. Mensen in De Wasserij zijn vaak bezig met overleven als bedrijf. Ze zitten soms bijna met oogkleppen op hun werk te doen: werken, werken, werken. En dat terwijl ze soms ook even moeten stoppen en om zich heen moeten kijken om te zien: wat gebeurt er eigenlijk, waar liggen kansen voor mij? Dat soort denken breng ik mee vanuit State of Fashion.”

De Wasserij. Foto: Aad Hoogendoorn

Wat vind je het leukst aan je werk?

“Ik doe echt wat ik heel erg leuk vind. Ik ben heel gepassioneerd over mode en geïntrigeerd door wat mode met mensen doet en voor mensen betekent. Het is een magisch iets, vind ik. En ik ben altijd bezig met mijn steentje bijdragen aan een betere wereld. Ik word het allergelukkigst van mensen een stapje verder brengen, bijvoorbeeld door te werken met startende ontwerpers, door kritisch mee te kijken met wat ze aan het doen zijn en af en toe advies te geven. Maar ik kan ook heel blij worden van nieuwe ontmoetingen, zoals bij State of Fashion, en het netwerk te zien groeien van mensen die je aan elkaar kunt verbinden, of die kunt bellen om geïnspireerd te raken, of als je ergens mee zit, of voor iets praktisch. Mijn doel is om die groep steeds groter te maken, steeds internationaler, steeds bijzonderder.”

Wat is je grootste uitdaging?

“Tijdmanagement. Ik ben bij heel veel lagen van beide organisaties betrokken. Dat vind ik ook heel belangrijk, maar ik kan niet alles meer doen. Bij State of Fashion is er gelukkig een een team, maar bij De Wasserij zijn onze ambities soms groter dan dat wat we aankunnen. Dat wringt af en toe wel, ik hoop dat we daar dit jaar verandering in kunnen brengen.”

Wat zou je in de toekomst nog willen doen?

“Ik heb lang in China gewoond en daar met veel plezier gewerkt. De Chinese cultuur is enorm interessant, zo anders dan hier. Voor Premsela deed ik ook veel internationaal werk en dat heeft mijn kijk op de wereld veranderd, het werkt verrijkend. Ik zou graag weer meer willen reizen voor mijn werk. Dat gebeurt nu nauwelijks meer. Dat mis ik wel echt!”

De Wasserij. Foto: Aad Hoogendoorn

Homepagebeeld: Esther Muñoz Grootveld. Foto: Kevin Faignaert

De baan van
De Wasserij
Esther Muñoz Grootveld
State of Fashion
Workinfashion