Modemuseum Antwerpen een van beste modemusea wereldwijd

Het Amerikaanse travelmagazine Fodor's heeft een top tien gemaakt van de beste modemusea in de wereld. Naast onder andere het Nederlandse tassenmuseum Hendrikje en het Franse Palais Galliera, Musee de la mode, is het Antwerpse modemuseum geselecteerd.Voor het personeel in Antwerpen kwam het een beetje uit de lucht vallen. “Ik ken de site eerlijk gezegd niet, maar ik vind het wel een hele eer,” vertelt curator Karen van Godtsenhoven.

Of het bezoekersaantal zal stijgen door deze 'nominatie', vindt Van Godtsenhoven lastig te beoordelen. “Per jaar hebben we ongeveer 90.000 bezoekers, dat zijn er zo'n 45 per tentoonstelling. Onze bezoekers komen van de hele wereld; Europa, Azië en Amerika. Via ons gastenboek en social media ontvangen wij feedback over onze tentoonstellingen. Door de online interactie ontstaat een soort digitale gemeenschap en we denken dat dit een van de redenen is waarom we zijn geselecteerd als een van de beste modemusea.”

Modemuseum Antwerpen wil binnenkort uitbreiden

Antwerpen is niet de enige stad met een Belgisch modemuseum. Ook in Hasselt is een gevestigd; deze staat echter niet op de lijst. Beide musea hebben een andere visie. “Onze focus ligt meer op historische achtergronden met grote namen uit de modegeschiedenis: voornamelijk ontwerpers uit de euregio,” vertelt directeur van modemuseum Hasselt, Kenneth Ramaekers in een interview met FashionUnited. Van Godtsenhoven beschouwt hen niet als concurrentie, maar als een gelijke instantie met slechts een andere focus, inhoud en doelgroep. “Onze focus ligt op Belgische ontwerpers. Zo hebben we binnenkort een expositie over Dries van Noten,” aldus de curator uit Antwerpen.

Bij een tentoonstelling in elkaar zetten, komt een heel proces kijken. Eerst kijkt de curator naar vorige tentoonstellingen. “We kijken in de eigen collectie welke interessante stukken al aanwezig zijn. Dan zijn er altijd stukken die ontbreken, dus dan benader ik modehuizen.” De relatie met alle merken is essentieel voor het museum. Van Godtsenhoven maakt een afspraak om de archieven te bekijken. Hier komt ook nog een tijdsdruk bij kijken, want alle stukken zijn in no time uitgeleend. Na de afspraak worden alle gewenste items besteld. Na goedkeuring van het modehuis worden de stukken voorbereid voor transport. “Dit gebeurt net als bij schilderijen op een heel zorgvuldige manier. Soms moeten stukken nog worden gerestaureerd. De restauratie wordt gedaan voor het transport naar het museum. Het vervoer gaat altijd onder begeleiding van iemand van ons. Ondertussen werk ik samen met de scenograaf die een plan uittekent voor de expositie. De mensen van het collectiedepartement zorgen vervolgens voor de juiste materiële ondersteuning, zoals poppen. Zij zorgen dat een stuk op de juiste manier aan het publiek getoond kan worden.”

Voorheen was de culturele instelling een textielmuseum. In 2002 ging het museum over naar een modemuseum. Op dit moment heeft het museum nog geen vaste collecties, maar hoopt deze wel in de toekomst te kunnen opbouwen. Daarvoor is wel een uitbreiding noodzakelijk, maar het modemuseum heeft nog geen concrete plannen. De huidige tentoonstellingsruimte is 1200 vierkante meter. Volgens Van Godtsenhoven zou het museum zo'n zelfde ruimte erbij willen creëren. Daar zou de vaste collectie getoond kunnen worden. De focus van alle exposities ligt op de Belgische mode, omdat daar de meeste interesse voor is. “We zoeken een beetje een evenwicht tussen een hoog wetenschappelijk en internationaal niveau; en het laagdrempelige niveau. De presentatie moet zowel bij de modekenners als bij de 'leken' aanspreken. We proberen de tentoonstelling visueel zo op te stellen dat de bezoeker niet altijd de tekst hoeft te lezen.” Volgend jaar staan twee grote exposities op het programma: een over Dries van Noten – die is nu aanwezig is in Parijs - en de andere over het thema schoenen, genaamd 'Footprints'.