Wat betekent de uitspraak in Hermès NFT-rechtszaal voor de toekomst van digitale kunst?
bezig met laden...
De grenzen van non-fungible token (NFT) kunst werden vorige week op de proef gesteld in een rechtszaak waarbij digitale creatie het opnam tegen de waarden van luxe mode. Uiteindelijk was het de laatste die als winnaar boven kwam. Hermès won de langverwachte rechtszaak tegen Mason Rothschild, een kunstenaar die door het modehuis was beschuldigd van merkinbreuk nadat hij een serie "MetaBirkins" NFT's had uitgebracht.
De uitkomst kwam na meerdere dagen beraadslaging in de rechtbank van het Southern District van New York, door een negenkoppige jury die uiteindelijk in het voordeel van het Franse luxemerk oordeelde. Hermès kreeg 133.000 dollar (124.489 euro) schadevergoeding, waarbij werd vastgesteld dat Rothschild inderdaad van het merk had geprofiteerd door de NFT's te creëren.
Het conflict begon nadat Rothschild in december 2021 100 digitale handtassen had uitgebracht die naar het voorbeeld van de kenmerkende Birkin-stijl van Hermès waren gemaakt. Hoewel de kunstenaar opmerkte dat de collectie was geïnspireerd op de "bontvrije" mode-initiatieven van het merk - zoals te zien was in het gebruik van pluizige texturen voor de NFT's - was Hermès het daar niet mee eens en stuurde zij Rothschild een stakingsbevel.
In januari 2022 spande het merk een rechtszaak aan met betrekking tot merkinbreuk, nadat Rothschild al meer dan een miljoen dollar aan NFT's had verkocht, zoals Reuters destijds meldde. In de aanklacht werd beweerd dat Rothschild opzettelijk inbreuk wilde maken op Hermès, met als doel te profiteren van het merk in een zet waarvan het zei dat die "waarschijnlijk verwarring zou veroorzaken bij de consument" en de reputatie van het merk zou kunnen schaden.
Het was de eerste rechtszaak die de juridische en creatieve grenzen van NFT's - gedefinieerd als digitale activa die worden geverifieerd door middel van een blockchain-gebaseerde certificering - volledig onderzocht, een product van de steeds groeiende Web3-wereld, die grotendeels ongereguleerd is gebleven. De zaak zette vraagtekens bij de vage grenzen tussen de digitalisering van activa en de rechten op consumentenproducten, waarbij veel ogen gericht waren op wat de uitspraak zou kunnen opleveren en hoe deze in de toekomst soortgelijke zaken zou kunnen beïnvloeden.
Grenzen van digitale kunst
Een groot deel van Rothschilds verdediging draaide om het idee dat kunstenaars kunst zouden mogen maken op basis van hun "interpretaties van de wereld", waarbij zijn advocaten ter verdediging regelmatig verwezen naar het Amerikaanse First Amendment. Verder verklaarde hij dat zijn NFT's "deel uitmaakten van een experiment", waarmee hij de waarde van luxe ter discussie wilde stellen. De advocaten van Hermès benadrukten de schade die een dergelijk gebrek aan regelgeving zou kunnen veroorzaken, door erop te wijzen dat het concept nog erg nieuw is en daarom door de consument niet volledig kan worden begrepen. De twee argumenten definieerden de vragen die bij een dergelijke zaak horen, waarbij de vraag rijst of men voor het perspectief van de consument of voor de vrijheid van creatieve expressie moet zijn.
Shermin Lakha, oprichter en leidende advocaat van het in New York gevestigde Lvlup Legal, was als advocaat die toezicht houdt op soortgelijke zaken en zelf een fervent NFT-koper is, bijzonder geïnteresseerd in deze zaak en de uitkomst ervan. In een gesprek met FashionUnited vertelt Lakha: "Het was interessant omdat, in termen van handelsmerken in Web3, er eigenlijk geen jurisprudentie is. Daarom was deze zaak zo baanbrekend, omdat het echt mogelijk maakte dat er enige jurisprudentie was in termen van Web3 en het gaf ons grenzen en richtlijnen over wat we nu moeten doen."
Lakha's standpunt over de zaak blijft vrij neutraal, aangezien ze vaak zowel merken als artiesten vertegenwoordigt bij soortgelijke inbreukzaken. Ze merkt wel op: "Vanuit een merkperspectief is het echt een grote overwinning voor bedrijven, omdat ze nu bescherming hebben voor de merken die ze hebben geregistreerd. Dat is echt belangrijk. Voor artiesten trekt het echt een lijn tussen wat ze kunnen doen in termen van NFT's en hoe ze zich artistiek kunnen uitdrukken."
Jimmy Au, streetwear en culture lead voor NFT-platform MADWorld, heeft een andere kijk op de uitkomst en was van mening dat het een betere toekomst biedt voor artiesten die geld willen verdienen in deze ruimte. Au zegt: "Ik denk dat deze rechtszaak meer creativiteit in het digitale domein kan aanwakkeren. Het snijdt de spelers in de NFT-ruimte weg die als 'copycats' van beelden en entiteiten worden gezien en creëert in plaats daarvan ruimte voor makers die NFT's gewoon als springplank gebruiken om nieuwigheid en innovatie te brengen aan bestaande merken."
Juridische beperkingen in de metaverse
Hoewel sommigen het misschien zien als een klap voor sommige digitale kunstenaars, geeft de uitspraak wel het signaal af dat wetten die zijn opgesteld rond consumentenproducten nog steeds van toepassing kunnen zijn op hun werk. Josh Charalambous, partner sport, entertainment en IP senior medewerker, en Ciara Cullen, partner retail- en consumentengroep, van advocatenkantoor RPC, reageren: "Het is een tijdige herinnering voor makers van NFT's - en kopers van NFT's - dat er al een verfijnde reeks rechtsbeginselen bestaat die kunnen worden toegepast op werken die zij creëren."
Het duo vervolgt: "Net als de versnelling in digitale content online, heeft de wet een manier (en een lange geschiedenis) om zich te vormen naar nieuwe technologieën, en dus zou het een misstap zijn voor makers om te denken dat deze kunnen worden genegeerd. De beslissing moet echter niet noodzakelijkerwijs worden gezien als een inbreuk op kunstenaars of makers - het punt is dat de bestaande wetten inzake intellectuele eigendom gewoon verder worden toegepast."
Net als de gevoelens van de advocaten van RPC bepaalde de beslissing van de jury dat de NFT's in kwestie konden worden gekoppeld aan het fysieke consumentenproduct, waarvoor in de echte wereld strengere merkenwetten gelden. Terwijl sommigen meenden dat de uitkomst een precedent zou scheppen voor rechtszaken van dit kaliber in de toekomst, merkten anderen op dat er nog een lange weg te gaan is. Dit is een gevoel dat het advocatenduo benadrukt, aangezien zij verder opmerken dat handelsmerkwetten overal ter wereld verschillend worden behandeld. Daarom zijn juridische kwesties rond het thema NFT's vrij open en zouden ze in een andere markt vanuit een andere invalshoek kunnen worden benaderd.
Zij voegen daaraan toe: "Maar vergis je niet: dit is een overwinning voor merkeigenaren in vele sectoren - zowel voor retail- en consumentenmerken, als voor herkenbare sport- en entertainmentmerken, waarvan velen proactief overwegen hoe zij hun reputatie, goodwill en branding het best kunnen beschermen naarmate we meer use cases voor Web3-technologieën zien. Het besluit brengt kwesties in verband met merkbescherming op de voorgrond als het gaat om NFT's - en het verhoogt het bewustzijn van makers dat zij moeten oppassen voor het gebruik van andermans inhoud en merknamen.”
"Dit is belangrijk omdat het voor merkbeschermingsteams veel gemakkelijker is als zij mensen ervan kunnen weerhouden potentieel inbreukmakende items te maken, en spraakmakende rechtszaken zoals deze kunnen het verschil maken door makers eraan te herinneren dat zij zich bewust moeten zijn van de intellectuele eigendomsrechten van anderen."
De toekomst van legaliteit in Web3
Hoewel de eerste fase van deze zaak officieel is afgerond, is het misschien niet het einde van de lijn voor Rothschild. Op Instagram hintte de artiest ook naar dingen die komen gaan, in een post waarin stond "het gevecht is nog lang niet voorbij". Hij voegde eraan toe: "Ik ben er trots op dat ik vroeg ben met dingen, Web3 inbegrepen, en soms komt dat met groeipijnen zoals deze. Het is nog vroeg. De meeste mensen begrijpen niet wat dit is, maar dat betekent niet dat ze het nooit zullen begrijpen. Het is mijn plicht en de plicht van andere makers in deze ruimte om het ze te laten zien. We houden het in beweging."
Juridische kaders rond de Web3 en metaverse industrie staan ook nog in de kinderschoenen, zoals Lakha van Lvlup zegt: "Ik denk dat deze zaak mogelijk in beroep zal gaan en dit is slechts één uitspraak. Het schept wel wat richtlijnen, maar er kan nog zoveel meer gezegd worden over de rol van kunstenaars en hoe ver merknamen en handelsmerken kunnen gaan. In dit geval gebruikte Rothschild iets dat onder een handelsmerk viel, maar bij iets dat niet zo bekend is, vooral bij kleinere, minder bekende merken, zou de uitkomst anders kunnen zijn."
De aandacht van de mode- en NFT-enthousiatelingen zal nu uitgaan naar het lopende conflict tussen Nike en StockX, een duo dat met elkaar in conflict kwam nadat laatstgenoemde NFT's ging verkopen die leken op de schoenstijlen van de sportkledinggigant. Nu dergelijke zaken steeds duidelijker worden, zullen merken op zoek gaan naar manieren om zich te beschermen in de zich snel ontwikkelende Web3-wereld, waardoor makers op hun hoede moeten zijn voor de manier waarop zij digitale kunst benaderen.
Au van MadWorld zei: "Makers worden vaak in beslag genomen door de creativiteit achter hun werk, en laten mogelijk de juridische zaken achter het werk links liggen. Merken moeten zorgvuldig te werk gaan en hun intellectuele eigendomsrechten veiligstellen. Omdat dit de lancering van collecties kan vertragen en strategieën kan beïnvloeden, moeten merken het juiste juridische team inschakelen en duidelijke, afgebakende overeenkomsten sluiten met partners en ontwerpers."
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op FashionUnited UK. Vertaling en bewerking naar het Nederlands door Caitlyn Terra.