Victory & Dreams CEO over faillissementsaanvragen, koop Bonita en mogelijke beursgang
bezig met laden...
LONGREAD - Lex Hes spreekt bijna nooit met de pers over zijn onderneming Victory & Dreams Holding, het moederbedrijf van Miller & Monroe, Witteveen en Men at Work. “Ik denk dat het belangrijker is dat de aandacht van mij en het bedrijf ligt bij de winkels.” Afgelopen week voelde hij zich genoodzaakt om de publiciteit op te zoeken en FashionUnited uit te nodigen op het kantoor in Breukelen.
Het is de middag na het afronden van de overnameovereenkomst tussen Victory&Dreams International Holding en Tom Tailor Group. Victory & Dreams neemt van de Duitse groep het merk Bonita over, een overname die al sinds vorig jaar november in de maak was en afgelopen week op het spel kwam te staan mede dankzij berichten over faillissementsaanvragen voor Vidrea Retail in Nederland, aldus Hes. Hes wil context bieden aan deze berichten, die door het Financieele Dagblad zijn gepubliceerd op basis van statements van advocaten die faillissementsaanvragen hebben gedaan voor hun cliënten.
In het artikel van het FD wordt gesproken over een faillissementsaanvraag die is gedaan door Bierens Incasso Advocaten uit Veghel en een aanvraag door Albert Elema die op 19 maart behandeld zou worden maar weer is ingetrokken. Ook worden VastNed en TresInvest aangehaald die vorig jaar een faillissementsaanvraag hebben ingediend en weer hebben ingetrokken. “Een aanvraag wordt ingediend, maar moet eerst nog worden toegewezen door de rechter,” benadrukt Hes in zijn kantoor. Bij navraag van FashionUnited meldt VastNed dat het bedrijf sinds het intrekken van de faillissementsaanvraag vorig jaar een goede band heeft met Vidrea met betrekking tot het pand dat zij aan het bedrijf verhuren. TresInvest geeft tegen FashionUnited aan na het conflict het desbetreffende pand verkocht te hebben en sindsdien geen band meer heeft met Vidrea.
Op de vergadertafel in het hoofdkantoor van Vidrea in Breukelen liggen de mails die de advocaat van Hes heeft verstuurd aan het FD en Albert Elema. Uit de mails blijkt dat Elema niet volledig is gequote door de krant, iets waar Hes met zijn hoofd niet bij kan, dat de positieve informatie achterwege is gelaten. Tijdens het gesprek meldt Hes dat Bierens Advocaten een rectificatie wil van het FD-stuk. Het advocatenkantoor geeft vrijdag telefonisch tegen FashionUnited aan dat daar op dit moment geen uitspraken over gedaan kunnen worden omdat zij nog in gesprek zijn met de advocaat van Vidrea.
We zijn hier vandaag om de berichten van de afgelopen tijd in context te plaatsen. Laten we daar eerst mee beginnen.
Hes: “Dit vak is niet makkelijk. De omschrijving waarom CoolCat het niet goed doet, dat geldt ook voor ons. Dat geldt voor de hele sector. De [mode,red.]sector heeft het ontstellend moeilijk. Bij ons zag het eruit alsof wij ons daarvan konden onttrekken. Vorig jaar hebben we sinds augustus in Duitsland openingen gehad die minder succesvol waren dan gepland en daar komt de algemene marktsituatie bovenop. Ik ga je niet vertellen dat het een groot lopend feest is hier. Het is een uitermate moeilijke marktsituatie waarin wij wel denken dat we een concept hebben dat onderscheidend is, maar de situatie blijft moeilijk.”
“We zien de maatschappelijke ontwikkeling dat je een trail, een veroordeling, hebt via facebook en de media. Dat is bij ons ook het geval [door de publicaties over het bedrijf, red.]. Vorig jaar hebben we dat ook gehad met de krankzinnige zaak met Vastned begin 2018. Vastned heeft twee panden verkocht en er is een nieuwe verhuurder gekomen. Die verhuurder heeft vervolgens de huur gevraagd. Wij hebben dit bij VastNed nagevraagd, maar we hebben geen antwoord gekregen. Hierdoor heeft het proces vertraging opgelopen, is er een faillissementsaanvraag ingediend en hebben wij het bedrag binnen een kwartier betaald. Toen bleek dat we dubbel hadden betaald en hebben we zelf het faillissement van VastNed aangevraagd.
Wat je nu ziet, daar zitten we nu midden in, is dat mensen uit alle hoeken en gaten ons onder druk zetten. Dat is eigenlijk gestart met de publicatie van vorig jaar. Daarom hebben we vandaag gekozen om met jou om de tafel te zitten en dit is wat gisteren [met het artikel van het FD en in verscheidene textielbladen, red.] is gebeurd.”
Terug cirkelend naar wat in het artikel gepubliceerd is en wat daar in staat. Er lopen dus wel zaken?
De zaak met Bierens, daar loopt nog helemaal niks. Bierens heeft een faillissementsaanvraag ingestuurd en dat is het. Na zo’n aanvraag moet er altijd nog iets anders gebeuren, de rechter moet het nog toewijzen. Bierens heeft aangegeven dat inderdaad de inhoud niet conform was met de werkelijkheid en heeft excuus aangeboden. De andere advocaat heeft ons correspondentie overlegd waaruit bleek dat de journalist de toevoeging dat er zekerheid gesteld was voor de vordering van rond de 10.000 euro gesteld heeft weggelaten en dat er dus niet meer te betalen is. Er is één vereiste bij een faillissementsaanvraag, het bedrijf moet zijn gestopt met het uitvoeren van betalingen en daar is geen sprake van. Het betekent dat een faillissementsaanvraag eigenlijk een oneigenlijk incasso-middel is. Op dat gebied is de Duitse wet daar veel eerlijker in, daar kun je zonder een vordering waar een veroordeling voor is geen faillissement aanvragen.”
“Natuurlijk hebben er aanvragen gelopen en zullen er ook wel aanvragen in de lucht zitten. Dat kan ik zeker niet na deze publicaties tegenhouden. We zullen echter de komende tijd trachten alle problemen op te lossen. ”
Als zij mij dat hadden gevraagd, had ik Duitsland nooit gekocht.
Maar wat veroorzaakt dit? Naast de hele storm die volgde na diverse berichtgevingen en de ontwikkeling in de maatschappij die je net hebt omschreven?
“Dan kom ik bij de achtergrond hiervan, bij wat er in Duitsland is gebeurd. In Duitsland hebben wij Charles Vögele overgenomen van het Zwitserse moederbedrijf. Dat was beursgenoteerd en had als aandeelhouder OVS, ook beursgenoteerd. Als je een bedrijf overneemt, dan kun je een bedrijf alleen overnemen met een balansgarantie. We hebben die zaak gekocht en in januari uitgebreide gesprekken gevoerd over de transactie en in die transactie zat ook onroerend goed. Dat onroerend goed zou verkocht worden en de helft van dat bedrag zou terugbetaald worden aan de Zwitserse moeder.”
“In Duitsland kom je dan in allerlei insolventie wetten, over hoe dat moet en toen hebben wij ons laten adviseren door een van de grootste en belangrijkste insolventie adviseurs. Ik had het idee dat Zwitserland toch wel heel serieus was, het ging erom dat zij geld moesten hebben en als je weet dat je failliet gaat, dan hoef je niet dat hele onderzoek te doen en een advocaat raad te plegen die je 800 euro per uur kost. Vervolgens, na dat gesprek, heb ik herhaald: ‘We zijn heel ver,’ we hadden een letter of intent augustus het jaar daarvoor getekend, ‘maar ik moet die balansgarantie van jullie hebben.’ Naar aanleiding van dat gesprek zijn zij met een balansgarantie gekomen van 93 miljoen Zwitserse Frank om te laten zien dat zij een eigen vermogen hadden, getekend door de voorzitter van OVS die ook de voorzitter is van de raad van bestuur van de Zwitserse vennootschap. 93 miljoen euro vond ik voldoende. Toen hebben wij in februari de spa getekend [Share Purchase Agreement, red.] en op 20 april hebben we het het bedrijf overgenomen. Dat zou op 1 april zijn maar onze structuur was met de Duitse holding en het was pas 20 april klaar.”
“Essentieel in de overeenkomst was dat we 43 winkels in april zouden ombouwen en de rest [de overige 100, red.] pas van augustus tot en met september. In die periode zouden de resultaten van die 143 winkels ten gunsten zijn van de Zwitserse vennootschap. En omdat de hele administratie in het verleden al gevoerd werd in Zwitserland, spraken we ook af dat tot dertig september die hele administratie door hen gevoerd zou worden. Simpelweg, het is dan wel onze vennootschap, maar 43 winkels hebben veel minder omzet dan 140 winkels. De afspraak gaf hen ook een zekerheid dat die voorraad in de winkels allemaal correct geleverd en verwerkt werd en er was afspraak om elke week te verrekenen. We hadden dus eigenlijk ook met de uitvoering van die winkels geen enkele bemoeienis. Want het waren nog Charles Vögele winkels met OVS goederen.”
“We hebben wel gezegd: “We moeten tot een overgang van de administratie komen”, en daar hebben wij iemand voor aangesteld. Die persoon zag in midden mei dat tussen 1 januari en 1 april een bedrag rond de 10 miljoen euro overgemaakt is van de Duitse rekening naar de Zwitserse rekening zonder dat daar een titel voor was. Dat betekent dat zij uit geldgebrek in Zwitserland de Duitse rekening hebben geplunderd. Zelfs op de dag van de overgang is er een miljoen euro overgemaakt. Wij hebben daar onmiddellijk op gereageerd dat wij het geld terug willen hebben, maar hebben daar geen antwoord op gekregen en op 1 juni is dat bedrijf failliet gegaan.”
Het betekent dat de balansgarantie van de Zwitserse Charles Vögele vals was.
Op de balansgarantie had dus een ander bedrag moeten staan?
“Wat betekende dat nou voor ons? Het betekent dat die balansgarantie vals was. Zelfs al was deze niet vals, had elk zelfrespecterend ondernemer tussen eind januari en 20 april moeten zeggen: ‘Lex, het gaat mis bij ons. We zitten nu met een probleem, wij hebben jou keurig netjes een balansgarantie verstrekt, maar wil je het bedrijf nog overnemen?” Dan had mijn antwoord geweest, ik neem het niet meer over.”
“Die vraag hebben ze niet gesteld. In het Zwitserse vennootschap was OVS de enige leverancier. In januari, toen wij het overnamen, had OVS een vordering van 23 miljoen euro. Er was uitgerekend dat tussen 1 december en 20 april tussen de 8 en 10 miljoen betaald had kunnen worden en bleef een vordering over van rond de 13 miljoen euro. De inschatting was dat die 143 winkels een batig saldo [geld dat iemand nog kan besteden, een creditsaldo/tegoed,red.] zouden hebben van 8 miljoen. Die 8 miljoen zouden we in de maand oktober betalen. De bedoeling was dat op die 23 miljoen tot april betalingen zouden volgen en de opheffingsverkoop levert 8 miljoen euro op. Deze bedragen maken we dan over in oktober. Het verschil tussen de vordering en het overgemaakte bedrag zou dan gecrediteerd worden.”
“De situatie sinds het faillissement lag anders. Dat geld hebben ze inderdaad van de rekening genomen maar dat hebben ze niet aan OVS betaald, dat hebben ze in Zwitserland gehouden. Dat betekent, wij hebben een vordering van tenminste 8 miljoen op Zwitserland en OVS zegt: “Wij willen graag die 23 miljoen van jou hebben.” Wij hebben zowel OVS en Sempione aansprakelijk gesteld, vervolgens heeft OVS gezegd: “Het is allemaal fout gegaan, laten we in oktober kijken of we tot een oplossing kunnen komen.” Die oplossing is er niet gekomen want in de tussentijd zijn wij geconfronteerd met claims uit het verleden. Die normaal gesproken getackeld waren geweest door die balansgarantie. We werden geconfronteerd met drie processen van verhuurders waar we nog nooit een winkel van hadden gezien. Zij kwamen met allerlei soorten claims uit een verleden en die kwamen uit op een totaal van 1 miljoen euro. Vervolgens dreigt een belastingcontrole waaruit blijkt dat in het verleden fouten zijn gemaakt waardoor een extra claim van 3 miljoen euro er bovenop komt. Deze claims hebben allemaal betrekking op de periode voordat wij het bedrijf hebben overgenomen en door het ontbreken van de balansgarantie, had ik nu niks meer.”
“Nu komt nog het ergste. In Duitsland heeft Sempione/OVS de uitverkoop in die 143 winkels laten organiseren door de Gordon Brothers. De Gordon Brothers stuurt de rekeningen naar Duitsland omdat het Zwitserse moederbedrijf failliet gaat. Volgens de Gordon Brother zou van die 143 winkels de Duitse tak de kosten betalen maar wanneer wij dit controleren hadden ze geen contract met ons, maar is het een contract met Zwitserland en OVS. Wij reageren dat wij met de deal die zij met Zwitserland hebben gemaakt, niks te maken hebben. De uitverkoop via Gordon Brothers kost de Duitse onderneming 6 miljoen euro, daar zien we niks in. Gordon Brothers accepteert dit niet omdat het wel het werk heeft gedaan en van mening is dat wij achteraf niet kunnen aantonen of het bedrijf meer of minder voorraad hebben verkocht. Het bedrijf heeft dat werk gedaan dus het wil betaald worden.”
“Na lang onderhandelen komen wij tot overeenkomst dat we vorig jaar vijftig procent direct door de Duitse vennootschap zouden betalen en een lening zouden krijgen van 3 miljoen euro die we vanaf april dat jaar afbetalen in negen termijnen. Het is een moeilijke compromis voor ons, maar we hebben het vorig jaar zo geaccepteerd.”
“Toen dacht ik: “Wat doe ik nu?” Dit speelde allemaal in de winter. Natuurlijk heb ik dit ook in onze ondernemingsraad verteld, maar je begrijpt dat het met deze informatie niet lekker werken is in een bedrijf. We hebben onroerend goed willen verkopen, ons hoofdkantoor in Duitsland, maar deze deal ging op het laatste moment eind december niet door. Vervolgens heeft Gordon Brothers direct de lening opgezegd. Wij reageerden dat daar geen reden voor was omdat wij pas in april moesten betalen en dat we nooit een betaling gemist hebben. Gordon Brothers heeft toen een verzoek voor insolvenz ingediend omdat zij angst hadden dat in april bij ons de Duitse vennootschap er niet goed meer voor staat. Die aanvraag is bij mij veel te laat binnengekomen. We hebben getracht tot een overeenkomst te komen wat niet is gelukt en vervolgens de rechtbank om uitstel gevraagd om op het verzoek te kunnen reageren. Dat heeft de rechtbank niet gehonoreerd en vanaf 1 maart heeft Vidrea Deutschland GmbH het voorlopige uitstel van betaling gekregen.”
“De bewindvoerder die is aangesteld heeft mij ervan overtuigd dat het beter is om met hem samen te werken en de slechte winkels af te stoten zodat je na drie maanden met de goede winkels verder kunt gaan. Daarbij zullen de hele schadelijke gevolgen van het wegvallen van de balansgarantie door de bewindvoerder worden afgewikkeld. Dat advies van de bewindvoerder heb ik gevolgd. We hebben dit nu in orde gemaakt en we werken nu aan een reorganisatie. We verwachten dat tussen de 40 en 60 winkels in Duitsland gesloten gaan worden.”
“Het uitstel van betaling heeft zijn weerslag op Nederland. Nederland was de leverancier van Duitsland. Het betekent dat er afspraken moeten komen met de bewindvoerder over verdere leveringen, over het eigendomsvoorbehoud [wanneer goederen worden geleverd, maar het eigendom gaat nog niet over op de ontvanger, red.]. Over dat soort dingen hebben we afgelopen dinsdag overeenstemming bereikt. We hebben een goede relatie met de bewindvoerder. We hadden geen mogelijkheden om te blijven vechten tegen claims waar we eigenlijk helemaal niks mee te doen hadden.”
CEO Vidrea over overname Bonita, faillissementsaanvragen en mogelijke beursgang
Had dit voorkomen kunnen worden?
“Had dit voorkomen kunnen worden? Het feit dat ik een balansgarantie krijg van 93 miljoen Zwitserse franken ondertekend door twee beursgenoteerde onderneming, is mij dat dan als bestuurder te verwijten? Natuurlijk vraag ik dat mijzelf ook af. Dat ik daar te lichthartig mee om ben gegaan. Dan denk ik, nee. Als dat nou tien miljoen of vijf miljoen was geweest, maar het was 93 miljoen Zwitserse franken ten opzichte van een balanstotaal van 143 miljoen. Dat is een eigen vermogen van bijna 75 procent. Dat is mij niet te verwijten. De insolvenz in Duitsland had niet plaatsgevonden als Gordon Brothers die aanvraag niet hadden gedaan want er liep geen enkele andere aanvraag in Duitsland. Dus het had inderdaad voorkomen kunnen worden. Achteraf denk ik, om in de teksten van Johan Cruijff te spreken, elk nadeel heeft zijn voordeel.”
“De bewindvoerder is nu bezig met onderhandelen met de verhuurders en daarvan is afhankelijk hoeveel winkels in Duitsland doorgaan. Dan gaan we die winkels sluiten en het aan een specialist overlaten.”
“Je begrijpt natuurlijk dat Tom Tailor deze achtergrond van Duitsland van voor naar achter gecheckt heeft. We zijn sinds november in gesprek over de overname en zijn door alle molens gehaald die je maar kunt voorstellen. We hebben uitgebreid alles wat hier speelt aan hen laten zien. Het is niet zo dat deze verkoop over één nacht ijs is gegaan. Gisteren ben ik bij de beslissing van de raad van commissarissen geweest. Een maand geleden stemden nog acht voor en twee tegen en nu hebben ze alle tien voor gestemd. Dat vindt ik op dat moment een enorme steun in de rug.”
“Dat is de achtergrond van de problematiek in Duitsland en dat heeft zijn weerslag op Nederland. Na twee weken gesprekken te voeren met de bewindvoerder die is aangesteld in Duitsland kunnen we zeggen dat we eruit zijn en ook alle financiële middelen hebben om alle aankopen te doen en daarmee kunnen we de Duitse zaak succesvol voortzetten.”
Mocht er meer op ons afkomen dan dat we nu verwachten, dan behoort een reorganisatie zoals in Duitsland tot de mogelijkheden.
Je zei al ‘dit heeft zijn weerslag in Nederland. Hoe zie ik dit terug?
“Dat heeft te maken met dat je met leveranciers nieuwe afspraken moet maken over nieuwe leveringen en het ziet er op dit moment goed uit. De meeste leveranciers willen samenwerken en niet tegenwerken. Wij zijn daar erg positief over, zeker omdat de leveranciers nu ook kunnen samenwerken met Bonita. De omzet van Bonita is 220 miljoen en dat houdt in dat er zeker 90 miljoen inkoopwaarde is. Iedereen wil daar toch graag aan meewerken.”
“Binnen twee weken hopen wij Bonita shop-in-shops openen in onze Miller & Monroe winkels.”
Dat is snel.
“Ja, ik houd niet zo van langzame dingen.”
Gesproken over langzame dingen, Victory & Dreams ging van overname naar overname. Het doet mij denken aan de buy-and-build-strategie van FNG.
“Buy and buildstrategie, nee. Miller & Monroe heeft altijd centraal gestaan. We hebben Witteveen gekocht destijds omdat het in dezelfde doelgroep valt en omdat we Witteveen een bijzondere naam vinden. Witteveen heeft echt een merkwaarde en die waarde zien wij meer terug in de Miller &Monroe-winkels dan in de eigen Witteveen winkels. We gaan de externe merken die we gebruiken bij Witteveen dan ook niet gebruiken bij Bonita in de winkels. Voor Bonita-winkels zullen dat andere leveranciers zijn en hier zijn we al mee in gesprek. Op dat moment staat het concept van Bonita zoals het moet worden.”
“Het is niet dat we op alles maar bieden. Tussen de bedrijven van FNG zie ik als buitenstaander geen verband, bij ons is een duidelijk lijn: de middensector voor de vrouw van vijftig. Men at Work past daar niet bij, maar die overname had een hele andere achtergrond. Het was de bedoeling om van die dertig winkels maximaal tien locaties te behouden. Op die locaties was het de bedoeling om de winkels om te bouwen naar Miller & Monroe. Op deze ingewikkelde manier wilden wij om de tafel met de verhuurders. Ook waren er bij Men at Work veel merken aanwezig die wij niet kenden en wilden we onze kennis in het merkenportfolio vergroten. De Men at Work-merken wilden wij in Duitsland introduceren want er is een groot verschil tussen Miller & Monroe Nederland en Duitsland. In Nederland zitten de winkels op bijvoorbeeld vijftien kilometer van elkaar. In Duitsland zit je op zestig tot tachtig kilometer afstand met de winkels, zelfs op afstand van een andere stad. Het merkenpakket dat je in Duitsland kan verkopen kan veel breder zijn. De overname van Men at Work had maar één achtergrond en dat was om van de belangrijkste winkels een Miller & Monroe te maken. Achteraf is maar gebleken dat voor het faillissement huurcontracten zijn gewisseld naar dezelfde groep waarvan Men at Work ook de eigenaar van was. Daar is een kort geding over gekomen in Utrecht en die hebben we verloren. In feite maakt dit een doorstart van het merk onmogelijk.”
In het faillissementsverslag van Men at Work wordt een kort geding genoemd met betrekking tot de winkels van Men at Work. Bij navraag is dit niet het kort geding waar Hes over spreekt tijdens het interview. In het verslag wordt eveneens gerefereerd naar voorraad van de merken Levi’s en Obey die niet overeenkomt met de administratie. Hes reageert dat er geen discussie is over de voorraad die is overgedragen. Hij meldt dat er nooit is geteld en dat de curator aangeeft dat er meer stuks zijn. Deze stuks zijn echter nooit verkregen en verkocht. Er is een specialist aangesteld en deze heeft alle gegevens gekregen.
Men at Work was wel een vreemde eend in de bijt. We wilden ook zorgen dat Men at Work als shop-in-shop in onze winkels kwam maar dat is tot nu toe nog niet ontwikkeld en het is ook niet uitgesloten dat we dat gaan doen, we zijn er nog niet aan toegekomen.”
Er is dus nog een productie gestart met de merken van Men at Work?
“Dat hebben we wel gedaan, maar we zien dat de merken veel te jong zijn. Er zijn orders afgenomen en die worden bij Miller & Monroe in Nederland maar slecht verkocht omdat het erg jong is. Dat past niet.”
Als wij op 1 maart van mening waren geweest dat ook in Nederland een onhoudbare situatie bestaat, dan hadden wij op 2 maart faillissement aangevraagd.
Je hebt in ieder geval binnen twee jaar een groot bedrijf ontwikkeld.
“We hebben tot nu toe goede resultaten geboekt. We zijn in 2017 winstgevend geweest en in 2018 zullen we niet, ondanks de Duitse resultaten, negatief uitvallen. Deze afgelopen maanden hebben we mede door de problematiek in Duitsland omzet verloren omdat de leveringen gestopt zijn, maar dat hebben we nu opgelost. We zullen een zeer matig eerste kwartaal hebben maar we verwachten dat het in het lopende jaar beter gaat worden. We zijn in voorbereiding om te trachten in het tweede halfjaar een beursnotering te krijgen."
“Ter voorkoming van eventuele claims die we op dit moment niet kennen, maar wellicht krijgen in verband met de Duitse insolvenz hebben we daardoor besloten de activiteiten van Bonita te concentreren in een aparte entiteit. Dat betekent dat de hele ontwikkeling van Bonita los staat van eventuele negatieve ontwikkelingen van Vidrea. We denken niet dat er voor de continuïteit van de onderneming enig risico is die een direct gevolg zou hebben op Bonita.
“Mocht er meer op ons afkomen dan dat we nu verwachten, dan behoort een reorganisatie zoals in Duitsland tot de mogelijkheden. We hebben niet 1 miljard op de bank staan en we moeten wel echt geld verdienen, maar voor alle plannen die we hebben we tot nu toe genoeg financiering. Natuurlijk als iedereen op de een op de andere dag de betalingsafspraak opzegt en zegt dat we nu meteen moeten meteen betalen, dan zou elk bedrijf in die situatie problemen hebben. Het is nu onze taak om met de nieuw te benoemen bestuurders om met onze leveranciers en verhuurders om de tafel te zitten en de plannen voor de toekomst verder te onderbouwen.”
Wat betreft spookverhalen die rond gaan; er zijn natuurlijk berichten dat meerdere maanden de huur niet is betaald of pas na meerdere herinneringen, of dat mensen op mails het antwoord krijgen dat de herstructurering in Duitsland zorgt dat de administratie in Nederland niet helemaal goed loopt.
Sinds de insolvenz in Duitsland speelt dat [de administratie die niet meer helemaal goed loopt, red.] en er moeten afspraak komen met de curator, in Duitsland noemt men dat de insolvenzverwalter en die is er ook niet binnen een dag. De afspraken zijn er nu allemaal wel en daarmee staat de toekomst van Duitsland en ik kom er weer op terug, Tom Tailor heeft naar dit verhaal wel echt gekeken. Zij zijn niet over een nacht ijs gegaan.”
“Als wij op 1 maart van mening waren geweest dat ook in Nederland een onhoudbare situatie bestaat, dan hadden wij op 2 maart faillissement aangevraagd. In Duitsland is die aanvraag onverwacht gekomen en het gevolg daarvan is dat we moeten reorganiseren. De stakeholders van het bedrijf die zeggen ook: “Lex, wat gebeurt hier, hoe gaan we verder?” Dat zijn geen dingen die in een kwartiertje zijn opgelost.”
”Ik zeg niet dat er niets is, natuurlijk lopen er dingen en door de processen in Duitsland zitten we in een herstructurering in Nederland. Dat ziet er goed uit op dit moment. We hebben geen risico willen nemen en hebben daarom Bonita in een andere entiteit ondergebracht zodat er geen kans is op blootstelling van de processen. We hebben er vertrouwen in dat we met alle leveranciers en stakeholders eruit komen.”
Maar met alles wat je hebt meegemaakt, hoe groot is jouw vertrouwen in autoriteit en mensheid nog?
“Ja, dat is er zeker nog. Ik geloof in de goedheid van mensen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar ook veel fouten in maak, maar ik geloof elke dag in de goedheid van mensen. We hebben zeker fouten gemaakt door velen niet tijdig te informeren wat er bij ons speelt maar we zijn overvallen door wat er gebeurd is. Als ik niet geloof in de goedheid van mensen, dan houdt het echt helemaal op. Er zijn ook mensen waar ik de laatste maanden enorm veel steun van heb gekregen.”
Altijd up-to-date zijn over de laatste ontwikkelingen in de modeindustrie? Meld u hier aan voor de FashionUnited nieuwsbrief!
Editors note 14 mei 2020. De vestigingsplaats van Bierens Incasso Advocaten is na publicatie aangepast. Correct is: Veghel.
Beeld: Campagnebeelden van Bonita via Tom Tailor website, winkels Miller & Monroe via Miller & Monroe