Tim de Jong en Elisa Barbadoro: Voor Verso werkt de mix van hoog en wat lager erg goed
bezig met laden...
Tim de Jong en Elisa Barbadoro zijn inkopers bij de legendarische multibrand luxeboetiek Verso, met een flagshipstore in Antwerpen en twee kleinere zaken in kuststad Knokke.
“Verso was traditioneel heel erg gericht op de Italiaanse mode,” zegt de Jong, “maar dat is de voorbije vijf jaar toch sterk geëvolueerd, onder meer onder invloed van de streetwear. We hebben steeds meer jonge Amerikaanse merken, zoals Amiri, en Parijs is voor ons ook belangrijker dan vroeger. Het modebeeld van Verso is kortom veel internationaler dan vroeger en dat heeft veel te maken met de social media. Soms zie je plots een kleiner merk opduiken dat dan plotseling een gigantische hype wordt. Dan kijken wij of we daar iets mee kunnen doen. Een voorbeeld daarvan is Gallery Dept, een label dat in Amerika heel erg ‘booming’ is. Dat hebben we met Verso twee jaar geleden opgepikt, en daar is in de Benelux nu heel veel vraag naar.”
Hoe verloopt het aankoopproces bij Verso?
De Jong: “Vooraf hebben wij uitgebreide meetings over de budgetten. We volgen wekelijks de sales en doorverkoop op, en op basis van die cijfers doen we onze budgetvoorstellen. Daarmee gaan we naar het management. Wanneer het budget rond is, gaan we in discussie met de merken. Dat is zelden eenvoudig. Wij werken met de grote luxegroepen, met Kering en LVMH, en dat moet je toch altijd voorzichtig aanpakken. We proberen altijd om overeenstemming te vinden. Helaas doen sommige merken het soms minder in doorverkoop, en daar moeten we dan ook rekening mee houden bij de aankoop. Terwijl de luxegroepen elk seizoen tien procent groei verwachten. Wij zijn soms geneigd om eerder ‘flat’ te blijven bij het aankopen. Dan moet je een diplomatische oplossing vinden. Soms investeer je dan bijvoorbeeld wat meer in de mannencollectie, en wat minder in de vrouwencollectie, of omgekeerd. Maar het totaalbudget van Verso moet wel blijven overeenstemmen met de groeiprognoses van de groepen. Anders riskeer je een merk kwijt te raken aan een concurrent. Hoe meer merken van een groep we verdelen, hoe makkelijker het kan zijn om een nieuw merk van die groep binnen te halen. Dat is op dit moment de realiteit.”
Blijft er dan nog ruimte voor creativiteit?
De Jong: “Die moet je proberen te zoeken binnen het merk, binnen de collectie. Uiteraard hebben we in ons budget altijd ruimte voor nieuwe merken.”
Wat gebeurt er wanneer de budgetten zijn afgesproken?
De Jong: “Dan gaan we naar de showrooms, we maken een selectie, sluiten orders af. Soms volgt er nog een evaluatie en leggen we de verschillende collecties naast elkaar, zodat we niet te veel hetzelfde aankopen. We houden ook rekening met onze VIP-klanten. We proberen op voorhand met hen te communiceren over collecties, en als zij geïnteresseerd zijn in bepaalde stukken, zorgen we ervoor dat we die ook bestellen. Verso heeft een honderdtal VIP-klanten. Maar uiteindelijk is elke klant voor ons belangrijk. Er wordt bij ons echt veel gepraat met de klanten, en die feedback helpt ons verder.”
Welke merken doen het op dit moment bijzonder goed?
De Jong: “Gucci is heel belangrijk voor ons, Dior ook. En Moncler, Dolce e Gabbana voor heren, nog altijd. Voor heren kopen we dieper aan, omdat dat segment voor ons traditioneel veel groter is. Voor dames doen we meer precisiewerk, de prijzen liggen er gemiddeld ook hoger.
Verso heeft een vlaggenschip in Antwerpen en kleinere zaken in Knokke. Kopen jullie anders aan voor die winkels?
De Jong: “Jazeker, in het geval van de mannencollecties zie je in Knokke veel meer blauw, terwijl in Antwerpen zwart overheerst. Aan zee is tailoring minder belangrijk. Een klant koopt daar misschien wel een blazer, maar geen suit. Dat is een groot verschil.”
Barbadoro: “Vrouwen zijn in Antwerpen meer geïnteresseerd in fashion. In Knokke willen ze gewoon leuke kleren. Het mag iets meer relaxed zijn.”
Welke trends zien jullie?
De Jong: “Quiet luxury. Logo’s verdwijnen nu toch stilletjesaan. Denim is ook nog altijd een trend. Pasteltinten. Je merkt dat de klant nu op zoek is naar ‘cleanere’, meer formele items.”
Barbadoro: “Vrouwen combineren meer labels. Vroeger bleven ze trouw aan één brand, en nu gaan ze toch meer selecteren. Ze zijn ook meer geïnteresseerd dan vroeger in kleinere brands.”
De Jong: “Wij volgen de fashion weeks, de shows en de trends, maar we denken ook breder. Er is een duidelijk verschil tussen wat je ziet op de catwalks in Parijs, Milaan of New York, en wat er in onze winkels hangt. Uiteindelijk zijn we een zaak in België, en zijn de consumenten hier toch nog altijd iets conservatiever. Ze zijn ook prijsbewust. Daar houden we rekening mee. Wat is psychologisch nog haalbaar voor onze klant?”
Mode wordt duurder, zeker in de luxesector.
De Jong: “Sinds de lockdown merken we dat de prijzen inderdaad écht gestegen zijn. Voor onze marges maakt dat geen verschil, maar persoonlijk vind ik het wel jammer dat iemand die vroeger wel eens sneakers bij ons kon kopen nu moet afhaken. Dit seizoen zien we ook veel uitgesteld koopgedrag. Maar dat heeft niet alleen met de hogere kledingprijzen te maken. Er zijn ook andere factoren, de oorlog, de inflatie, de energieprijzen. Maar natuurlijk is er ook een groep mensen die gewoon blijft kopen.”
Hoe zijn jullie uit de covid-tunnel gekomen?
De Jong: “Relatief goed. Onze samenwerking met onlinepartner Farfetch is gewoon blijven doorlopen, en blijven groeien. We zijn ook onze eigen webshop begonnen en actiever gaan werken met Instagram. Op momenten dat we de winkels konden openen, hebben we meer verkocht per klant dan ooit tevoren. En we hebben met de merken onderhandeld om minder leveringen aan te nemen, zodat we een ‘gezonde’ doorverkoop konden genereren.”
Houden jullie bij het aankopen ook rekening met de volgende generatie klanten?
“Absoluut. De nieuwe generatie is kritisch, en dat is dus zeker een uitdaging. Merkimago is voor hen belangrijk. Willen ze met een merk geassocieerd worden, of niet? Ze zijn ook veel minder trouw aan brands. Er is meer verloop. Vroeger werkten we vooral met de gevestigde Italiaanse waarden, maar intussen zijn we overgestapt naar een veel gemengder aanbod, met bijvoorbeeld ook een lager prijssegment. Die mix van hoog en wat lager werkt heel goed. We kopen ook heel breed binnen de merken. Ik kan een heel trendy item van Prada verkopen aan een achttienjarige en tegelijk een mooie blazer, ook van Prada, aan iemand van zeventig. We volgen ook nauwgezet de sociale media. Wat zijn de trends? Soms gaat dat heel snel. Dan kopen we een nieuw merk aan, en is er na een seizoen of twee geen vraag meer naar. Helaas, want het ideaal voor ons is toch altijd om een langdurige samenwerking aan te gaan met een merk.”