Antea neemt L. ten Cate over

L. ten Cate Enterprises B.V. is overgenomen door Antea uit Den Haag. Het ondermode- en badmodebedrijf was sinds 1992 in handen van de Twentse ondernemer en investeerder Geert Steinmeijer. Hij laat weten dat ‘het tijd was om het stokje over te dragen’.

Steinmeijer is grootaandeelhouder van L. ten Cate, en hij heeft het bedrijf verkoht aan investeringsmaatschappij Antea, die 90 procent van de aandelen in handen krijgt. Antea heeft de overname gerealiseerd in samenwerking met buy-in manager Jeroen van Douveren, die door de overname 10 procent van de aandelen krijgt. L. ten Cate laat weten dat ‘zijn ervaring goed van pas komt bij de internationale groeiambities van L. ten Cate’. Hij werkte al in managementfunctie in verschillende branches, waaronder textiel. De directeur van L. ten Cate, Jan van Nijendaal, blijft betrokken bij de onderneming om de overdracht aan Van Douveren in goede banen te leiden. De overname zal geen gevolgen hebben voor de 55 personeelsleden, laat L. ten Cate in een persbericht weten.

Oud-eigenaar Geert Steinmeijer laat in een reactie weten: “Ik ben met veel plezier bijna 25 jaar betrokken geweest bij L. ten Cate. Op een gegeven moment is de tijd aangebroken om het stokje over te dragen. De onderneming staat er heel gezond voor en met veel vertrouwen draag ik de onderneming over aan Antea en Jeroen van Douveren.”

Robert De Boeck, managing partner van Antea is blij met de overname: “L. ten Cate past heel goed binnen ons investeringsbeleid en in onze portefeuille. Anders dan veel modebedrijven is L. ten Cate slechts beperkt modegevoelig. Ondergoed is geen hypeproduct en mensen blijven altijd ondergoed dragen. Ook in de crisisjaren heeft Ten Cate daarom goede resultaten laten zien.” Voor Antea is L. ten Cate de derde participatie voor hun zevende participatiefonds, Antea Participaties VII.

Directeur Jan van Nijendaal: “De MBI door Antea en Jeroen van Douveren is voor onze klanten en ons personeel een ideale overdracht van de onderneming. Zij zetten de lijn die we hebben ingezet voort. Ik verheug me op de samenwerking met Jeroen van Douveren.” Ook Jeroen van Douveren vult aan: “L. ten Cate is een uiterst gezonde onderneming met een uitstekende marktpositie. Ik heb gezocht naar een MBI bij een onderneming met eigen merken en internationale ambities. L. ten Cate sluit perfect aan op dit profiel. Vooral in export zie ik nog goede groeimogelijkheden.”

L. ten Cate is overgenomen door Antea

De gesprekken tussen Antea en L. ten Cate werden al vanaf februari gevoerd. Maar de gesprekken kwamen pas in een stroomversnelling toen Antea op het idee kwam om Van Douveren als nieuwe directeur aan te stellen. Met de overname is er ook meer ruimte voor nieuwe investeringen. “We hebben de afgelopen jaren een goede positie in Nederland en België opgebouwd,” zegt Van Nijendaal tegen de krant. “Alle concepten zijn klaar om naar het buitenland te gaan. Die nieuwe stappen vergen een lange adem. Het vraagt om nieuwe investeringen waarbij rendement enige tijd op zich zal laten wachten.”

De Boeck heeft laten weten te willen focussen op internationale groei en online verkoop. Hij ziet veel potentie in Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk. “Ten Cate is een mooie nichespeler met een dominante marktpositie en goede resultaten,” zegt hij in het Financieele Dagblad.

’Ten Cate is een mooie nichespeler met een dominante marktpositie’

Uiteindelijk zullen zowel Steinmeijer als Van Nijendaal het bedrijf verlaten. Daar heeft Steinmeijer zeker een jaar nagedacht voor hij de stap zette om een overname te realiseren. “Hij is 61 jaar geworden en stond de afgelopen 23 jaar aan het roer van het Twentse bedrijf. Hij wil een andere invulling van zijn leven”, licht Van Nijendaal toe in het Financieele Dagblad, die de afgelopen 21 jaar de directie voerde bij het bedrijf. “Het bedrijf is toe aan een nieuwe stap.” Over zijn eigen vertrek zegt hij ‘dat het toch een keer moest gebeuren’. “Ik ben 63 jaar nu. Het was leuk geweest als ik tot mijn vijfenzestigste was doorgegaan, maar als je gaat investeren, moet je een langere adem hebben. En ik ga zeker niet meer zeven of acht jaar participeren.”

L. ten Cate is onder leiding van Steinmeijer en Van Nijendaal met 50 procent gegroeid. De omzet steeg van 15 miljoen tot 23 miljoen. In het afgelopen decennium zagen de heren de verkoop van huismerken toenemen; inmiddels komt 35 procent van de omzet uit huismerken van winkelketens als Livera en V&D. In Nederland ligt het zwaartepunt op de huismerken, maar in België draaien zelfstandige lingeriewinkels nog steeds goed. “De Belgische distributie is nog een stuk fijnmaziger,” vertelt Van Nijendaal aan de krant. “Belgen geven ook meer uit aan ondermode. In Nederland ligt dat op 70 euro of 80 euro per persoon per jaar. Een gemiddelde Belg komt uit op een jaarbedrag van meer dan 120 euro.”

Nieuwe eigenaar L. ten Cate wil focussen internationale groei en online verkoop

Het bedrijf L. ten Cate werd opgericht door Loets ten Cate in 1951. Hij was een zoon van een van de oprichters van de Koninklijke Ten Cate, maar omdat hij de vijfde zoon was kon hij niet meer in het familiebedrijf terecht. Wel mocht hij de naam gebruiken, en hij richtte een kousenfabriek op in het Twentse dorpje Geesteren. In Amerika had hij kennis opgedaan van de productie van nylon kousen en dankzij de groeiende trend plukte het bedrijf daar al snel te vruchten van. Toen er eind jaren vijftig concurrentie kwam van producenten uit het Verre Oosten, kocht Ten Cate er een ondergoedfabriek bij. Met de uitbreiding van het productassortiment bouwde Ten Cate een merk op dat een begrip werd en verkrijgbaar was tot in alle uithoeken van het land. Vooral de Hollandse waarden en de nuchterheid van de Twentenaren kwam terug in het product; goede pasvorm en heel duurzaam. Eind jaren tachtig ging het mis bij Ten Cate; door de populairiteit van Amerikaans –glanzend en gekleurd- ondergoed, waren de witte onderbroeken minder in trek. In 1988 ging het bedrijf ten onder, en hoewel er een doorstart werd gemaakt met investeerders, werd er niet ingespeeld op de tijdsgeest en dus ging het bedrijf in 1991 definitief failliet.

Het was Steinmeijer die samen met twee investeerders het bedrijf nieuw leven inblies en een stevige reorganisatie doorvoerde. Zo werd het imago afgestoft en de collecties werden gemoderniseerd. “Het meest belangrijke is de mentale ommekeer die toen werd bewerkstelligd, terwijl ook de collectie werd gerevitaliseerd," zei Van Nijendaal eerder in een interview met FashionUnited. Terugkijkend: “We konden niet 'dat kleine fabriekje in Geesteren' blijven, als wij wilden meedraaien in een markt die zo ingrijpend verandert.”

In 1997 nam Ten Cate het badmodemerk Tweka over en onder de naam Van Heek-Tweka werd het bedrijf aan de beurs genoteerd. Na verzoek van de huisbankier werd het lingeriebedrijf Iduna overgenomen, waarbij de bank toezegde vijf jaar lang financieel te participeren. Maar Iduna maakte geen winst en mede door een stagnerende bedrijfscultuur en -structuur leidde dat in 2003 alsnog tot een faillissement. Van Nijendaal zei daarover: "L. Ten Cate was als onderpand aan de bank gegeven om Iduna te kunnen kopen. In 2003 moest het eigen bedrijf worden teruggekocht." Gelukkig lukte het L. ten Cate wel om er binnen een jaar weer bovenop te komen.

L. ten Cate ontwerpt en verkoopt zowel onder- en badmode onder de merken Ten Cate, Tweka en TC WOW. Ook levert het bedrijf huismerken aan partijen als Kruidvat, Makro, Hunkemöller en Livera. Het bedrijf heeft een omzet van ruim 30 miljoen euro. Volgens De Boeck heeft het bedrijf een marktaandeel van 15 procent, waarmee L. ten Cate ‘bij de top drie hoort’.

Beeld: Facebook Ten Cate Bodyfashion