Analyse: Franse confectie balanceert tussen crisis en hoop
Parijs - De Franse confectie wankelt onder druk van fast fashion en tweedehands. Faillissementen, surseances van betaling en liquidaties kenmerken 2025. Toch zien experts dat herstel mogelijk is, door een hernieuwde focus op het DNA van merken, innovatie en een upgrade naar het hogere segment.
Aan het einde van dit jaar is er de overname van IKKS, dat de helft van zijn werknemers verliest. Jott verkeert in surseance van betaling en het reddingsplan van Anne Fontaine is goedgekeurd. De lijst met Franse modebedrijven in moeilijkheden of die volledig zijn verdwenen, is eindeloos: Camaïeu, Kookaï, Jennyfer, André, San Marina, Minelli, Comptoir des Cotonniers, Princesse Tam Tam en Kaporal.
Volgens een parlementair rapport sloten in 2024 bijna 1.500 kledingwinkels in Frankrijk. De textielindustrie-unie meldt een daling van het personeelsbestand van 400.000 werknemers in de jaren zeventig naar 60.000 vandaag. Dit cijfer is echter exclusief winkelpersoneel - 70.000 eind 2023, volgens de Nationale Federatie voor Kleding.
Brutale verarming en neergang
Na de moeilijke overstap naar online verkoop, de coronapandemie en de inflatie, is er nu de concurrentie van tweedehands en ultrasnelle mode. Volgens Gildas Minvielle, directeur van het Economisch Observatorium van het Institut Français de la Mode (IFM), is dit een ‘ingrijpende verandering’. Volgens het IFM loopt nu 13 procent van de omzet en bijna 30 procent van het volume via deze twee verkoopkanalen.
“Het marktaandeel van deze nieuwkomers is aanzienlijk en zeer schadelijk voor de gevestigde spelers”, legt Gildas Minvielle uit aan persbureau AFP. “Als de markt gunstig was geweest, was er misschien ruimte voor iedereen geweest, maar dat is niet het geval.”
Met een gemiddelde artikelprijs van negen euro bij Shein of Temu, drie keer zo laag als in het traditionele middensegment, veroorzaken deze Aziatische groepen een brutale ‘verarming’, en dat ‘in een context van beperkte koopkracht’, zegt hij.
Om de oorzaak van de ‘neergang’ te vinden, moeten we terug naar de jaren negentig met de komst van de eerste generatie fast-fashionmerken, zoals Zara en H&M. Zij introduceerden ‘collecties die wekelijks wisselen om de consument tot aankoop te verleiden’, stelt Benoît Heilbrunn, filosoof en marketingprofessor aan de ESCP Business School.
“De Franse merken konden niet volgen, omdat ze geen industrieel model hadden en nog steeds niet hebben”, merkt de merkenspecialist op, terwijl 97 procent van het textiel in Frankrijk wordt geïmporteerd. Het andere probleem is dat ‘Franse textielmerken al jaren geen verhaal meer vertellen’, betreurt hij. “Het gaat nooit over innovatie, het gaat nooit over producten.”
Doodsspiraal
Mode- en retailexpert Françoise Clément bevestigt dit. Ze wijst op merken die in hun ‘comfortzone’ zijn gebleven en proberen ‘de consument te verleiden met kortingen, zonder uiteindelijk waarde te creëren’. Volgens de consultant, voormalig textieldirecteur bij Carrefour, moeten merken vasthouden aan hun ‘basis-DNA’ en een ‘duidelijke positionering’ bieden om te overleven.
De Franse prêt-à-porter-sector is als een ‘zandloper’, zegt ze beeldend. De bovenkant van de zandloper (luxe en ‘heritage’-merken) blijft sterk dankzij prestige. In het lage segment is er een prijzenoorlog, een ‘doodsspiraal’, die echter wel zijn publiek vindt. Daartussenin bevindt zich het middensegment, het segment dat het ‘meest in de problemen’ zit.
Merken in het middensegment moeten ‘diversifiëren en premiumiseren’ en vooral geen fast fashion imiteren, meent Françoise Clément. De toekomst vereist een balans tussen ‘kwaliteit, aantrekkelijkheid, innovatie en begeerlijkheid’. Ze noemt voorbeelden als ‘Lacoste of Aigle’, Le Slip Français voor producten uit Frankrijk, en Decathlon, dat ‘toegankelijkheid en innovatie’ combineert. De kledingcrisis is ‘geen fataliteit’, benadrukt ze. Ver van de heersende ‘somberheid’ bestaan er ‘kansen’ voor ‘merken die in beweging komen’.
Het jaarlijkse State of Fashion-rapport van BOF-McKinsey noemt verschillende strategische ontwikkelpunten. Denk aan het ‘noodzakelijke’ gebruik van kunstmatige intelligentie en de diversificatie van productielocaties vanwege de ‘turbulentie’ rond internationale douanerechten. Ook een upgrade naar een hoger segment en de integratie van een tweedehands aanbod worden genoemd. Een flink programma.
Dit artikel is in het Nederlands vertaald met behulp van een AI-tool.
FashionUnited gebruikt AI taaltools om het vertalen van (nieuws)artikelen te versnellen en de vertalingen te proeflezen om het eindresultaat te verbeteren. Dit bespaart onze menselijke journalisten tijd die ze kunnen besteden aan onderzoek en het schrijven van eigen artikelen. Artikelen die met behulp van AI zijn vertaald, worden gecontroleerd en geredigeerd door een menselijke bureauredacteur voordat ze online gaan. Als je vragen of opmerkingen hebt over dit proces, stuur dan een e-mail naar info@fashionunited.com.
OF LOG IN MET