• Home
  • Nieuws
  • Business
  • 7 jaar later, heeft Rana Plaza de industrie klaargestoomd voor Covid-19?

7 jaar later, heeft Rana Plaza de industrie klaargestoomd voor Covid-19?

Door Simone Preuss

bezig met laden...

Scroll down to read more

Business

Vorige week was het de trieste zevende verjaardag van het instorten van Rana Plaza in Bangladesh. De kledingfabriek vol zoemende naaimachines klapte op 24 april 2013 in elkaar, omdat bovenop het gebouw illegaal nog twee verdiepingen waren gebouwd. Een ramp waarbij 1132 textielarbeiders om het leven kwamen en nog eens duizenden gewond raakten. De echte tragedie is dat dit verlies aan mensenlevens waarschijnlijk voorkomen had kunnen worden als de arbeiders bijtijds waren geëvacueerd. Ruim een dag voor de ramp waren de scheuren in het gebouw namelijk al duidelijk zichtbaar.

Het is een metafoor voor de scheuren in het systeem van hebzucht dat aan ieder van ons kan worden toegeschreven. Aan iedereen die ooit een kledingstuk heeft gekocht waarvan de prijs ver onder de marktwaarde lag en aan een ieder die ooit de hand heeft gehad in de productie van zo'n kledingstuk, die het heeft besteld, verkocht, ontworpen, de materialen geleverd of er reclame voor gemaakt. Ieder van ons die wist, of kon weten, wat de echte kosten zijn van goedkope kleding en er niets tegen heeft gedaan.

Als we iets hadden gemerkt, iets hadden gezegd, iets hadden gedaan dan zouden de eigenaars van de Rana Plaza-fabriek, onder druk van lage prijzen en flinterdunne marges, hun arbeiders niet terug naar binnen hebben gestuurd, een gebouw in dat duidelijk onveilig was. Waarom weigerden de arbeiders dan zelf niet om weer aan het werk te gaan? Waarom hebben ze hun vakbondsvertegenwoordigers er niet bij betrokken? Omdat er voor hen geen vertegenwoordiging is. En omdat wanneer je van zulke flinterdunne marges moet leven en nauwelijks je kinderen kunt voeden, je dus je eigen leven riskeert voor een miezerig loon.

Heeft Rana Plaza iets veranderd?

Wie nu langs de plek van de ramp loopt zou die waarschijnlijk niet herkennen. Er is geen officiële gedenkplaat die de tragische gebeurtenis herdenkt. Het is gewoon een leeg terrein. Maar als je over de muur klimt en rondkijkt kun je nog steeds de labels vinden van merken die hier hun kledingstukken lieten maken: Benetton, Bonmarché, Prada, Gucci, Versace, Moncler, the Children's Place, El Corte Inglés, Joe Fresh, Mango, Matalan, Primark en Walmart, om er maar een paar te noemen.

Wel is er een provisorisch gedenkteken van gedroogde bloemen, waarschijnlijk achtergelaten door de families van de slachtoffers, dat herinnert aan de 1132 levens die verloren zijn gegaan. Hoewel intens triest, is het ook wel weer begrijpelijk dat in Bangladesh zo weinig herinnert aan deze 7-jaar oude ramp. Het land moet door. Daar waar de exportinkomsten voor 80 procent afhankelijk zijn van kleding en schoenen, is het in stand houden van het beeld dat dit een veilige plek is om kleding in te kopen van cruciaal belang. Kledingfabrieken met veel werk zijn immers ook goed voor hun arbeiders.

Kunnen textielarbeiders steun verwachten in het kielzog van Covid-19?

Zeven jaar later gaat het dus vooral om de business, wanneer het land en de hele wereld zich in een crisis bevinden die Rana Plaza vele malen overtreft. De vraag naar kleding is ingestort nu iedereen thuisblijft en mensen twee keer nadenken voordat ze hun zuurverdiende geld uitgeven. Als gevolg daarvan zitten merken en winkeliers met snel verouderende voorraden, annuleren en verschuiven ze bestellingen of weigeren te betalen voor orders die al in productie zijn en voor materialen die al zijn aangeschaft. Dit betekent dat fabrieken hun productiecapaciteit moeten inkrimpen of hun deuren zelfs tijdelijk moeten sluiten en textielarbeiders ontslaan. De meesten van hen zonder ontslagregeling of enige compensatie waarmee ze deze periode zouden kunnen overbruggen. Zonder financiële middelen of een sociaal netwerk om op terug te vallen, zijn ze plotseling slechter af dan na de Rana Plaza-ramp en zitten ze niet alleen zonder werk, maar ook zonder huis en eten.

Het is extra schrijnend omdat zeven jaar geleden, kort na de ramp, het Bangladesh Akkoord werd gesloten en door de branche is afgesproken dat zoiets nooit meer zou gebeuren. De veiligheid van textielarbeiders kwam op de eerste plaats en sindsdien is veel gedaan en geïnvesteerd om de arbeidsomstandigheden en veiligheid in kledingfabrieken te verbeteren. Wat alle akkoorden en instanties echter niet hadden ingecalculeerd, is de huidige situatie waarin inkopers zich collectief niet meer aan hun betalingsafspraken houden.

Textielarbeiders in Bangladesh gingen in april de straat op en protesteerden, ondanks de lockdown, massaal. Hun gezondheid en mogelijk hun leven lijken nog steeds minder waard dan een magere loonstrook.

”Terwijl de westerse wereld voedselvoorraden aanlegt, lijden textielarbeiders honger. Waar zijn de merken nu? Ik zal nooit vergeten hoe ze ons tijdens Covid-19 hebben behandeld. Het is net als met Rana Plaza", zegt activist Kalpona Akter in Dhaka Tribune. Akter is oprichter en directeur van het ‘Bangladesh Centre for Worker Solidarity’, een van de drie vakbonden die momenteel alle ontslagen documenteert. "Deze mensen zullen de komende twee tot drie maanden geen werk en dus geen inkomen hebben. De fabrieken moeten hen terugnemen en de overheid moet daarbij helpen,” voegde ze daar tegenover persbureau Reuters aan toe.

Non-profit organisatie Remake heeft daarom samen met Mostafiz Uddin, eigenaar van het in Bangladesh gevestigde Denim Expert Ltd., en Kalpona Akter het initiatief #PayUp gelanceerd, dat internationale kledingmerken en retailers aanspoort onmiddellijk hun betalingsverplichtingen na te komen voor orders die al in productie zijn.

"We kunnen nu niet twee jaar wachten op een compensatiefonds, zoals we na Rana Plaza moesten doen. Primark heeft ons de rug toegekeerd tijdens Rana Plaza en nu weer tijdens deze pandemie. Ik heb te maken met vrouwen, veel van hen zijn alleenstaande moeders, die niet zijn betaald en honger lijden. Als we nu geen hulp krijgen, vrees ik dat sommigen zelfmoord zullen plegen", waarschuwt Nazma Akter, oprichter en directeur van Awaj Foundation in de Dhaka Tribune.

Zeven jaar geleden, toen het Rana Plaza-gebouw instortte, is de mode-industrie wakker geschud. Hoewel sindsdien veel is veranderd, zijn de veranderingen niet structureel gebleken. De coronapandemie lijkt ons nu te dwingen de reset-knop nogmaals in te drukken. Is dit een kans voor de kledingindustrie om te vertragen en eindelijk haar praktijken en waarden te heroverwegen en te resetten? Zouden we nu voor eens en altijd een einde kunnen maken aan wegwerpmode? Door te investeren in duurzame relaties met leveranciers en te weten wie onze kleding maakt. Door transparant te zijn over al onze transacties en beter voorbereid op de toekomst, zodat Rana Plaza echt nooit meer gebeurt.

Dit artikel is eerder verschenen op FashionUnited.com. Vertaald en bewerkt door Esmerij van Loon

Foto: Zakir Hossain Chowdhury / ANADOLU AGENCY

Bangladesh
Coronavirus
PayUp
Rana Plaza
textielarbeiders