C&A weigert Oezbeeks katoen
bezig met laden...
C&A heeft al zijn toeleveranciers verzocht geen katoen uit Oezbekistan meer te gebruiken. Dat zegt C&A-woordvoerder Edwin Fafié naar aanleiding van een uitzending van het actualiteitenprogramma Netwerk. Vorige week zond Netwerk een samenvatting uit van de reportage van de Britse journalist Simon Ostrovsky. Ostrovsky had ontdekt dat kinderen in Oezbekistan door de staat gedwongen worden te werken in de katoenpluk, hoewel kinderarbeid daar officieel verboden is. De Oezbeekse katoenindustrie is geheel in handen van de staat. Onderzoek van de journalist wees uit dat dit katoen, verwerkt in producten, onder anderen wordt afgenomen door H&M, C&A en Wibra.
"We hebben het bericht met ontzetting vernomen," aldus Fafié. Volgens hem doet C&A er alles aan om kleding te produceren op een manier die zo verantwoord mogelijk is. Zo laat het bedrijf bij de productie van kleding een door haarzelf opgezette organisatie onafhankelijk onderzoek verrichten naar de manier waarop de producten worden gemaakt. "De leveranciers zijn namelijk contractueel verplicht aan bepaalde ethische voorwaarden te voldoen. Maar die controle reikt niet verder dan de vervaardiging van de kleding zelf. Het katoen plukken gaat nog een stap verder in de keten," aldus Fafié. "Het is een veelomvattend probleem waarmee de hele branche te maken heeft."
Het concern is een onderzoek begonnen naar de precieze herkomst van de katoen die wordt gebruikt in de kledingstukken. Totdat de uitkomsten daarvan bekend zijn, heeft C&A zijn leveranciers verzocht geen katoen meer te gebruiken uit Oezbekistan. Katoen is een van de belangrijkste exportproducten van het land, maar maakt wereldwijd slechts vier procent uit van de totale katoenproductie.