• Home
  • Nieuws
  • Retail
  • De Antwerpse Sint-Jorispoort onder de loep: in gesprek met de mode ondernemers

De Antwerpse Sint-Jorispoort onder de loep: in gesprek met de mode ondernemers

Door Katrien Huysentruyt

bezig met laden...

Scroll down to read more

Retail |ACHTERGROND

Antwerpen - Het Antwerpse winkelcentrum spreidt zich verder uit dan de commerciële Meir. Op enkele minuten stappen, ligt de gezellige wijk Sint-Jorispoort. Aanvankelijk een plek met befaamde buurtcafé’s en mooie antiekwinkels maar de jongste tijd ook aantrekkelijk genoeg voor een aantal high end retailers. Al sloot de iconische designerschoenwinkel Coccodrillo er onlangs nog de deuren.

Medeoprichter Geert Bruloot verklaarde in een persbericht: “De modewereld is al enkele jaren fors aan het veranderen door massale overproductie en een radicale shift in de aankoop van luxegoederen. Een doorgedreven kortingscultuur en koopjes het hele jaar door zorgen ervoor dat consumenten een deel van hun budget verleggen naar kunst en vrije tijd, wat uiteindelijk de leefbaarheid van onze multibrandboetiek uitgedoofd heeft.” Tijd voor een stand van zaken.

De buurt langs de Lange Gasthuisstraat, Mechelseplein en Sint-Jorispoort zelf is nochtans ideaal voor wie op zoek is naar iets anders dan mainstream fashion - van een kringloopvondst over selvedge denim tot een paar designerpumps. De mix van historische winkelpanden, antiquairs en vintage shops, goeie eetadresjes en gezellige café’s die bij de gevestigde waarden van de Antwerpse horeca horen, geven de buurt authenticiteit en maken haar aantrekkelijk voor zowel toeristen als buurtbewoners. Dat de winkelbuurt niet als dusdanig wordt gepromoot en (kleinschalige) events veelal rond de bewoners en horeca draaien, spelen mee in het meer spontane, niet-commerciële karakter ervan. Dat Studio Herman Teirlinck er jaren om de hoek zat, heeft wellicht meegewerkt aan het wat bohemienne, alternatieve karakter van de winkelwijk. Voldoende interessant dus voor FashionUnited om met de ondernemers over 'hun' straat en winkel te spreken en bij hen te polsen naar de uitdagingen van de mode-onderneming vandaag.

Gemengd publiek

In april werd Juwelenhuis Ruys hier nog officieel erkend als beschermd monument. Het elegante winkelpand in art-nouveaustijl met neorococo-ornamenten dateert van 1902 (de familie zat echter al langer in het vak, al minstens sinds 1839). De Sint-Jorispoort was toen uitgegroeid tot een belangrijke handelsstraat op de breuklijn tussen de oude en de toen uitbreidende nieuwe stad. Maar er liggen ook recentere pareltjes. Zoals Zuid, de multibrandboetiek waar eigenaar Renée Van Beurden merken als Nanushka, Ottod'ame en Norma Kamali. "Die collectie verkoopt 99 procent uit", verkondigt Van Beurden in een gesprek met FashionUnited. "We hebben bewust voor deze buurt gekozen omdat het een heel leuke wijk is, niet commercieel, maar een buurt met een eigen karakter, waar mensen nog gewoon rondwandelen", vertelt ze verder achter haar toonbank. "Ons publiek is heel gemixt, soms iets ouder - vast door mijn eigen leeftijd - maar nu ook wel wat jonger door de hippere merkjes. Ze zien het hangen en kopen onmiddellijk. Er komen ook wel toeristen over de vloer maar die ontdekken het onderweg. Ik heb deze winkel 8,5 jaar, intussen is er in de buurt wel een en ander bijgekomen."

Tips voor de solden

"Vroeger verkocht ik mijn eigen merk Zuid. Een groot deel van de productie gebeurde in India, maar toen het atelier daar stopte, besloot ik de winkel houden als multibrandshop. Het eerste anderhalf jaar was het nog zoeken naar de juiste combinatie van merken. Nu heb ik iets meer marge, kan meer aankopen en een vaste klantenkring. Het is een kleine winkel, dus probeer ik niet te veel stock op te bouwen. Ik heb mijn budget en kan ook op het moment zelf inspelen met bestellingen. Het internet speelt beslist een rol in de problemen waarmee retail vandaag worstelt. Sommige klanten komen enkel om te passen. Zelf heb ik ook een webwinkel die steeds meer aandacht krijgt. Je moet ook tijd stoppen in Instagram en de mogelijkheid om meteen te kunnen shoppen. Door de persoonlijke service, door onze webwinkel en Instagram weten steeds meer mensen onze winkel te vinden. Wellicht omdat ik steeds zelf in de winkel sta, komen klanten op mij af, ze weten dat ze advies krijgen waar ze echt wat aan hebben. Het is ook de mix van merken die de winkel aantrekkelijk maakt. Het zou jammer zijn als de kleine winkels zouden verdwijnen. Het lijkt soms ook alsof we de magazines tegen ons hebben: ze geven tips om alles uit de koopjesperiode te halen en weinig tijdens het seizoen te kopen. Nochtans: als wij er niet meer zijn, waar kunnen we dan gewoon rondsnuffelen, passen, ideeën opdoen en nog eens verrast worden?"

Het graag doen

Ook Hans Bollen, eigenaar van Kings & Queens, hoopt dat kleine retailers kunnen blijven bestaan, want: "Ze geven een stad karakter. Hopelijk bouwen we ons asociaal internetleven wat af en leren we onze klanten weer kennen: hebben ze een oldtimer, luisteren ze naar bepaalde muziek... Het is belangrijk dat je toch wel iets weet over hen. Het serviceniveau moet hoog zijn, zo zie ik haast onmiddellijk welke maat iemand heeft", vertelt hij ons bij een bezoek aan zijn shop, gespecialiseerd denim en boots van heritage brands als Red Wing, Dickies, Stance maar ook het Belgische jeanslabel Eat Dust. "Ik ben een storyteller, ken mijn merken en wil dat overbrengen. Dat is anders dan dat ik intussen op mijn telefoon zou bezig zijn of buiten een sigaret stond te roken, dat zijn de winkels die ertussenuit gaan. Of je op het internet bestelt of naar de winkel gaat, maakt dan geen verschil. Maar als je de passie hebt, geloof ik dat het wel werkt. Het is ondernemen, en dat verandert. Het graag doen is de eerste vereiste," weet hij. "In september 2008 nam ik de beslissing om te openen, in oktober was er een bankencrisis, dat was wel even schrikken", vervolgt Bollen. "Als kleine ondernemer moet je veel buitenkomen, zorgen dat mensen je kennen. Het is niet meer gewoon de winkel vullen en denken dat je kleren gaat verkopen. Onze marges zijn heel klein - ik geef daarom ook heel weinig kortingen - maar sluit ook geen commerciële compromissen door een populair merk in te slaan. Ik wíl dit doen, hou van de materie, heb heel leuke klanten. Ik kan ervan leven maar is het is zeker niet makkelijk geld verdienen."

Tien jaar

"Vroeger zat de winkel aan Vleminckveld maar dat pand voldeed niet meer, ik wou iets met meer karakter", verklaart Bollen. Heel toevallig kwam ik op deze winkel uit. Ik heb niet heel bewust voor deze wijk gekozen maar met een nichewinkel als deze, zit je natuurlijk niet op de Meir. Je bereikt er niet het juiste publiek én het is heel duur. Als je bijvoorbeeld naar de Wilde Zee kijkt, daar swingen de prijzen de pan uit. Maar dit pand vond ik vooral gewoon ook super. Ik hóóp dat we de voorbije tien jaar een vaste waarde geworden zijn in Antwerpen, en ver daarbuiten. Van mijn omzet komt 60 procent uit het buitenland, mensen die hier een citytrip maken. In Nederland, Duitsland en Frankrijk is de raw denim-cultuur al iets meer doorgedrongen. En we hebben natuurlijk ook hard to get brands. Met het cliënteel groeit ook de omzet een beetje mee - kosten en inkoop worden duurder, en ik wil mijn vaste merken ook graag steunen. We verkopen ook online maar klanten moeten zelf voor de return zorgen. Als iemand verschillend maten van een jeans wil bestellen, ga ik meten. Het is een extra service bovenop de winkel, maar ik wil vooral een shop zijn waar je de materialen kan voelen - de linnen shirts, de kwaliteit van het denim... Je moet het kunnen vastpakken en uitproberen, dat probeer ik te stimuleren."

Kleine stock

"Mijn klanten zijn mannen tussen de 30 en 60 jaar, enerzijds fans van de raw denim scene, daarnaast zie ik hoe langer hoe meer klanten die het beu zijn om goedkope, minder kwalitatieve dingen te kopen die uit de mode gaan", vertelt Bollen. "Ze zijn op zoek naar een goede jeans, een goed paar schoenen dat lang meegaat, iets met een neutralere stijl dat je langer dan een seizoen kan dragen en mooier wordt door gebruik. Ze willen Belgisch of Europees kopen, hun ecologische footprint beperken, ze lezen de labels en shoppen meer bewust", weet Bollen. "Ik werk ook weinig met fashion: mijn denim en winterjassen vul ik elk jaar weer aan", verklaart hij. "Ik koop dus geen vijftig jassen aan die ik dit seizoen moet verkopen omdat bijvoorbeeld volgende winter de bontkraag uit is. Ik heb heel veel never out of stock producten. Vroeger kwam je in de winkel en dat was het, je wist niet dat er nog andere dingen te krijgen waren. Nu weet een klant dat een bepaald shirt ook in een andere kleur bestaat maar je kan niet alles van een merk in de winkel leggen... Dat maakt het allemaal moeilijker. Klanten passen het hemd dan hier en met wat geluk betalen ze een voorschotje zodat je de andere kleur kan bestellen - als het al kan, per stuk. Dat is een van de uitdagingen waar we mee worstelen en waarvoor ik oplossingen probeer te vinden."

Rooskleurige toekomst

"Maar ik zie de toekomst rooskleurig in, hoor", haast Bollen zich. "Vorig jaar was niet zo goed maar dit jaar haal ik wel de verwachte omzet die nodig is om te kunnen blijven. Het blijft ondernemen natuurlijk, dat geldt voor elke onderneming vandaag. Collega's die voor de crisis jeans verkochten vertellen dat de broeken vaak zichzelf verkochten, je moest ze niet eens in de rekken leggen, mensen trokken ze zelf uit de doos. Als je dat gewend bent, heb je het nu inderdaad moeilijk. In het goedkope segment palmen fast fashion retailers als H&M en Primark alles in, als je die kwaliteit biedt maar de aantallen niet kan halen, dan krijg je problemen. Daarom zullen wij misschien wel kunnen blijven: ik ben niet goedkoop en heb kwalitatieve producten die mooier worden met het dragen. Daarin kunnen we ons onderscheiden. Maar over een paar schoenen van 350 euro wil je twee keer nadenken, daarvoor is het internet dan wel weer goed: klanten zoeken het merk op, gaan op een forum kijken, checken de reacties van een niet-verkoper. Ook reclame maken via instagram is veel toffer dan in vroeger via een of ander blaadje - je wist niet eens wie het las, dat kan je nu beter opvolgen."

Vaste waarden

Wat verder, op de hoek met het Mechelseplein zit Rosier 41. De vintage shop verkoopt recente mannen- en vrouwencollecties met een ruim aanbod van Belgische labels als Raf Simons, Isabel Marant en Maison Margiela tussen de tweedehandsspullen van Chanel, Dior en Chloé. Elk jaar zetten ze werk van jonger talent en modestudenten in hun etalage. Aan de andere kant van het Mechelseplein zit dan weer een filiaal van de Hasseltse herenzaak Mercken die vooral high end maatpakken (Tom Ford, Brioni...) verkoopt. De buur van Coccodrillo moet het sinds kort dus zonder buren stellen.

Nieuwe buren

Maar er is ook goed nieuws: ook gevestigde waarden in de retail verhuizen van het commerciële centrum naar deze wat alternatievere, authentiekere hoek van Antwerpen. Deze lente verkaste, de Princess flagshipstore na 55 jaar van de Meir naar de Lange Gasthuisstraat in Antwerpen, een nieuwe start voor Karin Heeren en dochter Astrid Somers. “Een verhuis was nodig omdat ons cliënteel niet meer vertoeft op de Meir dat een commerciële winkelstraat is vol met ketens,” vertelde Somers destijds aan FashionUnited. Wat in 1953 begon met een kleinschalige babywinkel groeide tot uit tot verschillende multimerkenboetieks in Antwerpen als in Knokke. Princess wil blijven groeien en evolueren en investeerde daarom niet alleen in een nieuwe flagshipstore, ook Renaissance - nog een hip modeadres van de Princess-groep - kreeg een nieuwe bestemming. De luxueuze conceptstore (met merken als Dries Van Noten, Marni, Jacquemus, Off-White, Acne Studios en Stella McCartney) zat aanvankelijk naast het Momu (dat wil uitbreiden), maar verhuisde onlangs ook naar de Lange Gasthuisstraat, vlak naast Princess.

Sneakers en beleving

Aan de overkant van de straat ligt al sinds jaar en dag de high end boetiek Verso. Bovenop een café en beautycorner, verkoopt deze vaste waarde kleppers als Alexander McQueen, Burberry, Dolce & Gabbana, Fendi, Gucci, Prada en Saint Laurent. Of er wat veranderd is in die zestien jaar sinds Verso op deze locatie openging? Shopmanager bij Verso Antwerpen Chloé Ide vertelt: "De mode in het algemeen, ook de luxe, is geëvolueerd naar meer casual wear", weet Ide. "Producten als sneakers en accessoires worden veel meer verkocht dan vroeger. In de winkel presenteren we de sneakers nu apart, op de herenafdeling kan je zelfs een aparte sneakerkamer vinden. Ook de accessoire afdeling is sterk uitgebreid in vergelijking met vroeger. Wij verkopen mode, alles hangt af van welk merk hot is op welk ogenblik. We zijn gepositioneerd in het luxesegment en verdelen enkel modieuze eerste lijnen. Iedereen die interesse heeft in mode, luxe en schoonheid is onze potentiële klant", verduidelijkt ze. "We kozen voor deze locatie omwille van het unieke gebouw, een oude bank, met een oppervlakte van tweeduizend vierkante meter. Het is een impressionant gebouw met een unieke stijl en sfeer. Verso is een 'destination shop', mensen komen speciaal naar de stad voor Verso, op welke locatie in de stad ook. De uitdaging voor retail is hetzelfde, op elke locatie, voor elke winkel. De sleutel is je winkel interessant genoeg te maken om klanten te blijven passioneren", benadrukt Ide. "Het gaat om de beleving die de mensen hebben bij het shoppen in de zaak. Met het Verso Café en Verso profumo is het meer dan alleen winkelen bij ons." Nog een toekomstvoorspelling: "De verkoop online zal uiteindelijk stagneren", denkt Ide, "en de eindklant zal uiteindelijk kiezen voor beleving, service en sfeer. Klanten zullen dit opnieuw meer gaan opzoeken en weer gaan appreciëren, meer en meer."

Beeld: homepage foto: Kings & Queens.
Foto 1 rechts en links: Renée Van Beurden en Zuid.
Foto 2: Hans Bollen Kings & Queens
Foto 3 en 4 (rechts): Princess copyright: Frederik Vercruysse.
Foto 4 (links) en 5: Verso.
Foto 6: Verso.

Antwerpen
Antwerpse retailers
Antwerpse Sint-Jorispoort
Future Proof Retail
Hans Bollen
Kings & Queens
Princess
Renée Van Beurden
Retail
Retailer
Rosier 41
Verso
Workinfashion
zelfstandig ondernemer
Zuid