Tweede editie Fashion Talks over topfuncties en duurzaamheid
bezig met laden...
Kleerkasten voor de deur met oortjes in en het is verboden grote tassen mee naar binnen te nemen; de recente terreurdreiging in de Belgische hoofdstad heeft ook gevolgen voor evenementen in Antwerpen, zo werd donderdag duidelijk bij het Fashion Talks congres. “Als dit in Brussel had plaatsgevonden was het afgelast,” zegt Jasmijn Verlinden, communicatie manager van het Flanders Fashion Institute. In Antwerpen kan het uitverkochte modecongres met deelnemers uit twintig landen gewoon doorgaan, maar wel met strenge beveiliging en controle aan de deur.
De wrede buitenwereld is binnen even vergeten dankzij de feeërieke aankleding van de Waagnatie met blauw-witte gordijnen, achthonderd sneeuwwitte stoeltjes en voile tenten met klassieke kroonluchters verlicht. De stad Antwerpen is niet alleen bij dit event voor de modebranche een veilige haven. Het Fashion Talks congres en het Flanders Fashion Institute worden van rijkswege financieel ondersteund en deze maand gaat de ‘Born in Antwerp’ marketingcampagne van start die het belang van de creatieve industrie voor de stad onderstreept. “Te lang is geteerd op het succes van de ‘Antwerpse zes”, zegt Philip Heylen, gemeenteraadslid en schepen voor cultuur en economie in Antwerpen, “het is hoog tijd om onze stad opnieuw als creatief centrum op de kaart te zetten.” En niet alleen de modesector heeft daar baat bij. Uit het onderzoek 'Fashion & Antwerp' van modemuseum MoMu, de Provincie Antwerpen en FFI blijkt dat elke euro die in de modesector wordt geïnvesteerd zich ongeveer anderhalve keer terugbetaald aan inkomsten voor de stad.
Fashion Talks: It’s lonely at the top
Op het podium van Fashion Talks worden harde noten gekraakt. De druk op mensen op topposities in de sector en duurzaamheid binnen de supply chain zijn de belangrijkste onderwerpen van gesprek. De Parijse recruiters Mathias Ohrel en Céline Toledano vertellen over de nieuwe generatie jonge ontwerpers die nauwelijks meer belangstelling heeft voor topposities bij de grote modehuizen. “Het wordt steeds moeilijker mensen te vinden voor de hoogste banen in de branche. Het is niet dat ze niet hard willen werken," zegt Ohrel, "maar ze willen er wel een 'leven' naast kunnen hebben." Wanneer de topfuncties, vergelijkbaar met de jobs die recent vacant zijn gekomen bij Christian Dior en Lanvin, ter sprake komen, zijn kandidaten vooral geïnteresseerd in het soort bedrijf en of er aardige mensen werken. "Ze willen weten wat voor leven ze zullen hebben in die baan en deinzen terug voor een functie alleen aan de top, omdat dat de meesten heel eenzaam lijkt."
Artistic directors are lonely at the top. With power, there
comes pressure. There's no time left to be creative, to be happy
#fashiontalks
—
Manon Aerens (@manon_aerens) 3
december 2015
Ohrel en Toledano pleiten voor een nieuwe aanpak, vergelijkbaar met het HR beleid van grote IT bedrijven van Sillicon Valley waar personeel op de werkvloer extra’s - van rustruimtes, tot tafeltennis tot een uitstekende kantine - worden geboden om de lange werkdagen zo aangenaam mogelijk te maken. Werkomstandigheden waar de meeste modeprofessionals nu nog alleen van kunnen dromen.
Michael Beutler, drijvende kracht achter de duurzaamheidsstrategie van luxeconcern Kering vertelt over zijn project om waarde toe te kennen aan het gebruik van natuurlijke bronnen. Beutler is verantwoordelijk voor de introductie van Kerings E P&L (Environmental Profit & Loss) methode met als uitgangspunt: wat als we de natuur, het milieu, ons verbruik willen terugbetalen? Welk prijskaartje hang je dan aan het gebruik van een stromende rivier of aan het grazen van een cashmere geit op een weide in Mongolië. Bijzonder is dat het luxeconcern de methodologie achter deze berekeningen openbaar heeft gemaakt, zodat andere modebedrijven er ook mee aan de slag kunnen. Volgens Jonas Eder-Hansen van het Danish Fashion Institute die off stage met een kleine groep congresgangers in gesprek ging over een duurzame toekomst voor de mode, zal dit prijskaartje binnen twee jaar aan alle kledingstukken van grote modeconcerns, zowel in de luxe als de fast fashion sector, hangen. "Je kunt het vergelijken met het energielabel dat we al op electrische apparaten hebben geplakt. Straks is voor consumenten duidelijk welke milieu-impact de trui heeft waarmee ze in de winkel in hun handen staan."
#fashiontalks
Michael Beutler: "Duurzaamheid betekent ook dat steeds meer
mensen informatie krijgen over waar hun kleding vandaan
komt"
— Ellen Bogaert (@EllenBogaert1) 3
december 2015
Bij aanvang van de tweede editie van Fashion Talks met als thema ‘Imagine’ zei dagvoorzitter Mimma Viglezio dat het doel van de organisatie is bereikt wanneer een ieder van de 760 congresgangers aan het einde van de dag met één nieuw idee de Waagnatie zou verlaten. De presentatie van Tom Savigar van The Future Laboratory sprak veel mensen aan. “Waarom zou je werken aan een vijfjaren strategie,” opperde hij. “Is dat niet wat kortzichtig? Echt duurzaam is het pas te bouwen aan merk dat over 150 jaar nog bestaat en nu producten op te zetten, waarvan je de lancering zelf niet meer zult meemaken.” En als dat niet tot de verbeelding spreekt dan is er nog zijn concrete advies om ieder nieuw voorstel te bestoken met de ‘waarom?’ vraag. Als een irritante kleuter: Why? why? why? why? why?. Pas bij de vijfde keer kom je achter de werkelijke reden, zegt hij. En dan kun je beslissen of het zin heeft of niet.
Foto's: FFI Facebook