Situatie met personeel Lanvin wordt steeds grimmiger

Het lijkt er op dat de verhouding tussen de top van Lanvin en het personeel steeds meer verslechtert. Nadat Alber Elbaz vertrok bij het modehuis kwamen de medewerkers in opstand, die het er niet mee eens waren dat de ontwerper moest vertrekken bij Lanvin. Inmiddels hebben vertegenwoordigers van het personeel tegen een onafhankelijke arbeidsinspecteur geklaagd dat de HR-afdeling weigert om een vergadering te houden, waarin de vragen van de werknemers besproken kunnen worden.

Volgens Henry Paradis, een lid van de ondernemingsraad die de werknemers vertegenwoordigd tegenover de Raad van Bestuur, willen werknemers ‘de hoge mate van personeelsverloop’ aan de kaak stellen, naast nog een aantal zaken. “We hebben een point of no return bereikt, in termen van arbeidsverhoudingen,” zegt Paradis tegen WWD. “Het algemeen management probeert tijd te rekken met behulp van vertragingstechnieken, om ons zo financieel te verstikken. Er is een breuk ontstaan tussen de personeelsvertegenwoordigers en het management, dat is ongehoord.”

Een woordvoerster stelt in een reactie dat ‘veel gedoe om niets’ is. “De situatie wordt beschreven door één persoon, maar dat komt niet overeen met de werkelijkheid. Lanvin bestaat al 125 jaar. Het moet verder gaan. We zijn niet van plan om het modehuis te sluiten, omdat onze creatief directeur is verdwenen. De teams zijn druk bezig. Ze zullen blijven werken, zelfs in een emotionele tijd.”

De 330 werknemers van Lanvin kwamen vorige week in opstand na het vertrek van Alber Elbaz uit het modehuis, waar hij 14 jaar lang aan het creatieve roer stond. De ondernemingsraad van het bedrijf eiste dat meerderheidsaandeelhouder Shaw-Lan Wang terugkeert uit Seoul om hun vragen te beantwoorden en om Elbaz weer aan te stellen. Het gedwongen vertrek van Elbaz zou het gevolg zijn van strubbelingen tussen de ontwerper, Wang en CEO Michele Huiban.