Modefabriek: rijke aankleding stands is de grootste troef
bezig met laden...
De gangpaden zijn vol en de buzz is voelbaar; bezoekers hebben zin in de Modefabriek. Al aan het eind van de ochtend wordt de beurs druk bezocht, en vooral bij de stands waar merken flink in de aankleding hebben geïnvesteerd zijn veel bezoekers. Maar ook de seminars en inspiratiepunten zijn in trek.
“Ik vind het heel druk. Het gaat voor om kwaliteit van de bezoekers en niet om de aantallen, maar ik merkte gisteren al tijdens de opbouw dat de labels flink gingen uitpakken met hun stand,” zegt COO Joke van der Wijngaart trots. “Ik voel een hele positieve vibe op de beurs.”
“De stands ogen lekker op de Modefabriek”
Een van de retailers op de beurs die rondloopt op de beurs is Mireille van der Hoop, die samen met haar man Jeroen de winkel JK Authentic Basic Stores in Didam runt. Ze komen vooral om inspiratie op te doen. “De afgelopen editie vonden we een beetje tam, maar de sfeer is goed dit jaar. Ik vind het leuk dat de stands zo hun best doen om de beurs mooi neer te zetten, bijvoorbeeld door het aan te kleden met planten, het totaalbeeld eigenlijk.” Wat vindt ze van het totale aanbod voor de retailer, waarbij ook ruimte is voor seminars en techniekinnovaties? Van der Hoop: “We hebben er zeker veel aan. Het leuke is dat ze hier ook met etalagemateriaal staan, zodat je behalve kleding en accessoires ook op dat gebied ideeën kan opdoen.” Maar de aankleding van de stands steekt er met kop en schouders bovenuit bij deze beurs. “De stands ogen lekkerder.” Ze hebben al een aantal merken bezocht. “We hebben bij een bestaande klant al wat ingekocht, maar we hebben ook afspraken gemaakt. In februari gaan we bij de merken langs.” Van der Hoop heeft nog niet alles gezien, maar ‘ze willen ieder district rond’. “We komen morgen weer terug, je wilt alles goed bekijken.”
Dat laatste beamen ook de organisatoren. “Als je pas op maandag komt, heb je eigenlijk te weinig tijd,” zegt COO Joke van der Wijngaart. “Dan ben je te laat,” knipoogt head of event Annelies Tjassens. Het doel is dan ook dat steeds meer bezoekers een tweedaags bezoek aan het evenement brengen. Wel gaan de twee beursdagen veel te snel voorbij, zuchten ze.
40e editie Modefabriek: co-operation en nieuwe indeling
Deze editie is er gekozen voor een nieuwe indeling: district A richt zich op de snelle trendmerken en district B is ingericht op denim en streetwear. De contemporary en premium merken bevinden zich in district C en district D is helemaal ingericht op duurzaamheid en future brands. Van der Wijngaart: “Je moet jezelf blijven vernieuwen. Er zit niet echt een vast stramien in bij het aanpassen van de districten, maar het retaillandschap verandert. Daar willen we in meegaan; we gaan verder omdat we de retailer willen prikkelen.” Er staan meer dan 600 labels op de beurs. “Bij binnenkomst worden bezoekers al verrast: ‘ Waar staat die nou?’. Ik zeg dan: ‘ga maar eens ontdekken, er gebeurt zoveel’.” Eigenlijk is een dag te kort om alles mee te maken, vindt ze. “Het is de bedoeling dat bezoekers steeds vaker twee dagen naar het evenement komen.” Want ja, het is meer een evenement dan een beurs. “We zijn in transitie als evenement. Vroeger ging het veel meer om inkopers, maar nu is het meer dan dat. Elke professional uit de modebranche, zowel nationaal als internationaal, willen we prikkelen om naar een andere manier naar de zaak of naar het vak te kijken. We bieden net even dat ene extraatje, netwerkmomenten, of nieuwe inspiratie in de vorm van seminars.” Wanneer is de beurs een succes? “De eerste dag is bepalend,” vindt Tjassens. Van der Wijngaart: “Als je uiteindelijk de energie voelt en ‘het’ ziet gebeuren tussen trendwatchers, retailers en merken, dan weet je het eigenlijk wel.”
Co-operation is het thema tijdens deze editie; het nieuwe ondernemen waarbij verschillende partijen tijdelijk de krachten bundelen en iets moois neerzetten. Zo zijn in District C ‘Art Comes First’ en ‘Norwegian Rain’ te vinden. Art Comes First is een Londens Collectief met wisselende talenten, dat capsule collecties lanceert op het snijvlak van commerciële mode en een conceptuele benadering met veel aandacht voor vakmanschap en geschiedenis. Bij het tweede voorbeeld werkten de Ghanese ontwerper T-Michael en creatief directeur Alexander Helle aan een regenjassencollectie, die inmiddels is uitgegroeid tot een eigen label. “Je ziet dat het positivisme en samenwerken, de ‘strijd aangaan’, co-ops inspireren en dat niemand meer aan de crisis denkt,” aldus de COO.
Mint viert jubileum tijdens 40e editie Modefabriek
Mint, het platform voor duurzame mode en lifestyle, viert in district D zijn jubileum. “Het is fantastisch, dat we nu al de 10e editie vieren. We begonnen met 5 merken op 20 vierkante meter, en deze editie hebben we 40 merken op 1.250 vierkante meter,” vertelt oprichtster Marieke Eyskoot enthousiast. Er zijn in de loop van der jaren veel merken op de beurs bijgekomen onder haar hoede. “Dat vertaalt zich naar oppervlakte, maar het wordt steeds moeilijker om te kiezen. Ik zou wel meer merken willen toevoegen, maar die ruimte is er simpelweg niet.” Vooral merken die stijlvol, een duurzame brand story hebben en voor een goede balans op de beursvloer zorgen komen in aanmerking. “We kunnen met deze geselecteerde merken laten zien dat het een duurzaam totaal-alternatief is, zowel in schoenen, tassen als accessoires. We hebben dus niet alleen 25 jeansmerken of T-shirts.”
Voor de 10e editie heeft Eyskoot flink geïnvesteerd in de presentatie. De grote oppervlakte is rond opgebouwd met veel verschillende merken. “Ik wilde laten zien dat we een grote beweging zijn; vandaar de ronde vorm en ‘het gezamenlijke’. Hier vind je geen tafeltjes en stands, maar een organisch geheel waar je doorheen loopt. Ik maak een geheel waar inkopers nieuwe merken kunnen ontdekken waar ze misschien in eerste instantie niet voor komen. Ik bouw het op in taartpunten, zoals een verjaardagstaart eigenlijk.” Ze is blij met alle 40 merken die dit jaar bij Mint te vinden zijn. “Ze vertegenwoordigen allemaal een deel van de sustainable fashion. Er zijn 10 nieuwkomers onder de 40 gepresenteerde merken van deze Modefabriek. Die balans zoek ik iedere editie; zo is er continuïteit en stabiliteit, en zo blijven inkopers terugkomen. Daarnaast blijven er genoeg merken om te ontdekken.” Hoewel het pas het begin van de middag is, is de opkomst veel belovend. “Er zijn al orders geplaatst. Er komen al mensen naar me toe die al aangeven te hebben geschreven. Er is een goeie en positieve buzz, en dat merkte ik al in de aanloop naar de Modefabriek. Die aandacht was er al,” vertelt Eyskoot enthousiast.
In District A –voor trendmerken en fast fashion brands- valt de stand van Petrol Industries meteen op: een metalen schuur met golfplaat, met binnenin een bar. De stoere kleding is opgehangen aan metalen buizen. ““We wilden zowel op de Modefabriek en de Kleine Fabriek groot uitpakken en dat hebben we geregeld met de organisatie. De metalen schuur konden we op beide evenementen neerzetten. We hebben altijd vertrouwen gehad in de Modefabriek Kleine Fabriek,” licht Guido Wicherts, brand manager, toe. Het merk staat al een aantal jaar op de Modefabriek en Kleine Fabriek. “We zijn een tijd geleden begonnen met het ontwikkelen van onze stands. We wilden meer identiteit creëren, zoals met deze schuur. We stonden met een houten schuur op Panorama in Berlijn. We gaan ook nog naar de beurs in Madrid.” Hij is positief over de sfeer op het evenement. “Het is een goede drukke beurs. We hebben veel inloop, erg positief allemaal.” Het draait vooral om handjes schudden, laten zien dat je er bent en afspraken maken. Hij verwacht dat maandag rustiger zal zijn. “Drukste dag voor ons is zondag.”
Ook in district B, het walhalla voor jeans en streetwear, is er een stand die er met kop en schouders bovenuit steekt: de grote stand van Levi's. Met een langwerpige bar en veel houten platen en veel campagnebeelden trekt de stand veel bekijks. ““Als we iets doen, doen we het goed. Vorig jaar hebben we voor het eerst meegedaan met de Modefabriek, dat was een groot succes. Met deze stand laten we zien wie we zijn,” vertelt Rutger Koene, brand environment & brand marketing manager, trots. “Eerder stonden we op andere beurzen, bijvoorbeeld in Berlijn. We willen er zijn voor lokale klanten; niet iedereen kan afreizen naar Europese steden.” Ook is hij blij met de andere stands in de hal, zoals Denham the Jeanmaker en Nudie Jeans. “Het is mooi om met deze merken in dezelfde ruimte te staan." Vervolgend: “We willen laten zien dat we blijven vernieuwen en relevant zijn. Meeste mensen die hier komen zijn enthousiast. Er komen hier nieuwe klanten bij, en tot nu toe is iedereen die we hadden willen zien langs geweest.” Maandag is meestal de rustigere dag, maar ‘dan komen wel de decision makers’.
Modefabriek: drukker dan voorgaande edities
Een aantal tieners met felblauwe T-shirts die op balance boards door District C ‘rijden’ trekken veel aandacht. Ze zijn afkomstig van de stand van ‘A Fish Named Fred’. Het zijn kinderen van de eigenaren van het label, die tevens balance boards verkopen. “Leuke PR en we houden wel van een beetje herrie maken,” grijnst accountmanager Immo de Maar. Ook de stand zelf is reden om even stil te staan; de paspoppen hebben een grote goudvis als hoofd. “Deze poppen hebben we twee seizoenen en dat zijn enorme eyecatchers,” wijst hij. “We draaien een goede beurs. De modefabriek is drukker dan de laatste jaren, en er heerst een positieve stemming.” Volgens hem is de beurs geslaagd als er naast het zien van bestaande klanten zeker 10 nieuwe retailers bij zijn gekomen. De maandag is doorgaans rustiger, ‘maar sommige retailers komen daar juist voor’. Hoewel grote retailers vaak voor de maandag kiezen, is de zondag overigens net zo belangrijk vindt hij. “Ook op zondag zien wij grote klanten langskomen.”
In het midden van district C is een groot aantal zigzagschermen geplaatst, waar een hoger segment damesmerken is neergestreken. Zo ook het merk Hale Bob, van Van Eerd Fashion Group. “Dit is de 38e keer dat we hier staan, slechts 2 keer hebben we overgeslagen,” vertelt Jeanine van Eerd. Ze is blij met de locatie. “Het is belangrijk om op deze plek te staan, om nieuwe business te genereren. De bezoekers zijn opgewekt en gedreven, en stralen iets uit als ‘we gaan ervoor’. In vergelijking met eerdere seizoenen zijn ze erg opgewekt.” Het luxe segment heeft minder klappen gehad van de economische situatie, vertelt ze. “Er zijn nu meer retailers die juist opstaan in het luxe segment. Ik denk dat er altijd ruimte is, gewoon je eigen ding doen. Als je onweerstaanbaar gave dingen doet, kan de consument zich ook niet inhouden. Ik geloof dat je dan onderscheidend genoeg bent om te overleven en te groeien. Het blijft elke dag jezelf opnieuw uitvinden.”
Modefabriek zet in op totaalpakket voor de bezoeker
Volgens Van der Wijngaart komt het succes vooral door het bieden van een totaalpakket aan de bezoekers. “Modefabriek heeft een heel uniek handschrift, de uitgebreide styling en design waarmee we uitpakken is wel typerend voor ons. Dat draagt bij aan een inspirerend beursbezoek. We zetten in op het totaalpakket, maar we gaan nog een stapje verder; aan het begin van deze hal hebben we allerlei technieken en innovaties, artikelen en producten anders dan kleding waar een retailer zijn zaak mee kan verbeteren en optimaliseren.” Iedere editie legt het team van Modefabriek de focus onder de loep. “We willen niet hetzelfde zijn als andere beurzen. We willen het altijd anders doen dan anderen en gaan daarbij heel erg op ons gevoel af. We zijn best eigenwijs; we houden rekening met wat er speelt in de markt, maar we creëren het ook graag zelf.” Maar het is ook nodig, stelt ze. “Als je je niet buiten de bewandelde paden begeeft, overleef je het als retailer ook niet. Het is ook leuk om samen te werken en nadenken over nieuwe dingen. Deze editie hebben we een nieuw gebied, waar we ondernemers willen prikkelen met techniekinnovaties en ze op een andere manier willen laten kijken.” Annelies Tjassens, head of event vult aan: “Een ondernemer kan zich op breedste manier mogelijk informeren. Martijn van Strien staat bij Futureland met nieuwe manieren van produceren. Als je wilt, kan je heel veel inspiratie en kennis op doen op de Modefabriek.”
Zowel Van der Wijngaart als Tjassens zijn erg blij met de internationale bezoekers. “We zijn altijd al internationaal gericht. Ik loop supertrots rond,” glundert Van der Wijngaart. Het verschil zit ‘m vooral in de manier van prikkelen denkt ze . Tjassens: “Dat trekt veel internationaal publiek, met vooral bezoekers uit België, Duitsland, Scandinavië. “Zo zit er bijvoorbeeld tussen district A en B het zogeheten ‘Future land, onder leiding van trendwatcher Jan Agelink. “We hebben een steeds groter seminarprogramma en we presenteren ook Fashion Matching, voor internationale bezoekers. Je hoort in de gangpaden ook allerlei talen,” aldus de COO.
De komende zomereditie vinden Kleine Fabriek en Modefabriek tegelijkertijd plaats. Van der Wijngaart: “Nu hoef je maar een keer naar Amsterdam te komen, en dat vergroot de internationale allure.”